De toetsing ex nunc als zwaard van Damocles voor bestuurders - Annotatie bij Gerechtshof Den Haag, 2 juli 2015 (ECLI:NL:GHDHA:2015:1846)
mr. M.A.L.M. Willems1Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
In het vorige nummer van dit blad schreef ik over het arrest van de Hoge raad van 5 juni 2015 ( ECLI:NL:HR:2015:1473 ) over de vraag wat de reikwijdte is van de ‘ex nunc’-toetsing van de voorwaarden voor faillissement ingeval de schuldenaar bij verstek failliet is verklaard en van dat vonnis in verzet komt. In de aan dat arrest ten grondslag liggende casus was de vordering van de aanvrager voorafgaande aan de behandeling van het hoger beroep voldaan. Nog geen maand later, op 2 juli 2015, heeft het hof Den Haag uitspraak gedaan in het hoger beroep van een besloten vennootschap tegen haar faillietverklaring. Hier was het betoog van de schuldenaar niet dat de aanvrager geen vordering (meer) had, maar dat zij (de schuldenaar) was ontbonden en dus niet failliet had kunnen worden verklaard omdat de aanvragers niet konden aantonen dat er nog baten waren. De schuldenaar krijgt hier wel met een zeer merkwaardige motivering nul op het rekest.