Gerechtshof 's-Hertogenbosch 30 juni 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:2369 (partij, totstandkoming, uitleg, bekrachtiging)
mr. J.M. Winter-Bossink en mr. N. Amiel1Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
De huurovereenkomst voor bedrijfsruimte is gesloten met een vennootschap in oprichting. Na totstandkoming van de huurovereenkomst is uiteindelijk een vennootschap onder een andere naam opgericht. Deze vennootschap gaat uiteindelijk failliet en de curator zegt daarom de huurovereenkomst op grond van art. 39 Fw op. De verhuurder stelt dat nu de vennootschap i.o. uiteindelijk niet is opgericht, de natuurlijke persoon die ook de huurovereenkomst heeft ondertekend kwalificeert als huurder. Deze heeft de huurovereenkomst niet opgezegd en daarom vordert de verhuurder betaling van de achterstallige huur. In hoger beroep oordeelt het hof dat doorslaggevend is of de opgerichte vennootschap de vennootschap is die partijen bij het aangaan van de huurovereenkomst voor ogen hadden. Bij het aangaan van de huurovereenkomst ging het kennelijk om een vennootschap die de exploitatie van een winkel in het gehuurde zou gaan uitvoeren. Dit is wat de uiteindelijk opgerichte vennootschap heeft gedaan. D...
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.