Voorwoord

Onze hoofdredacteur Nathalie Amiel heeft mij gevraagd om bij haar afwezigheid wegens zwangerschapsverlof het voorwoord te schrijven. 

In dit 'zomernummer' maar liefst drie artikelen in de ROZ-reeks.

Anique Bergers beschrijft de ROZ-regeling met betrekking tot de huurprijswijziging. Daarbij vestigt zij onder meer de aandacht op diverse bepalingen die in het nadeel van de huurder afwijken van de wettelijke regeling. Zij signaleert dat het nadeel voor de huurder niet steeds zo groot is, dat de bepalingen voor vernietiging in aanmerking komen. 

Ingenoor Kwak en Douwe de Witte schrijven in hun bijdrage over de ROZ-regeling van schade en aansprakelijkheid. Daarbij komt onder meer de exoneratie voor schade door gebreken aan bod. Er bestaan verschillende opvattingen over de vraag wanneer een huurder geacht wordt een gebrek bij het aangaan van de huurovereenkomst te kennen. Zowel voor de huurder als voor de verhuurder kan de uitleg van 'behoren te kennen' grote gevolgen hebben, dit lijkt dus iets om bij het contracteren (in) te voorzien.

Katinka Verdurmen, Irene Hofhuis en Maaike Boomsma behandelen de ROZ-bepalingen over betalingen, boete, kosten en verzuim. Het is niet alleen goed om te zien hoe de diverse ROZ-modellen dit onderwerp regelen, ook is het nuttig om de wettelijke regeling daar nog eens naast te zien. Speciale aandacht verdient de uitleg van het ROZ-boetebeding, waarover de rechterlijke uitspraken nog niet op één lijn liggen.

Wie niet weet wat 'blurring' is moet zeker het artikel van Bas Le Large en Marina Kleijn lezen. Daar waar de grenzen tussen horeca en detailhandel vervagen, is in veel gevallen de vraag of het huurcontract die vervaging wel toestaat. Maar daarmee is nog niet alles gezegd, ook bestuursrechtelijke en mededingingsrechtelijke regels spelen een belangrijke rol bij het combineren van horeca- en detailhandelsaspecten in één bedrijfsruimte.

Marlies van Schoonhoven-Sloot vermeldt in de rubriek actualiteiten dat de wettelijke regeling voor 'Vereenvoudiging en digitalisering' van het procesrecht (ook wel KEI genoemd) door de Eerste Kamer is goedgekeurd. Deze wet beoogt procederen eenvoudiger te maken, maar er is alle reden om rekening te houden met een aanloopperiode waarin de veranderingen advocaten en rechters hoofdbrekens zullen kosten. Reden te meer om nog eens te wijzen op het TvHB-congres 'Strategisch procederen in het huurrecht' op 3 november 2016, dat door Nathalie Amiel in het voorwoord van het vorige nummer werd aangekondigd. In de workshops en paneldiscussies zal de invoering van KEI vrijwel zeker ook aan de orde komen. Komt allen!