Zekerheidsstelling voor proceskosten: art. 224 Rv is van toepassing in de verzetprocedure van art. 10 Fw - Annotatie bij arrest Hoge Raad d.d. 11 januari 2019 ( ECLI:NL:HR:2019:36 )
mr. L. Krieckaert1Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
In het hiervoor vermelde arrest heeft de Hoge Raad een incidentele vordering tot zekerheidsstelling voor proceskosten ex art. 224 Rv (vreemdelingencautie) beoordeeld, door de curator ingesteld tegen een belanghebbende in de zin van art. 10 Fw. De Hoge Raad oordeelt – op dit punt contrair aan de conclusie van A-G Timmerman2 – dat zekerheid kan worden verlangd omdat mede gelet op de strekking van art. 224 Rv ‘moet worden aangenomen dat de bepaling van overeenkomstige toepassing is indien een derde op de voet van artikel 10 Fw in verzet komt tegen de faillietverklaring van een andere (rechts)persoon’ (r.o. 3.3.4).
2. Procedures in feitelijke instanties
In het faillissement van LCG Canada Financial Products 1 B.V. (‘LCG Canada’)is mr. Dekker benoemd tot curator. LCG Canada behoort tot het grotendeels gefailleerde Lips-concern, veelal bestaande uit vastgoedvennootschappen en ooit...
UÂ heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.