Hoge Raad 3 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1052 en conclusie AG Wissink ECLI:NL:PHR:2016:57 (verjaring, onverschuldigde betaling)
mr. J.M. Winter-Bossink en mr. N. Amiel1Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
De verhuurder verhuurt aan de huurder sinds 1984 een pand. Bij vonnis van de kantonrechter in 2005 is de huurprijs van het gehuurde verhoogd. De huurder gaat in hoger beroep, maar betaalt de hogere huurprijs wel. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd. Vervolgens heeft de Hoge Raad dat arrest vernietigd en het hof heeft na verwijzing het vonnis van de kantonrechter alsnog vernietigd en de verhuurder in 2014 veroordeeld tot restitutie van de te veel betaalde huur voor de periode 1 maart 2004 tot en met 1 januari 2006. Deze vordering wordt voldaan. In de onderhavige procedure gaat het over de vordering tot terugbetaling over de periode van 1 februari 2006 tot 28 februari 2014. De verhuurder stelt dat de vordering voor zover deze ziet op de periode tot 1 februari 2009 is verjaard op grond van art. 3:309 BW (een verjaringstermijn van vijf jaar in geval van onverschuldigde betaling).
Volgens de Hoge Raad moet dit beroep op verjaring verworpen worden. De verjar...
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.