Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte

2020 nr. 6

Redactie

Hoofdredactie

mr. K.M. Verdurmen

Redactie

mr. N. Amiel
mr. V.G.F. Boumans
mr. B.N. Cammelbeeck
mr. A. de Fouw
prof. mr. A.W. Jongbloed
mr. S. van der Kamp
mr. K. Keij
mr. I.C.K. Mol
mr. J.R.M. Nelen
mr. M. van Schie
M. Sloot

Vaste medewerkers

mr. J. le Clercq
mr. K.J.M. Corten
mr. M. Davelaar
mr. I. E. Hofhuis
mr. L. Kruitwagen
mr. C. Otte
mr. A.A.L. Oving
I. Reimert
mr. M. Schröer
B. Ziermans MSc. MRICS

Redactiesecretaris(sen)

mr. A. de Fouw

 

Inleiding

Voorwoord

mr. N. Amiel

Na vrijwel vanaf het prille begin bij het Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte betrokken te zijn geweest, mocht ik in de zomer van 2015 het stokje van hoofdredacteur overnemen van Marry de Gaay Fortman. Met enorm veel plezier heb ik de afgelopen vijf en een half jaar in die hoedanigheid mijn bijdrage geleverd aan dit mooie tijdschrift en ik ben trots op de vele fraaie publicaties die hierin zijn verschenen, zoals in 2016 de cyclus over de ROZ-modellen en in de afgelopen twee jaren de cyclus over huur en verbintenissenrecht. In dezelfde periode is er ook, onder redactie van ... ...lees meer

Artikel

De belangenafweging in kader van de beëindigingsprocedure (II)

mr. J.W. Adriaansens1

Ten tijde van het schrijven van dit artikel is het op de kop af 13 jaar geleden dat ik mijn gedachten liet gaan over de jurisprudentie aangaande de belangenafweging in het kader van de beëindigingsprocedure van een 290-bedrijfsruimte huurovereenkomst.[2] We schrijven oktober 2007, iets meer dan vier jaar nadat het huidige huurrecht werd geïntroduceerd. Dit wordt overigens nog steeds vaak als het nieuwe huurrecht aangeduid, terwijl inmiddels toch hele advocatengeneraties, ondergetekende incluis, nimmer met het oude huurrecht hebben gewerkt. Maar dit terzijde. abonneren of dit artikel kopen.

Verbintenissen uit andere bron dan overeenkomst of onrechtmatige daad

mr. H. Sengers en mr. S. ten Wolde

1. Introductie van de verbintenissen uit de wet, anders dan uit onrechtmatige daad Dit artikel maakt deel uit van de cyclus huur- en verbintenissenrecht. In deze cyclus wordt aandacht besteed aan de doorwerking van de algemene vermogensrechtelijke bepalingen in het huurrecht. Deze bijdrage behandelt de in titel 4 van boek 6 BW opgenomen verbintenissen uit andere bron dan overeenkomst of onrechtmatige daad. Daarbij staat de relevantie van deze verbintenissen voor het huurrecht centraal. Titel 4 van boek 6 BW behandelt de leerstukken zaakwaarneming (6:198 BW), onverschuldig... abonneren of dit artikel kopen.

Contractuele bestemming versus het bestemmingsplan: nietige huurovereenkomst?

mr. drs. G.C.M. Schipper1

Het lijkt een gevaarlijke eenvoud te hebben: met de regels van het bestemmingsplan in de hand kan een geslaagd beroep worden gedaan op de nietigheid van de gehele huurovereenkomst. Waardoor niet alleen de contractuele bepalingen maar ook (semi-)dwingend huurrecht buiten spel staan – er moet in dat geval immers worden gehandeld alsof de huurovereenkomst nooit heeft bestaan. Kan dat eigenlijk wel? En waarom zou nietigheid tot zo’n ingrijpend gevolg moeten leiden? 1. Inleiding Alweer enige tijd geleden meldde zich bij ons kantoor de eigenaar van een autoschadeherstelbedrijf.... abonneren of dit artikel kopen.

Als een extra huurprijs voor een uitbreiding van het gehuurde wordt overeenge...

mr. M. van Heeren1

In 2018 heb ik in nummer 5 van dit tijdschrift een artikel over dit onderwerp geschreven.[2] Op dat moment hadden twee kantonrechters in Lelystad vonnissen[3] gewezen over de vraag of afspraken over een uitbreiding van het gehuurde waarvoor een extra huurprijs was overeengekomen, als een nadere huurprijsvaststelling moest worden gezien. Dit heeft dan als consequentie dat op grond van art. 7:303 lid 1 sub BW weer 5 jaar moet worden gewacht voordat de huurprijs opnieuw kan worden herzien. Beide kantonrechters kwamen mijns inziens ten onrechte tot een bevestigend oorde... abonneren of dit artikel kopen.

Jurisprudentie

ECLI:NL:GHDHA:2020:1331 (ontbinding, wanbetaling, matiging boete) (TvHB 202...

mr. N. Amiel en T. van Tatenhove

Gerechtshof Den Haag 14 juli 2020 ECLI:NL:GHDHA:2020:1331 Hoek van Holland Investment C.V., vertegenwoordigd door Strandbeheer Hoek van Holland B.V. Dit arrest is gewezen door mrs. M.P.J. Ruijpers, E.M. Dousma-Valk en R.F. Groos en is door mr. J.E.H.M. Pinckaers uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 juli 2020 in aanwezigheid van de griffier. Met noot van mr. N. Amiel en T. van Tatenhove Samenvatting abonneren of dit artikel kopen.

ECLI:NL:RBLIM:2020:5431 (afwijkende bedingen, goedkeuring, vernietiging) (T...

I.E. Reimert1

Rechtbank Limburg 24 juli 2020 ECLI:NL:RBLIM:2020:5431   Met noot van I.E. Reimert  Coltex Huur B.V. / Only Stores Holland B.V.   Afwijkende bedingen, goedkeuring, vernietiging, rechtsverwerking De verhuurster verzoekt goedkeuring van een afwijkend beding dat ruim zes jaar daarvoor door de (rechtsvoorgangster van) huurster buitengerechtelijk is vernietigd. De huurster verweert zich tegen ... abonneren of dit artikel kopen.

ECLI:NL:RBLIM:2020:5959 (omzethuur, geen minimumhuur, omzetprognose) (TvHB ...

A. de Fouw1

Rechtbank Limburg 12 augustus 2020 ECLI:NL:RBLIM:2020:5959 Met noot van A. de Fouw  Eiseres / Evenementenhal Venray B.V.   Omzethuur, geen minimumhuur, omzetprognose, veranderingen in de bedrijfsvoering van de huurder, slecht huurderschap, ontbinding, ontruiming De huurder huurt van de verhuurder een evenementenhal (230a-ruimte), waarbij een omzethuur van tien procent is overeengekomen, zonder minimumhuur. Na het sluit... abonneren of dit artikel kopen.

Overig

Deel deze pagina:

Vorige edities

RSS