Jurisprudentieoverzicht
mr. J.M. Winter-Bossink en mr. N. AmielOnder redactie van mr. J.M. Winter-Bossink en mr. N. Amiel,
met dank aan C. de Groot
Hoge Raad
106. Hoge Raad 12 juni 2020, ECLI:NL:HR:2020:1040 (beëindiging, gebruik gehuurde niet conform bestemming) (mr. A.W. Jongbloed)
De Hoge Raad verwerpt de cassatieklachten op grond van art. 81 RO. Het betrof een huurovereenkomst ter zake van middenstandswinkelruimte. De verhuurder vorderde ontbinding van de overeenkomst en ontruiming van het gehuurde op grond van schending van de bestemmingsbepaling. Het hof wees, in tegenstelling tot de kantonrechter, de vorderingen toe, omdat de huurder in het gehuurde geen souvenirs verkocht maar verdovende middelen, hetgeen strijd oplevert met de bestemmingsbepaling. In cassatie wordt tevergeefs geklaagd over een onjuiste toepassing van de Haviltex-maatstaf, het ten onrechte passeren van stellingen van de huurder, miskenning van de omvang van de rechtsstrijd in appel, miskenning van (de rechtsregels ...
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.