Nieuwe regels marktmisbruik
prof. mr. D. Busch en mr. F.M.A. ’t Hart Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.De regelgeving op het gebied van marktmisbruik is ingrijpend gewijzigd. Sinds 3 juli 2016 is Europa aan nieuwe regelgeving onderworpen. Deze regelgeving bestaat in essentie uit een richtlijn en een verordening. De verordening bevat – kort gezegd – materiële normen en de richtlijn bevat met name strafrechtelijke sancties voor overtreding van (bepaalde) marktmisbruikbepalingen. Een belangrijk verschil ten opzichte van de eerste marktmisbruikrichtlijn uit 2003, is dat deze regelgeving voor een belangrijk deel niet in onze nationale wetgeving is geïmplementeerd. Dit past in de trend dat voor de financiële sector belangrijke rechtsnormen steeds vaker vermeld staan in – niet in nationale wetgeving geïmplementeerde – Europese verordeningen.
Behalve de (richtlijn en de) marktmisbruikverordening zelf, kent de nieuwe regelgeving vijf uitvoeringsverordeningen en zes gedelegeerde verordeningen die allemaal niet in de Wet op het financieel toezicht of andere nationale wetgeving geïmplementeerd zijn. Daarnaast zijn meerdere bepalingen uit de Wet op het financieel toezicht en het Besluit marktmisbruik als gevolg van de nieuwe marktmisbruikregelgeving komen te vervallen. Ook de AFM heeft haar beleidsregels aangaande marktmisbruik ingetrokken (drie in totaal). De toenemende importantie van Europese regelgeving is daarmee treffend geïllustreerd.
In deze speciale editie van ons tijdschrift wordt aandacht besteed aan enkele belangrijke onderwerpen van de nieuwe marktmisbruikregelgeving. Van Straaten en Schouten geven in hun inleidende bijdrage een overzicht van deze nieuwe regelgeving, waartoe de aanpassingen van de marktmisbruikverboden behoren maar ook de introductie van de georganiseerde handelsfaciliteit (OTF).
Vervolgens komen vier deelonderwerpen ter sprake. ’t Hart gaat in zijn bijdrage in op de verschillende regimes die gelden voor privé-beleggingstransacties waarbij met name aandacht wordt besteed aan de (nieuwe) verplichting voor uitgevende instellingen om een zogenaamde insiderslijst op te stellen en de verplichting voor leidinggevenden om transacties in hun eigen instelling te melden aan de AFM. Jennen besteedt vervolgens aandacht aan het mededelingsverbod en de in de praktijk gebruikelijke handelswijze om zogenaamde marktpeilingen uit te voeren. De marktmisbruikverordening bevat safe haven bepalingen die toelaten dat voorwetenschap wordt medegedeeld in het kader van marktpeilingen, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Wilmink en Uitermark gaan vervolgens in op de opsporings- en meldingsplicht. Anders dan voorheen geldt niet langer een (passieve) klikplicht maar een verplichting voor beleggingsondernemingen om procedures en maatregelen te treffen om actief marktmisbruik op te sporen en te melden aan de AFM. Ook op een exploitant van een gereglementeerde markt of handelsplatform is een meldingsplicht komen te rusten. Hoff gaat in zijn bijdrage indringend in op de verplichting voor uitgevende instellingen om voorwetenschap die rechtstreeks op hen betrekking heeft zo snel mogelijk openbaar te maken.
Deze speciale editie wordt afgesloten met twee bijdragen die betrekking hebben op de gevolgen van niet-naleving van de marktmisbruikregelgeving. Busch gaat in zijn bijdrage in op de civielrechtelijke gevolgen van schending van onder meer de openbaarmakingsplicht die op uitgevende instellingen rust. Doorenbos gaat in zijn bijdrage in op de nieuwe marktmisbruikrichtlijn die voorziet in minimumvoorschriften betreffende de strafrechtelijke sanctionering. Daarbij stelt hij de vraag of en in hoeverre het wenselijk is om het model van directe strafbaarstelling (zonder verankering van de desbetreffende normen in nationale wetgeving) te hanteren.
Wij danken alle auteurs voor hun bijdragen aan deze speciale editie van ons tijdschrift. Lezing van alle bijdragen leert dat de nieuwe marktmisbruikregelgeving complex genoemd mag worden en dat ten aanzien van meerdere aspecten de (indirecte) vrees wordt uitgesproken dat de nieuwe regelgeving op (te veel) aspecten onvoldoende duidelijk is. Praktijk en tijd zullen uitwijzen of deze vrees terecht is.