De online bestelomgeving van de Europese stempel
mr. dr. E.D.C. Neppelenbroek1 Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.Wie op internet aan consumenten zijn waren aanbiedt, moet aan nogal wat regels voldoen. De online bestelomgeving is juist voor het Europese consumentenrecht een aanjager geweest. Het is wat wringen voor de praktijk. Hoe krijgen handelaren die websites kloppend zonder dat ze zo volgehangen worden met juridische fijnzinnigheden dat de moed de consument in de schoenen zinkt om iets in de webwinkel te bestellen? Je kunt zelfs de vraag stellen: is het consumentenrecht er wel voor de consumenten?
In sommige gevallen is dat laatste duidelijk: het herroepingsrecht dat we vinden in art. 6:230o BW is bijvoorbeeld een heel hanteerbaar instrument. De consument bestelt online zes paar schoenen en stuurt vijf daarvan 'zonder opgave van redenen' terug. Duurzaam? Nou nee, maar wel makkelijk.2
Maar dan die informatieplichten… Ze vullen de wettenbundels aardig op. Kijk maar eens in artikelen 3:15d lid 1 BW, 6:227b en c BW, 6:230c BW, 6:230m en v BW… En dan heb ik het nog niet over de regelingen inzake de oneerlijke handelspraktijken en de algemene voorwaardenregeling, en al helemaal niet over de regels inzake cookie- en privacy policies. Het zal de consumenten trouwens vrijwel altijd worst wezen. Die zijn tevreden, ofwel omdat ze krijgen wat ze willen hebben, ofwel omdat ze terugsturen wat ze niet willen hebben. En als de consument belazerd is en zijn spullen helemaal niet geleverd heeft gekregen, dan was het afkeurenswaardige gedrag van de handelaar niet te voorkomen geweest door het invoeren van ellenlange informatieplichten.
Wat wil de Europese wetgever met informatieplichten zoals die uit de richtlijn consumentenrechten bereiken? Hier moeten we ons realiseren dat het "project Europa" in de kern bestaat uit het proces tot Europese eenwording. Consumentenbescherming dient niet alleen of misschien zelfs niet in de eerste plaats de emancipatie van de consument, maar ook of juist het vertrouwen in de grensoverschrijdende markt. De Europese wetgever ziet richtlijnen en verordeningen als instrumenten voor het invoeren van hoogstaande eenvormigheid, een 'Europees stempel'. De consument koopt dus in Europese ogen idealiter in een EU-gebenchmarkte online bestelomgeving via een EU-gecertificeerd elektronisch identificatiestelsel een product dat aan alle EU-kwaliteits- en veiligheidskeurmerken voldoet. De consument zou niet minder af mogen zijn als hij iets koopt via een Nederlandse, Duitse, Ierse of Spaanse bestelomgeving – even afgezien van de niet eenvormig te krijgen meertaligheid van die dekselse Europeanen.
De Europese jurisprudentie over de informatieplichten laveert tussen soepele hanteerbaarheid en star micro-management.3 De Hoge Raad schippert wat aan door de rechterlijke praktijk van prijskortingen bij ambtshalve toetsing van informatieplichten te sanctioneren.4 Er is, al bij al, een weinig vaste koers.
Dit stukje is natuurlijk te kort om de problematiek rondom de informatieplichten helemaal uit te pluizen, maar ga er even voor zitten: ik ga lekker kort door de bocht. De privaatrechtelijke handhaving moet zuinig zijn. De burgerlijke rechter zou pas moeten aanslaan als het ontbreken van informatie de consument daadwerkelijk zou kunnen duperen.5 Het is daarenboven niet de taak van de burgerlijke rechter om er (ambtshalve) voor te zorgen dat een online bestelomgeving een Europees stempel verdient. Dat publiekrechtelijke eenwordingsdoel moet worden bereikt door (van voldoende geld en menskracht voorziene) bestuursrechtelijke autoriteiten, in Nederland: de ACM. Idealiter zouden bestelomgevingen alleen live mogen na een positieve uitslag van een (periodiek uit te voeren) test op het halen van dit Europese stempel. Ter vergelijking: waarom moet ik een vergunning hebben als ik een schuur wil neerzetten, maar hoef ik dat niet als ik een bestelomgeving wil neerzetten?
Bij rechterlijke toetsing achteraf moet de hoogste prioriteit liggen bij de meest concrete informatieplichten, waarbij ik nadrukkelijk wijs op art. 6:230v lid 2 en lid 3 BW.6 Het moet in de bestelomgeving voor de consument niet te missen zijn dat hij moet betalen, wat hij moet betalen, wat hij daarvoor krijgt en (eventueel) hoe lang hij eraan vastzit. O ja, en een werkend telefoonnummer is ook wel handig.7 Juist bij deze informatieplichten is het consumentenrecht er inderdaad voor de consumenten.