Toezicht op waarborg- en garantiefondsen
mr. E.P.M. Joosen*
Op de valreep van de behandeling van de Wet op het
financieel toezicht (‘Wft’) in de Tweede Kamer, is in het
wetsvoorstel nog een opmerkelijke aanvulling gekomen, het
toezicht op waarborg- en garantiefondsen. Deze fondsen
zijn ingevolge volgens deze aanvulling schadeverzekeraar en
dienen sinds 1 januari 2007 een volwaardige vergunning als
schadeverzekeraar aan te vragen. De desbetreffende bepalingen
zijn opgenomen in artikelen 2:27 lid 4, 3:6 en 4:2a Wft.
Uit een in opdracht van het
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
Ministerie van Financiën in de
zomer van 2006 door het SEO van de Universiteit van
Amsterdam uitgevoerd onderzoek1, bleek dat er in de sector
circa 200 waarborg- en garantiefondsen werkzaam zijn.
Sommige van deze fondsen hebben landelijke bekendheid.
Te denken valt aan de in de memorie van toelichting
genoemde Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen die de
Nationale Hypotheek Garantie verstrekt. Andere bekende
en minder bekende voorbeelden zijn: de Stichting Garantiefonds
Reisgelden (SGR) van de Algemene Nederlandse
Vereniging van Reisondernemingen (ANVR), De Stichting
Waarborgfonds Koopwoningen die de GIW Garantie- en
waarborgregeling toepast voor verkochte nieuwbouwwoningen,
de Stichting Waarborgfonds Motorverkeer voor het
claimen van onverhaalbare schade als gevolg van ongevalschade
aan motorrijtuigen, het Waarborgfonds Kinderopvang
voor het verstrekken van waarborgen ter financiering
van kinderopvanginstellingen, de Stichting Waarborgfonds
BVE voor het verstrekken van waarborgen in het
kader van scholenbouw in het beroepsonderwijs en de
Stichting Waarborgfonds HBO voor de bekostiging van
HBO-instellingen.
Uit het SEO-onderzoek en voor dit artikel door mij onderzochte
statuten, reglementen en overeenkomsten van enkele
van de hiervoor genoemde fondsen, blijkt dat de fondsen
zich in de praktijk op diverse wijzen organiseren. De meeste
fondsen zijn georganiseerd als stichting, sommige als vereniging
en een enkel fonds als vennootschap onder firma. De
fondsen zijn blijkens het SEO-onderzoek actief in zeer
diverse sectoren in de samenleving. De grootste groep (circa
20%) houdt zich bezig met het verstrekken van garanties en
waarborgen in het kader van woningbouw en interieurverzorging.
Daarnaast is een groot aantal werkzaam in het
onderwijs (16%), de reis- en vervoersector (15%), recreatie
en vrijetijdsbesteding (13%), zorg en welzijn (10%) en land-
en tuinbouw (3%). De restcategorie (ongeveer een kwart
van de door SEO onderzochte groep fondsen) treedt in zeer
diverse sectoren op, zoals de ICT-sector en autoschadereparatie.
De activiteiten van de waarborg- en garantiefondsen vallen,
grofweg, uiteen in twee soorten. In het ene geval kunnen bij
de waarborg- of garantieregeling aangesloten belanghebbenden
een beroep doen op het fonds, indien door bijzondere
omstandigheden degene die verantwoordelijk en aansprakelijk
is voor het leveren van de goederen of diensten aan de
belanghebbende niet presteert of niet langer het vermogen
heeft te presteren (bijvoorbeeld door insolventie). In het
andere geval treedt een waarborg- of garantiefonds op als
borg of als garant naast de hoofdschuldenaar, bijvoorbeeld
in het kader van een bedrijfsfinanciering. Door de borg of
garantie is de hoofdschuldenaar in staat financiering onder
aantrekkelijke voorwaarden aan te trekken. Gemeenschappelijk
kenmerk van waarborg- en garantiefondsen is, derhalve,
dat deze instellingen een vermogen opbouwen door
middel van contributie, omslag of premieheffing, welk
vermogen kan worden aangesproken door belanghebbenden
die bij het waarborg- of garantiestelsel zijn aangesloten. De
aanspraak op uitkering is doorgaans een voorwaardelijke
vordering op het fonds, uit te keren in contanten of in
natura, nadat zich uitzonderlijke omstandigheden hebben
voltrokken. Uit het SEO-onderzoek blijkt, dat in de meeste
gevallen de uitkeringen beperkt blijven tot bedragen van
minder dan € 10 000 per gebeurtenis.
Waarborg- en garantiefondsen worden daarbij op zeer diverse
wijzen gefinancierd. In de meeste gevallen bestaat er
een contributieheffing of omslagregeling binnen de groep
bedrijven die werkzaam is in de sector waarvoor het fonds
werkzaam is. In sommige gevallen is er sprake van subsidiëring
door de overheid. In een derde variant worden er
premies of omslagbedragen geheven bij de uiteindelijke
(particuliere) consument van de goederen of diensten waarvoor
het waarborg- of garantiestelsel in het leven is geroepen.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.