Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte 2020 nr. 6

Contractuele bestemming versus het bestemmingsplan: nietige huurovereenkomst?

mr. drs. G.C.M. Schipper1

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

Het lijkt een gevaarlijke eenvoud te hebben: met de regels van het bestemmingsplan in de hand kan een geslaagd beroep worden gedaan op de nietigheid van de gehele huurovereenkomst. Waardoor niet alleen de contractuele bepalingen maar ook (semi-)dwingend huurrecht buiten spel staan – er moet in dat geval immers worden gehandeld alsof de huurovereenkomst nooit heeft bestaan. Kan dat eigenlijk wel? En waarom zou nietigheid tot zo’n ingrijpend gevolg moeten leiden?

1. Inleiding

Alweer enige tijd geleden meldde zich bij ons kantoor de eigenaar van een autoschadeherstelbedrijf. Cliënt had het familiebedrijf van zijn vader overgenomen en op het eigen perceel stond naast de bedrijfshal de voormalige gezinswoning, die in het toepasselijke bestemmingsplan was aangewezen als ‘bedrijfswoning’; waarom dat van belang is, zal hierna blijken. De cliënt was de woning gaan verhuren aan derden, die niets met het bedrijf van doen hadden. Na verloop van enkele jaren wilde hij de wonin...

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Verder in dit artikel:

1. Inleiding

2. Nietigheden in het huurrecht

2.1. Algemeen

2.2. De ‘ongeoorloofde oorzaak’ en de openbare orde

2.2.1. De ongeoorloofde oorzaak

2.2.2. Inhoud verboden? In zoverre altijd nietig

2.3. Vertaling van de ongeoorloofde oorzaak naar het huidige recht

2.4. Het leerstuk van art. 3:40 BW toegepast op de huurovereenkomst

2.4.1. De rechtshandeling: wat en wanneer?

2.4.2. Tijdstip van de totstandkoming is bepalend

2.4.3. Eens nietig blijft nietig

2.4.4. De ‘latente nietigheid’

2.4.5. Onverbrekelijk verband tussen het nietige deel en de rest?

2.5. Openbare orde komt te hulp bij onduidelijkheid

3. Bestemmingsplannen

3.1. De Wet ruimtelijke ordening

3.2. Wettelijk verbod

3.3. Karakter

4. Is sprake van strijd met de openbare orde?

4.1. Niet elk verbod leidt tot nietigheid

4.2. De strekking van gebruiksvoorschriften

4.3. De overeengekomen prestatie

4.4. De aard van de geschonden norm

4.5. Beginselplicht tot handhaving bij schending

4.6. Handhaving richt zich tot zowel de huurder als de verhuurder

5. Slot

Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
mr. drs. G.C.M. Schipper1
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvHB/16504

Gerelateerde inhoud

Vrij gevonden op trefwoorden:

art. 3:40 BW, nietige huurovereenkomst, strijdig gebruik bestemmingsplan

    Geen gerelateerde artikelen gevonden.

Verder in 2020 nr.6

 Voorwoord

Na vrijwel vanaf het prille begin bij het Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte betrokken te zijn geweest, mocht ik in de zomer van 2015 het stokje van hoofdredacteur overnemen van Marry de Gaa...

 De belangenafweging in kader van de beëindigingsprocedure (II)

Ten tijde van het schrijven van dit artikel is het op de kop af 13 jaar geleden dat ik mijn gedachten liet gaan over de jurisprudentie aangaande de belangenafweging in het kader van de beëi...

 Verbintenissen uit andere bron dan overeenkomst of onrechtmatige daad

1. Introductie van de verbintenissen uit de wet, anders dan uit onrechtmatige daad Dit artikel maakt deel uit van de cyclus huur- en verbintenissenrecht. In deze cyclus wordt aandacht besteed aan d...

 Contractuele bestemming versus het bestemmingsplan: nietige huurovereenkomst?

Het lijkt een gevaarlijke eenvoud te hebben: met de regels van het bestemmingsplan in de hand kan een geslaagd beroep worden gedaan op de nietigheid van de gehele huurovereenkomst. Waardoor niet al...

 Als een extra huurprijs voor een uitbreiding van het gehuurde wordt overeengekomen, kwalificeert dit dan als een nadere huurprijsvaststelling? Het vervolg

In 2018 heb ik in nummer 5 van dit tijdschrift een artikel over dit onderwerp geschreven.[2] Op dat moment hadden twee kantonrechters in Lelystad vonnissen[3] gewezen over de vraag of ...

 Jurisprudentieoverzicht

  Onder redactie van mr. J.M. Winter-Bossink en mr. N. Amiel[1]

 Actualiteiten

Voor de meest actuele informatie omtrent overheidsmaatregelen voor ondernemers en bedrijven in verband met COVID-19, zie https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-covid-19/onderne...