Hoge Raad 9 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:755 en conclusie A-G Wissink 29 januari 2016, ECLI:NL:PHR:2016:21 (duur, te late opzegging, boete)
mr. J.M. Winter-Bossink en mr. N. Amiel1Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
De huurder van kantoorruimte heeft te laat opgezegd en stelt dat de verhuurder de opzegging toch moet aanvaarden omdat voor de verhuurder voor de uiterste opzegdatum ondubbelzinnig duidelijk was dat de huurder de huurovereenkomst na het verstrijken van de eerste huurtermijn niet wilde verlengen. Het hof oordeelde echter dat dit voor de verhuurder niet ondubbelzinnig duidelijk is geweest. Uit de enkele omstandigheid dat de huurder het gehuurde geheel had onderverhuurd volgt niet noodzakelijk dat het daarmee voor de verhuurder duidelijk was dat de huurder de hoofdhuurovereenkomst niet wenste voort te zetten omdat voortzetting van zowel de huurovereenkomst als de onderhuurovereenkomst ook mogelijk is. Het feit dat de huurder enkele jaren geleden heeft onderhandeld over de afkoop van de hoofdhuurovereenkomst, maakt dit niet anders nu er na het afbreken van de onderhandelingen geen bericht meer is gestuurd en ook geen opzegging is ontvangen. De conclusie blijft daarom dat de huur niet...
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.