Tijdschrift voor Financieel Recht 2007 nr. 1/2

NoordNederlands Effectenkantoor B.V./Anoniem

mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. drs. M. Hosemann*

Verweerders in cassatie hadden met het NoordNederlands Effectenkantoor (‘NNEK’) een relatie van vermogensbeheer, in het kader waarvan belegd werd volgens de zogeheten Premselaar-methode. Verweerders stelden zich op het standpunt dat NNEK haar zorgplicht jegens hen had geschonden door onvoldoende te wijzen op de risico’s van deze, deels op beleggen met geleend geld, gebaseerde beleggingsmethode. Bij tussenvonnis heeft de rechtbank NNEK toegelaten tot het bewijs dat verweerders bij de intakegesprekken zijn gewezen op de risico’s van de

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

Premselaar-methode en dat zij bij die gesprekken hebben aangegeven dat het te beleggen geld voor hen beschikbaar was. Tegen dit (en een ander) tussenvonnis heeft NNEK hoger beroep ingesteld. In eerste aanleg had NNEK aangevoerd dat zij aan haar verplichtingen heeft voldaan en dat zij heeft gehandeld overeenkomstig de op haar rustende zorgplicht. Verweerders hebben dit betwist en op basis van die betwisting had de rechtbank NNEK bewijs van haar stelling opgedragen. Naar de mening van het hof was deze bewijslastverdeling terecht. Het hof was van oordeel dat NNEK met de stelling dat zij heeft voldaan aan de op haar rustende zorgplicht een beroep deed op een bevrijdende omstandigheid, waarvan de bewijslast op NNEK rustte. Deze overweging getuigde naar de mening van de Hoge Raad van een onjuiste rechtsopvatting. De omstandigheid dat NNEK zich heeft verweerd tegen de vordering met het betoog dat zij wel degelijk aan haar zorgplicht tegenover verweerders heeft voldaan, bracht naar de mening van de Hoge Raad niet mee dat NNEK de feiten moet bewijzen die zij aan dit verweer ten grondslag heeft gelegd. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het Hof Amsterdam van 2 juni 2005 en verwees het geding naar het Hof te ’s-Gravenhage ter verdere behandeling en beslissing.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Jurisprudentie
Organisatie
Hoge Raad
Auteurs
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. drs. M. Hosemann*
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Onderwerp
vermogensbeheer, Premselaar-methode, bewijslastverdeling
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:FR/3281

Verder in 2007 nr.1/2

 Toezicht op waarborg- en garantiefondsen

Op de valreep van de behandeling van de Wet op het financieel toezicht (‘Wft’) in de Tweede Kamer, is in het wetsvoorstel nog een opmerkelijke aanvulling gekomen, het toezicht op w...

 De betrouwbaarheidstoetsing van bestuurders van financiële instellingen door de AFM en DNB

Aan de AFM1 en DNB2 is de taak toebedeeld om toezicht te houden op de financiële markten. Zij doen dit onder meer door betrouwbaarheidseisen te stellen aan bestuurders, beleidsbepalers...

 Rondom het nieuws; Identificatie

De afgelopen jaren zijn alle cliënten door hun banken benaderd met de oproep om bij een van de kantoren langs te komen teneinde de bank de gelegenheid te geven hun identiteit (opnieuw) vast te s...

 Wetgevingsprogramma 2007 op het terrein van de financiële markten

Tijdens een door het ministerie van Financiën op 8 december van het vorige jaar gehouden feest ter gelegenheid van de totstandkoming van de Wet op het financieel toezicht (‘Wft’) deed minister Z...