Tijdschrift voor Agrarisch Recht 2020 nr. 4

Corona, what else?

mr. A. Verduijn RB Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.

Deze maand valt mij de eer te beurt om deze column te vullen.

Mijn gedachten zochten naar in het oog springende actualiteit op mijn vakgebied, het agro-belastingrecht. Maar ook ik kan er niet om heen. De lezer zou denken dat ik wereldvreemd ben als niet ook ik het zou hebben over de crisis waarin we wereldwijd verkeren. Bovendien kijken we in deze editie met een juridische bril naar de impact van de coronacrisis op de land- en tuinbouw en brengen we de belangrijkste maatregelen van dit moment in kaart, als een voorlopige tussenstand uiteraard. Daarom toch maar even mijmeren over wat ons op dit moment bezig houdt op de werkvloer van een accountants- en adviesorganisatie met veel klanten in de agrarische sector.

De landbouw vaart nogal eens zijn eigen conjuncturele koers. En ook nu, in deze crisis, kan men zeggen dat de agrarische sector weer zijn eigen dynamiek heeft. De mens blijft eten en de schappen in de supermarkten moeten gevuld blijven, dus een deel van de sector heeft een benijdenswaardige positie. Menig akkerbouwer zal zich op dit moment drukker maken over de droogte dan over de directe gevolgen voor hem van de coronacrisis. Je eigen terrein niet af mogen komen en anderhalve meter afstand moeten houden is voor een gemiddelde agrariër niet echt een opgaaf.

Maar niet overal is het business as usual. De voor de frietindustrie bestemde aardappelen in de schuur zijn in een klap hun waarde kwijt, voor de voedselproducerende tuinbouw stokt de export en de sierteelt krijgt harde klappen. Op de dag dat ik dit schrijf wordt bekend dat voor de ondernemers die hierdoor gedupeerd worden, 650 miljoen euro beschikbaar komt.

Dan even naar mijn vakgebied.

Naast tijdelijke regelingen voor directe inkomenssteun voor ondernemers komt het kabinet ook op fiscaal vlak ruimhartig tegemoet aan de noden van ondernemers. Een verzoek om uitstel van belastingbetaling vanwege de crisis wordt voor de eerste drie maanden gemakkelijk verleend. Verder uitstel is onder voorwaarden mogelijk. De rente voor dit soort uitstel van belastingbetaling is teruggebracht naar nagenoeg nihil. Naast dat alles zullen veel ondernemers verzoeken om verlaging van hun voorlopige belastingaanslag over dit jaar. In de kamerbrief van 14 april 2020, kenmerk 2020-0000071409, en een daar bij gevoegd beleidsbesluit worden op tal van specifieke terreinen en sectoren gerichte fiscale verlichting geboden.

Dit alles verschaft ons als adviseurs werk, maar legt ook grote druk op de belastingdienst. Echter, ‘elk nadeel heb z’n voordeel’: het biedt de dienst de kans om goede sier te maken na de negatieve verhalen van de afgelopen tijd, zoals de kinderopvangtoeslagaffaire en de omstreden zwarte lijsten. En er lijkt inderdaad zowaar sprake van een charmeoffensief. Menig fiscalist of accountant werd in de afgelopen weken spontaan gebeld door een bekende bij de belastingdienst met ’slechts’ de vraag hoe het toch allemaal gaat en of men nog van dienst kan zijn, daarmee het ‘leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker’ op een opvallende manier vorm gevend.

De fiscalist wacht af of de belastingdienst op haar beurt alles aan kan met al die tegemoetkomingen. Elk verleend uitstel eindigt een keer en op enig moment zal toch alsnog betaald moeten worden. Er zal dan heel wat maatwerk geboden moeten worden.

En wat kunnen we straks verwachten op het gebied van de belastingwetgeving met het economische dal in het vooruitzicht en een zwaar opgelopen staatsschuld? Net deze week is het rapport ‘Op weg naar balans in de vennootschapsbelasting’ van de Adviescommissie belastingheffing van multinationals aan de Tweede Kamer gepresenteerd. Daarin worden maatregelen gepresenteerd om de mogelijkheden tot belastingontwijking door multinationals verder te beteugelen. Het doet bij mij in ieder geval al de vraag opkomen of de geplande verdere tariefsverlaging in de vennootschapsbelasting wel door zal gaan en wat ons nog maar aan fiscale ‘ombuigingen’ te wachten staat.

Ik eindig met de onvermijdelijke open deur: ook op mijn vakgebied is voor de beroepsbeoefenaar veel interessant en belangrijk, maar het meeste is naar de menselijke maat sterk relatief.

Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

Artikel informatie

Type
Overig
Auteurs
mr. A. Verduijn RB
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvAR/16105

Verder in 2020 nr.4

 Corona, what else?

Deze maand valt mij de eer te beurt om deze column te vullen. Mijn gedachten zochten naar in het oog springende actualiteit op mijn vakgebied, het agro-belastingrecht. Maar ook ik kan er niet om h...

 Eikenprocessierups; slechts hinderlijk of bron van schadeclaims?

1. EikenprocessierupsDoor de overlastpiek in 2019 konden de bestrijders van eikenprocessierups (EPR) de aanvragen niet meer aan. Boom- en terreineigenaren zijn zich zorgen gaan maken om de gezondhe...

 Vordering pachtvastlegging; pachtrecht (nog steeds) recht voor de dommen?

In een bijdrage in dit tijdschrift in 2008[2] stelde G.M.F. Snijders de vraag of het (destijds nog) nieuwe pachtrecht is geschreven voor de dommen. Het nieuwe pachtrecht was op 1 septem...

 Corona in de agrarisch juridische praktijk

(prof. mr. D.W. Bruil) Het is bijna onvermijdelijk dat ook in dit tijdschrift aandacht wordt besteed aan de Corona -crisis. Deze crisis raakt velen, qua gezondheid, qua sociaal leve...