Hoge Raad 22 april 2016 ECLI:NL:HR:2016:726 RvdW 2016, 548, WR 2016, 76, NJB 2016, 893 (TvHB 2016/13)
E.T. de BoerArtikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
Prejudiciële beslissing op vragen van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 10 november 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:8436 ; NJF 2016, 84
Loth en Van Reen / Stichting Portaal
Samenvatting
Renovatie, dringende werkzaamheden, verhuiskostenvergoeding, dwingend recht
Huurders van woonruimte hebben bij hun verhuurder aanspraak gemaakt op een bijdrage in de verhuis- en inrichtingskosten als bedoeld in art. 11g Bbsh (oud). In antwoord op een aantal prejudiciële vragen in dit verband, heeft de Hoge Raad (onder meer) overwogen dat (i) renovatie in beginsel gericht is op toename van het woongenot en dringende werkzaamheden niet, (ii) een verhuiskostenvergoeding slechts verschuldigd is, als sprake is van renovatie en de werkzaamheden die nodig zijn voor die renovatie, verhuizing noodzakelijk maken, (iii) als renovatie met dringende werkzaamheden wordt gecombineerd de v...
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.