Gerechtshof Amsterdam 7 juni 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:2158 (overdracht, zekerheden, afsplitsing, wijziging overeenkomst)
mr. J.M. Winter-Bossink en mr. N. Amiel1Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
Er heeft een herstructurering plaatsgevonden van het concern van de huurder. In dat kader heeft onder meer een juridische afsplitsing plaatsgevonden van de hurende vennootschap. De verhuurder vordert in deze procedure wijziging van de huurovereenkomst op grond van art. 2:334r BW, met dien verstande dat de huurder verplicht wordt een bankgarantie te stellen. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en wijst de vorderingen van de verhuurder af. Het hof overweegt daartoe dat de verhuurder, gelet op de gemotiveerde betwisting door de huurder, onvoldoende heeft onderbouwd dat sprake zou zijn van een nadelige wijziging in de financiële gegoedheid van de huurder als gevolg van de afsplitsing. Daarbij overweegt het hof onder meer dat de intrekking van de art. 2:403 lid 1 sub f BW-verklaring daarbij buiten beschouwing dient te blijven. Een dergelijke intrekking kan immers op elk moment worden gedaan; dat is in dit geval geen gevolg van de afsplitsing.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.