Voorwoord
mr. M.E. Rosing Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.Beste lezers,
Voor u ligt het laatste dubbelnummer van Tijdschrift voor Sanctierecht en Onderneming van 2018, het jaar waarin het Nederlandse OM voor een recordbedrag van € 775 miljoen schikte met de ING bank. De schikking voert hiermee de lijst met megaschikkingen aan die het OM eerder al trof met SBM Offshore, Telia Company, Vimpelcom en – voor lagere bedragen – met Ballast Nedam en KPMG. Elk van de zaken had direct of indirect betrekking op (het faciliteren van) omkoping. Ondanks deze megaschikkingen, blijft Nederland achter in de bestrijding van corruptie, zo concludeerde de non-gouvernementele organisatie voor de bestrijding van corruptie Transparency International dit najaar in het ‘Exporting Corruption Report 2018’. Transparency International beveelt Nederland onder meer aan om meer zaken betreffende buitenlandse omkoping te vervolgen en verdachten vaker voor de rechter te brengen. Voorts wordt aanbevolen om een beter beleid ten aanzien van schikkingen te implementeren. Volgens Transparency International hebben schikkingen een afschrikwekkende werking waardoor ze bijdragen aan de naleving van wet- en regelgeving door bedrijven en hun werknemers. Een gebrek aan transparantie en evenredige sancties en de afwezigheid van een rechterlijk toetsing doen echter afbreuk aan de afschrikkende werking, aldus Transparency International.
Inmiddels zijn er verschillende ontwikkelingen in ons land in gang gezet die de aanpak van (het faciliteren van) corruptie moeten verbeteren en waarmee aan voornoemde kritiekpunten tegemoet wordt gekomen. In het Financieel Dagblad liet het Anti-corruptie Centrum van de FIOD weten enthousiast te zijn over de samenwerking met accountants die vermoedens van witwassen en – onder omstandigheden – fraude moeten melden. Deze meldingen stellen de FIOD beter in staat om gevallen van omkoping op te sporen. In navolging van de succesvolle samenwerking met de accountants, heeft de FIOD aangekondigd ook de samenwerking met belastingadviseurs, banken, de trustsector en notarissen te zullen zoeken.
Of een eventuele toename van onderzochte zaken ook tot een toename in het aantal ter zitting behandelde zaken zal leiden, is sterk de vraag. In december liet minister van Justitie en Veiligheid Grapperhaus weten dat de (hoge) transactie de mogelijkheid biedt om in omvangrijke en complexe zaken een passende reactie te geven als alternatief voor strafvervolging. Wel kondigde de minister, in navolging van onder andere de kritiek van Transparency International op het Nederlandse schikkingsbeleid, aan een regeling uit te zullen werken waarin een rechterlijke toets voor hoge transacties wordt geïntroduceerd. De gedachte is dat de rechter de transactie marginaal toetst op onder andere aanwezigheid van voldoende bewijs, het totstandkomingsproces van de transactie en conformiteit met de voorwaarden voor hoge transacties. Het eindresultaat van de rechterlijke toets zal naar verwachting gepubliceerd worden, teneinde de transparantie ten aanzien van de transactie te verbeteren.
Duidelijk is dat de bestrijding van omkoping ook in het nieuwe jaar weer hoog op de agenda van de regering, het OM en de opsporingsautoriteiten zal staan. In deze editie van het Tijdschrift voor Sanctierecht en Onderneming wordt in twee bijdragen aandacht besteed aan de bestrijding van omkoping. Marcel Pheiffer gaat in zijn artikel in op de poortwachtersfunctie van de accountant. Ondanks de hiervoor genoemde positieve geluiden van de FIOD, ziet Pheiffer nog de nodige ruimte tot verbetering aan de zijde van de accountant.
Matthias Bijleveld geeft in zijn artikel een interessante inkijk in de wijze waarop fraude en corruptie in door de Wereldbank gefinancierde projecten worden onderzocht en aangepakt door de afdeling ‘Integrity Vice Presidency’ van de Wereldbank.
Een heel ander, maar niet minder actueel onderwerp behandelen Vincent de Bruijn en Terrence Dom. 2018 was ook het jaar waarin de ‘Algemene verordening gegevensbescherming’ (AVG) van kracht is geworden. De Bruijn en Dom beschrijven in hun artikel de eisen die de AVG stelt aan e-discovery bij interne onderzoeken door advocaten.
Met de bijdrage van Oswald Jansen blikken we tot slot vooruit op 2019, het jaar waarin de ‘Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten in verband met het nieuwe omgevingsrecht en het nieuwe nadeelcompensatierecht’ verder zal worden behandeld. Jansen gaat in zijn bijdrage in op het voorstel om de Awb-regeling van de medewerking aan een toezichthouder in art. 5:20 Awb aan te vullen met de bevoegdheid om een last onder bestuursdwang (of last onder dwangsom) op te leggen om zo de medewerkingsplicht af te dwingen.
De redactie van Tijdschrift voor Sanctierecht en Onderneming wenst u veel leesplezier toe en alle goeds voor het nieuwe jaar.