Noot bij Hoge Raad 22 februari 2019, ECLI:NL:HR:2019:268 (HBL/Lodder)
mr. E. Loesberg1Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
Het arrest van de Hoge Raad inzake HBL/Lodder ziet op de verpanding van goederen. Goederen die voor overdracht vatbaar zijn kunnen worden verpand. Zie art. 3:98 jo 83 BW. Zie ook: art. 3:81 en 228 BW. Voor de (geldige) vestiging (in ruime zin) van een pandrecht is een geldige titel en een vestiging (in enge zin) door een beschikkingsbevoegde pandgever vereist. De titel is de rechtsgrond voor de verpanding. De titel moet de verpanding rechtvaardigen. Meestal is de titel voor de verpanding de bepaling in de kredietovereenkomst dat de kredietnemer zijn (toekomstige) goederen aan de bank dient te verpanden. In het algemeen is de rechthebbende van een goed bevoegd tot verpanding. Voor vestiging in enge zin is het vervullen van een formaliteit alsmede een goederenrechtelijke overeenkomst nodig. Vgl. Hoge Raad 29 juni 2001, NJ 2001/662 (Meijs q.q./Bank of Tokyo), R.o. 3.4.2. De goederenrechtelijke overee...
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.