mr. E.P.M. Joosen*
Op de valreep van de behandeling van de Wet op het
financieel toezicht (‘Wft’) in de Tweede Kamer, is in het
wetsvoorstel nog een opmerkelijke aanvulling gekomen, het
toezicht op waarborg- en garantiefondsen. Deze fondsen
zijn ingevolge volgens deze aanvulling schadeverzekeraar en
dienen sinds 1 januari 2007 een volwaardige vergunning als
schadeverzekeraar aan te vragen. De desbetreffende bepalingen
zijn opgenomen in artikelen 2:27 lid 4, 3:6 en 4:2a Wft.
Uit een in opdracht van het Ministerie van Financiën in de
zomer van 2006 door het SEO van de Universiteit van
Am... abonneren of dit artikel kopen.
mr. drs. R. Stijnen*
Aan de AFM1 en DNB2 is de taak toebedeeld om toezicht te
houden op de financiële markten. Zij doen dit onder meer
door betrouwbaarheidseisen te stellen aan bestuurders, beleidsbepalers
of gekwalificeerde aandeelhouders van financiële
instellingen. Deze betrouwbaarheidstoetsing van bestuurders
e.a. – als vorm van preventieve bestuurlijke
rechtshandhaving3 – heeft plaats in de verschillende financieeltoezichts-
en integriteitswetten en kan zich richten tot
de financiële instellingen in de vorm van de weigering of
intrekking van een benodigde vergunning voor het verrichten
... abonneren of dit artikel kopen.
mr. J.L.S.M. HillenDe afgelopen jaren zijn alle cliënten door hun banken
benaderd met de oproep om bij een van de kantoren
langs te komen teneinde de bank de gelegenheid te geven
hun identiteit (opnieuw) vast te stellen. Voor de banken
is dit een majeure operatie geweest waaraan hoge kosten
zijn verbonden. Van natuurlijke personen en rechtspersonen
vergde deze operatie een extra inspanning, terwijl
deze operatie bij hen veel vragen opriep waarop uiteenlopende
antwoorden werden gegeven. Het is de vraag of
deze omvangrijke operatie nodig is geweest. In deze
bijdrage wordt op deze vraag ingegaan en wor... abonneren of dit artikel kopen.
mr. R.K. PijpersTijdens een door het ministerie van Financiën op
8 december van het vorige jaar gehouden feest ter gelegenheid
van de totstandkoming van de Wet op het
financieel toezicht (‘Wft’) deed minister Zalm een even
openhartige als opmerkelijke uitspraak: nadat de
Tweede Kamer akkoord was gegaan met de door hem
voorgestelde hervorming van het toezicht, heeft hij alle
op de totstandkoming van de Wft betrekking hebbende
kamerstukken ‘blind’ getekend. Dit onder het motto dat
als er iets niet goed zou zijn, hij dat wel te horen zou
krijgen.
abonneren of dit artikel kopen.
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. drs. M. Hosemann*Tussen klager en verweerder bestond een adviesrelatie. Als
uitgangspunt nam de Commissie dat klager in beginsel zelf
verantwoordelijk moet worden gehouden voor de gang van
zaken met betrekking tot zijn beleggingen. Voorts was de
Commissie van mening dat klager een redelijke kennis van
zaken niet kon worden ontzegd, nu hij ten tijde van het
aangaan van de relatie met verweerder werkzaam was bij een
grote buitenlandse bankinstelling en vanaf januari 2002
algemeen directeur was bij een effectenbank in Nederland.
Zijn doelstelling was het realiseren van vermogensgroei en
van zodanige ... abonneren of dit artikel kopen.
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. drs. M. Hosemann*Het beroep was gericht tegen de tussenuitspraak van de
Klachtencommissie DSI van 16 maart 2005. Tussen belanghebbende
en de deelnemer bestond sinds eind 1999 een
adviesrelatie. In dat kader was op 2 februari 2000 een
beleggingsprofiel opgesteld: Risk-Return Moderate 6. Op 3
februari 2000 had een medewerker van de deelnemer aan
belanghebbende per fax een bericht betreffende preferente
aandelen Unilever gezonden. Het ging in het faxbericht om
door Unilever uitgegeven preferente aandelen die na 5 jaar
onder meer konden worden geconverteerd in nieuwe gewone
aandelen. Op grond van dit ... abonneren of dit artikel kopen.
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. drs. M. Hosemann*Van Lanschot had voor Corbeek c.s. een beleggingsvoorstel
geformuleerd op basis waarvan partijen een adviesrelatie zijn
aangegaan. Tot het voorstel behoorde het advies 55% in
aandelen te beleggen. Corbeek c.s. betoogden dat dit advies
te risicovol was gelet op de pensioendoelstelling van het te
beleggen vermogen. Het hof verwierp dit verwijt en wees
erop dat het Corbeek c.s. duidelijk had kunnen zijn dat een
eventuele pensioendoelstelling niet in het beleggingsvoorstel
was opgenomen. Daarbij kwam volgens het hof dat het
voorstel niet in strijd was met een pensioendoelstelling. Ten
... abonneren of dit artikel kopen.
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. drs. M. Hosemann*Tussen X en Van Lanschot bestond sinds 1994 een adviesrelatie.
Eind 1999 heeft X zijn onderneming verkocht en een
bedrag van NLG 3,7 mio op de effectenrekening bijgestort.
In die periode werd ook tussen partijen een cliëntovereenkomst
inzake valutatermijncontracten gesloten, boekte X
een bedrag van NLG 1 mio van de effectenrekening over
naar een andere bank en beschikte X over een pensioen-BV
met een vermogen van ca. NLG 800 000. De waarde van de
effectenportefeuille van X steeg aanvankelijk in 2000, maar
daalde daarna sterk in de tweede helft van dat jaar. Eind
2000 heeft tussen ... abonneren of dit artikel kopen.
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. drs. M. Hosemann*Eiser had met een vermogensbeheerder een overeenkomst
tot vermogensbeheer gesloten. Omdat de vermogensbeheerder
geen bankstatus had, mocht deze geen gelden of effecten
van cliënten aanhouden. De beheerder bracht eiser daarom
in contact met Van Lanschot, waar een rekening werd
geopend met het oog op het vermogensbeheer dat de
beheerder voor eiser ter hand zou nemen. Eiser stelde zich
op het standpunt dat Van Lanschot onrechtmatig jegens
hem heeft gehandeld door in strijd met art. 25 NR 1995
opdrachten van de beheerder tot effectentransacties uit te
voeren terwijl de beheerder nog n... abonneren of dit artikel kopen.
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. drs. M. Hosemann*Verweerders in cassatie hadden met het NoordNederlands
Effectenkantoor (‘NNEK’) een relatie van vermogensbeheer,
in het kader waarvan belegd werd volgens de zogeheten
Premselaar-methode. Verweerders stelden zich op het standpunt
dat NNEK haar zorgplicht jegens hen had geschonden
door onvoldoende te wijzen op de risico’s van deze, deels op
beleggen met geleend geld, gebaseerde beleggingsmethode.
Bij tussenvonnis heeft de rechtbank NNEK toegelaten tot
het bewijs dat verweerders bij de intakegesprekken zijn
gewezen op de risico’s van de Premselaar-methode en dat zij
bij die gesprekke... abonneren of dit artikel kopen.
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. drs. M. Hosemann*Eisers hadden met Mondiaen Capital Management
(‘MCM’) een overeenkomst tot vermogensbeheer gesloten
in het kader waarvan een beleggingsstrategie met een gematigd
risico werd afgesproken. Eisers waren in de procedure
van mening dat MCM te risicovol heeft belegd, niet voldoende
financiële instrumenten tot afdekking van de risico’s
heeft ingezet en zich schuldig heeft gemaakt aan provisiejagen.
De rechtbank overwoog dat eisers bij brief van 6
september 2001 al kenbaar hadden gemaakt te beseffen dat
aan het afgesproken beheer risico’s waren verbonden en die
risico’s te aanvaarden en d... abonneren of dit artikel kopen.
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. drs. M. Hosemann*Cakmak had in juni 2001 met Aegon een overeenkomst van
effectenlease gesloten. Aangezien de kantonrechter van mening
was dat de overeenkomst kwalificeerde als een overeenkomst
van huurkoop, was voor het aangaan van die overeenkomst
de toestemming nodig van Pektas, de echtgenoot van
Cakmak. Pektas had die toestemming niet, althans niet
schriftelijk, gegeven en riep in oktober 2005 de nietigheid
van de overeenkomst op deze grond in. Dit beroep werd
door de kantonrechter verworpen, aangezien de verjaringstermijn
voor een beroep op art. 1:88 BW drie jaar is en
aanvangt op het moment d... abonneren of dit artikel kopen.
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. drs. M. Hosemann*Y had met Aegon een overeenkomst van effectenlease
afgesloten en stelde zich in de procedure onder meer op het
standpunt dat die overeenkomst onder de reikwijdte van de
Wck viel en Aegon dus een vergunning als bedoeld in art. 9
Wck nodig had. De kantonrechter overwoog dat de overeenkomst
kwalificeerde als een krediettransactie in de zin
van de Wck, omdat er sprake was van een geldkrediet.
Daarnaast meende de kantonrechter dat de overeenkomst
niet viel onder de uitzonderingsbepaling van art. 4 lid 1 sub
h Wck. De kantonrechter volgde vervolgens het verweer van
Aegon dat het niet-be... abonneren of dit artikel kopen.
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. drs. M. Hosemann*Op 1 februari 2005 kwam Frans Maas na beurs naar buiten
met een winstwaarschuwing voor de jaarcijfers van 2004. Er
werden in het persbericht geen concrete bedragen vermeld.
Frans Maas gaf als oorzaak van de winstwaarschuwing een
voorziening die getroffen moest worden om een eerder
geopenbaarde fraudezaak in Spanje af te handelen en aan
teleurstellende resultaten in Spanje en Frankrijk. Als gevolg
van deze winstwaarschuwing daalde de koers. Op 16 maart
2005 heeft Frans Maas de resultaten over heel 2004 gepubliceerd,
waarin werd bekendgemaakt dat zij een verlies heeft
geleden. Een e... abonneren of dit artikel kopen.
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. drs. M. Hosemann*Bij besluit van 22 april 2003 heeft de AFM aan effecteninstelling
A meegedeeld dat haar inschrijving in het register als
cliëntenremisier werd doorgehaald, omdat de betrouwbaarheid
van B en C als dagelijksbeleidbepalers van A niet meer
buiten twijfel stond. Nadat de AFM bij besluit van 20
augustus 2003 het bezwaar van A ongegrond had verklaard,
heeft de rechtbank het beroep van A tegen laatstbedoeld
besluit gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd.
De rechtbank was van mening dat de AFM onvoldoende
aannemelijk had gemaakt dat A zich in de periode
waarop zij als cliënt... abonneren of dit artikel kopen.
mr. T.G.A. Alferink, mr. P. Kerckhaert en mr. D. van der StamWetgeving
Wet toezicht financiële verslaggeving (Stb. 2006, 569)
Op 23 november 2006 is de Wet toezicht financiële verslaggeving
in het Staatsblad gepubliceerd.
Wet implementatie kapitaalakkoord Bazel 2
(Stb. 2006, 613)
Op 7 december 2006 is de Wet implementatie kapitaalakkoord
Bazel 2 in het Staatsblad gepubliceerd. Voor meer
informatie over deze wet wordt verwezen naar deze rubriek
in TFR 2006-10.
Invoerings- en aanpassingswet Wet op het financieel
toezicht (Stb. 2006, 605)
Op 7 december 2006 is de Invoerings- en aanpassingswet
Wet op het financieel toezicht in het Staa... abonneren of dit artikel kopen.
mr. T.G.A. Alferink, mr. P. Kerckhaert en mr. D. van der StamOverige nationale regelgeving
Ministerie van Financiën – Wft
Besluit aangewezen staten Wft (Stcrt. 22 november 2006,
nr. 228, p. 9)
De Wft kent een verlicht toezichtregime voor beleggingsinstellingen
en clearinginstellingen met zetel in een staat
waarin toezicht wordt uitgeoefend dat in voldoende mate
waarborgen biedt ten aanzien van de belangen die de Wft
beoogt te beschermen. Dit besluit van de Minister van
Financiën van 13 november 2006 betreft aanwijzing van
staten waarin dergelijk adequaat toezicht wordt uitgeoefend
op banken, beleggingsinstellingen en clearinginstelli... abonneren of dit artikel kopen.
mr. T.G.A. Alferink, mr. P. Kerckhaert en mr. D. van der StamRegelgeving Europa
Europese Commissie
Verordening (EG) nr. 1787/2006 van 4 december 2006 tot
wijziging van de prospectusverordening (EG) nr. 809/2004
(PbEU 2006, L337/17)
Artikel 35 van de Prospectusverordening bevat de overgangsbepaling
die regelt dat uitgevende instellingen uit
derdelanden tot 1 januari 2007 onder bepaalde voorwaarden
zijn vrijgesteld van de verplichting om de in prospectussen
voor de aanbieding van effecten aan het publiek in de
lidstaten of voor de toelating tot de handel op een gereglementeerde
markt op te nemen historische financiële informatie
aan t... abonneren of dit artikel kopen.
mr. T.G.A. Alferink, mr. P. Kerckhaert en mr. D. van der StamOverige stukken en berichten
Ministerie van Financiën
Beleidslijn verklaringen van geen bezwaar markten in
financiële instrumenten in Nederland (Stcrt. 22 december
2006, nr. 250, p. 15)
Deze beleidslijn van de Minister van Financiën betreft de
verklaring van geen bezwaar (vvgb) voor een gekwalificeerde
deelneming in een houder van een markt in financiële
instrumenten in Nederland op grond van artikel 5:32 van de
Wft. De beleidslijn bevat de technische en beleidsneutrale
omzetting van de eerdere beleidslijn terzake onder het Wteregime
(Stcrt. 28 juni 2001, nr. 122, p. 9). De... abonneren of dit artikel kopen.
mr. T.G.A. Alferink, mr. P. Kerckhaert en mr. D. van der StamLiteratuur
Nederlandse tijdschriften
A.G. van Dijk, ‘Financieringsmaatschappijen onder de Wet
op het financieel toezicht’, Vennootschap & Onderneming
2006, afl. 12, p. 227.
E.L.A. van Emden, ‘Bank die te goeder trouw betalingsopdrachten
uitvoert na faillissement van zijn cliënt wordt niet
beschermd’, Tijdschrift voor Insolventierecht 2006, nr. 6 (44),
p. 214–215.
C.J. Groffen, ‘Verantwoording uitoefening stemrecht door
institutionele beleggers’, Vennootschap & Onderneming
2006, afl. 12, p. 234.
T. Hartlief, ‘Zicht op toezichthoudersaansprakelijkheid na
Linda en Vie ... abonneren of dit artikel kopen.