Redactioneel
drs. M. Visser Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.Het is goed af en toe even stil te staan bij de vraag wat de (economische) rationale van de staatssteunregels is. In mijn woorden: het voorkomen van concurrentievervalsing door overheden die met belastinggeld individuele bedrijven steunen. Efficiënte ondernemingen die geen steun krijgen kunnen hierdoor op een oneigenlijke manier weggeconcurreerd worden, terwijl inefficiënte ‘zombie’-ondernemingen kunstmatig in leven worden gehouden met belastinggeld dat beter gebruikt had kunnen worden. De staatssteunregels zorgen er niet alleen voor dat concurrentie tussen ondernemingen in de Europese Unie niet wordt vervalst, maar ook dat overheden niet zwichten voor de verleiding van belasting- en subsidieconcurrentie. Dit is goed voor de consument en voor de belastingbetaler, twee keer winst dus voor de burger.
Het systeem van ex ante controle op steunmaatregelen binnen de Europese Unie is bijzonder. De regels van de Wereldhandelsorganisatie (WHO) beogen min of meer hetzelfde, maar het gaat hier om een minder effectief ex post systeem van controle. Hoe ver ontwikkeld en ingrijpend het staatsteunsysteem in de EU is, is ook in dit tijdschrift iedere keer weer te zien: er worden uitspraken behandeld over de aankoop van gebouwen, prenatale tests, fosfaatreductieplannen, de verwerking van afval, en kruis-subsidiëring door de kerk (!). Niet in al die gevallen was er ook daadwerkelijk sprake van ongeoorloofde steun, maar de vraag of er sprake van was is steeds grondig onderzocht.
Met Brexit, het verlaten van de Europese Unie door het Verenigd Koninkrijk, zullen de staatssteunregels daar mogelijk niet meer gelden. Bij een harde Brexit zal het Verenigd Koninkrijk terugvallen op de WHO regels, bij een ‘soft’ Brexit en aansluiting bij de Europese Vrijhandelsassociatie (en daarmee de Europese Economische Ruimte) blijven de huidige regels wel – grosso modo – in stand. Juist bij een harde Brexit lijkt de kans op concurrentieverstorende steun groot.
Op het moment van schrijven van dit redactioneel is actueel dat de regering in het Verenigd Koninkrijk geen sectorale impactstudies heeft laten uitvoeren. Hoe dan ook mag verwacht worden dat een harde Brexit ernstige gevolgen zal hebben voor de economie in het Verenigd Koninkrijk, en als bedrijven hard geraakt worden dan ligt de roep om staatsteun op de loer. Nu was het Verenigd Koninkrijk juist een van de landen waar relatief weinig staatsteun werd gegeven, maar een kat in het nauw kan rare sprongen maken.
In China ligt dat wel anders, daar lijkt staatsteun voor ‘strategische’ sectoren van de economie, die worden gedomineerd door ondernemingen in staatshanden, (en dat zijn er nogal wat) structureel. Vaak wordt die steun gegeven via goedkope kredieten bij Chinese banken die door de centrale overheid worden gecontroleerd. Op korte termijn is dit voor de Europese consument geen slecht nieuws: die profiteren van door de Chinese burgers betaalde, want gesubsidieerde, goedkope importen. Anderzijds kan dit op langere termijn (zeer) schadelijk uitpakken voor de Europese onderneming die met die gesubsidieerde importen moeten concurreren. In dat opzicht is er weinig verschil met roofprijzen: de uitsluiting van concurrenten door het bieden van te lage prijzen.
Mogelijk keert de wal hier het schip: staatssteun is niet gratis en de balansen van Chinese banken zitten vol met slechte kredieten aan de staatsondernemingen. Zeker is dit echter niet. Het is daarom in elk geval een stap in de goede richting dat de Europese Commissie een bilaterale dialoog met China is aangegaan over staatssteun.1
Dat is nog een additioneel voordeel van de precieze toepassing van de staatssteunregels binnen de EU: het ondersteunt de onderhandeling van de EU met derde landen (inclusief China en op termijn ook het Verenigd Koninkrijk) over de staatssteunregels.
In dit nummer, naast de vaste rubrieken, een interessant artikel van Claire Lombert over fiscale maatregelen en het selectiviteitscriterium, mede naar aanleiding van het World Duty Free-arrest. Dat arrest is alweer wat ouder, maar de materie is zeer relevant en actueel. Daarnaast een artikel van Sarah Beeston, Pim Jansen en Kiek Brink over staatsteun in de havensector, waar de Europese Commissie (letterlijk) schippert tussen enerzijds een strikte toepassing van de staatssteunregels, en anderzijds maatregelen om de haveninfrastructuren wil verbeteren.
De redactie wenst u veel leesplezier.