Gerechtshof Amsterdam 7 juni 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:2165 (uitleg, boeteclausule, ROZ model)
mr. J.M. Winter-Bossink en mr. N. Amiel1Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
De huurder van een 230a-ruimte is failliet verklaard. De curator vordert betaling van achterstallige huurpenningen en de contractuele boete van de onderhuurder. De onderhuurder heeft de betalingen van de huurpenningen opgeschort omdat de hoofdhuurder na faillissement bepaalde services niet meer leverde. Zowel de rechtbank als het hof is van oordeel dat dit geen opschorting van alle huurpenningen rechtvaardigt, zeker niet nu opschorting in de huurovereenkomst is uitgesloten. Ook heeft de huurder geen huurprijsvermindering gevorderd. De niet-nakoming van de verplichting om enkele van de overeengekomen diensten te verstrekken, betekent niet dat de aanspraak van de curator op de contractueel overeengekomen boete onaanvaardbaar is. Ook het gegeven dat de curator pas bij inleidende dagvaarding voor het eerst aanspraak op de boete maakt, is niet onaanvaardbaar. Daarnaast is er geen reden voor matiging van de boete nu het gaat om een professionele partij, die de gehele huurprijs voor enk...
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.