Hoger beroep van Rechtbank Zeeland-West-Brabant 25 januari 2017, ECLI:NL:RBZWB:2017:394 , 10 september 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:3320 Appellant h.o.d.n. D-Parts / B.V. Property Investment [vestigingsnaam] P.I.R. (TvHB 2019/24)
A. de FouwArtikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
Met noot van A. de Fouw
Samenvatting
Omvang gehuurd object, natrekking, gebrekenregeling, onderhoudsverdeling, casco, dekvloer
De huurder huurt van de verhuurder een winkelruimte in de zin van art. 7:290 BW. De winkelruimte wordt casco verhuurd. Op enig moment begint de vloer in het gehuurde te verzakken als gevolg van een gebrek aan de dekvloer, die al sinds het begin van de huurovereenkomst in het gehuurde aanwezig is. De vraag rijst of (het herstel van) het gebrek aan de dekvloer voor rekening van de huurder of de verhuurder komt. De huurder stelt zich op het standpunt dat de verhuurder is gehouden om het gebrek aan de dekvloer te herstellen, aangezien de dekvloer onderdeel uitmaakt van het casco van het gehuurde en spreekt de verhuurder daartoe aan. De kantonrechter oordeelde in eerste aanleg dat de dekvloer niet tot het gehuurde behoort en dat het herstel van een gebrek daaraan niet voor rekening van de verhuurder komt. Het hof o...
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.