Green is beautiful! (part 2)
prof. mr. drs. M. Haentjens, mr. A.J.A.D. van den Hurk, mr. G.W. Kastelein en mr. R.K. Pijpers Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.Een jaar geleden brachten wij ook een themanummer uit. Het thema was destijds sustainable finance, oftewel duurzaamheid in de financiële sector. Gekozen was voor een functionele benadering van het thema, door vertegenwoordigers van verschillende maatschappelijke velden hun licht te laten schijnen op het sustainable finance debat. Het nummer was dan ook niet beperkt tot juridische bijdragen.
Inmiddels zijn we een jaar verder en zijn de debatten over duurzaamheid nog onverminderd hevig en actueel. Zo lijken op landelijk niveau de alarmbellen nu daadwerkelijk te zijn afgegaan (zie, bijvoorbeeld, de HJ Schoo lezing van Sigrid Kaag van 6 september 2021), terwijl op Europees niveau de wetgever met zijn Sustainable Finance Package inmiddels een groot pakket maatregelen heeft afgekondigd. Een nieuw themanummer leek dan ook aangewezen. Waar in het vorige themanummer het onderwerp 'duurzaamheid' in meer algemene zin aan de orde was, is het onderwerp van het huidige themanummer specifieker: de rol van de financiële sector ten aanzien van klimaatverandering. Bijzondere aandacht krijgt recent aangenomen Europese regelgeving, waaronder de Transparantieverordening en de Taxonomieverordening. Ook is de benadering van het huidige nummer meer juridisch, en zijn in dit nummer de bijdragen geordend naar rechtsgebied.
Om het kader te schetsen geven de eerste twee bijdragen een overzicht van de vigerende regelgeving, de meest recente ontwikkelingen en een toekomstverwachting. In het eerste artikel trachten Len Blom en Kagan Köktas de vraag te beantwoorden of het te verwachten valt dat het eerdergenoemde Sustainable Finance Package en het daarmee verbonden actieplan van de Europese Commissie zal slagen in het het integreren van (transparantie omtrent) duurzaamheid in de financiële sector. De auteurs identificeren in dat verband vier 'uitdagingen'. In het daaropvolgende artikel kiezen Volkan Capkurt en zijn collega's een internationaal perspectief en bespreken enkele van de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van sustainable finance in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en China.
De volgende twee bijdragen betreffen in hoofdzaak (financiële) verslaggeving, waaraan recente Europese regels nieuwe eisen stellen. Meer in het bijzonder gaan Loes van Dijk en Steven Hijink in hun bijdrage in op het recente voorstel van de Corporate Sustainability Reporting Directive, waarin onder meer een grondslag voor de ontwikkeling van Europese duurzaamheidsstandaarden is opgenomen. Zij betogen dat hoewel de Europese Commissie hiermee een (grote) stap zet om tot Europese harmonisatie op het terrein van duurzaamheidsverslaggeving te komen, het voorstel ook een aantal vragen oproept. Het daaropvolgende artikel van Nancy Kamp-Roelands gaat meer specifiek in op de zogeheten 'assurance-opdracht', die ondernemingen moeten laten uitvoeren door 'auditors' om een zekere mate van zekerheid te verkrijgen ten aanzien van de duurzaamheidsaspecten in de verslaggeving.
De laatste drie artikelen betreffen de afdwingbaarheid van, en rechtsbescherming tegen de recent ingevoerde duurzaamheidsregels. De bijdrage van Minke Hoekstra betreft meer in het bijzonder de Transparantieverordening en de Taxonomieverordening, waarbij de auteur bijzondere aandacht besteedt aan de handhaving daarvan. De privaatrechtelijke handhaving van de Transparantieverordening staat centraal in het artikel van Matthias Haentjens en Lara Ohnesorge. In die bijdrage wordt aan de hand van twee casus de kans op een succesvolle aansprakelijkheidsvordering geanalyseerd. Het themanummer besluit met een bijdrage van Sandra Vermeulen, Saskia Nuijten en Frans van der Eerden over de rechtsbescherming tegen de bestuursrechtelijke handhaving van duurzaamheidsregelgeving. Zij plaatsen daarbij kritische kanttekeningen en spreken de hoop uit dat toezichthouders en onder toezicht staande instellingen elkaar weten te vinden in de aanpak van het complexe probleem van klimaatverandering, en dat zij zo gezamenlijk daadwerkelijk en tijdig de noodzakelijke, maatschappelijke veranderingen teweeg weten te brengen. Wij kunnen ons als redactie daarbij alleen maar aansluiten.
Het voorwoord van het vorige themanummer begon met een citaat van een groene kikker die zong: "It's not easy bein' green (…) When green is all there is to be, It could make you wonder why, but why wonder? Why wonder, I am green and it'll do fine, it's beautiful!" Dit citaat gaf weer dat duurzaamheid een onbetwist agendapunt was geworden op de agenda's van beleidsmakers. Een jaar verder zijn agendapunten vertaald in beleid en regelgeving, maar duidelijk is geworden dat het (nog lang) niet genoeg is. Beleidsmakers raken met andere woorden steeds meer doordrongen van de urgentie van klimaatverandering en vragen zich openlijk af of het allemaal goedkomt als er niet snel wordt ingegrepen.
Het prestigieuze English Heritage instituut heeft heel recent Jim Henson, de geestelijk vader van de zojuist geciteerde kikker, geëerd met een plaquette op het huis waar hij woonde en ook atelier had. Evenzo neemt ook de bestrijding van klimaatverandering steeds institutioneler vormen aan. De verwachting lijkt gerechtvaardigd dat we slechts aan het begin van een ingrijpende ontwikkeling staan. Of u volgend jaar wederom een themanummer over dit onderwerp kan verwachten, durven wij nog niet te zeggen, maar dat met dit nummer het laatste woord nog niet over klimaatverandering en de financiële sector geschreven is, is evident. Wij hopen dat u het huidige themanummer de moeite van het lezen waard acht en dat het u verder brengt in uw denken over, maar vooral ook het bewerkstelligen van duurzaamheid in de financiële sector.