Annotatie bij Hoge Raad 22 juni 2021, nr. 19/04811, ECLI:NL:HR:2021:948 en ECLI:NL:PHR:2021:286
mr. M.T. van der Wulp en mr. M.A. Loenen1Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
Heeft betrokkene uit het feitelijk leidinggeven aan het valselijk opmaken van een bedrijfsadministratie door zijn B.V. voordeel verkregen uit valsheid in geschrift? De Hoge Raad noemt daarbij relevante overwegingen uit eigen rechtspraak, waarin met betrekking tot daadwerkelijk genoten voordeel ingeval een strafbaar feit op zichzelf geen rechtstreeks voordeel oplevert, van belang wordt geacht of het strafbare feit ‘kennelijk ertoe strekt en geëigend is voordeel te genereren’. Oftewel, onder wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in art. 36e Wetboek van Strafrecht kan ook worden begrepen daadwerkelijk genoten voordeel in het geval dat het strafbare feit op zichzelf geen rechtstreeks voordeel oplevert, maar kennelijk ertoe strekt en geëigend is voordeel te genereren (HR 25 mei 1999, ECLI:NL:HR:1999:AK1546 ).
Het hof heeft vastgesteld dat in de administratie van de vennootschap, waarvan de betrokkene enig aandeelhouder en directeur was, valse factur...
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.