Tijdschrift voor Financieel Recht 2007 nr. 1/2

Euronext/Frans Maas

mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. drs. M. Hosemann*

Op 1 februari 2005 kwam Frans Maas na beurs naar buiten met een winstwaarschuwing voor de jaarcijfers van 2004. Er werden in het persbericht geen concrete bedragen vermeld. Frans Maas gaf als oorzaak van de winstwaarschuwing een voorziening die getroffen moest worden om een eerder geopenbaarde fraudezaak in Spanje af te handelen en aan teleurstellende resultaten in Spanje en Frankrijk. Als gevolg van deze winstwaarschuwing daalde de koers. Op 16 maart 2005 heeft Frans Maas de

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

resultaten over heel 2004 gepubliceerd, waarin werd bekendgemaakt dat zij een verlies heeft geleden. Een en ander had te maken met de afwikkeling van de fraudezaak in Spanje en correctie op een belastinglatentie. Als gevolg van dit persbericht daalde de koers. De afdeling Compliance & Investigation (‘Compliance’) van Euronext heeft onderzoek gedaan naar de naleving van het toenmalige artikel 28h Fondsenregelment door Frans Maas in de periode voorafgaand aan de publicatie van het persbericht van 1 februari 2005. In het kader van een eerder onderzoek van Compliance was aan Frans Maas om een nadere toelichting gevraagd. Frans Maas heeft bij brief van 11 februari 2003 aangegeven dat in de loop van 2002 vermoedens gerezen waren ten aanzien van manipulaties bij de Spaanse vestiging welke in een onderzoek op verzoek van Frans Maas door een accountantsorganisatie bevestigd waren. Het management van de Spaanse vestiging was daarop ontslagen. Het cumulatieve vermogensverlies werd begroot op ca. € 6 miljoen, maar door de reële verhaalsmogelijkheden zou er geen materiële invloed zijn op het resultaat van Frans Maas. Volgens de bevindingen van Compliance bestond de situatie bij Frans Maas uit twee onderwerpen voortkomend uit de fraudezaak bij Frans Maas in Spanje, namelijk (1) de ontslagprocedure van de Spaanse werknemers en (2) de vermogensschade welke zowel de accountant als de verzekeringsmaatschappij van Frans Maas weigerden te vergoeden. De totale kosten van de ontslagprocedure bedroegen € 0,9 miljoen. Met de verzekeraar en de accountant werd een schikking getroffen voor een totaalbedrag van € 1,4 miljoen, waarbij bij ieder van deze twee partijen een claim door Frans Maas was ingediend voor € 2,9 miljoen. Compliance was van mening dat het accepteren van een beperkt schikkingsbedrag ten opzichte van het vermogensverlies een indicatie gaf dat het geheel door Frans Maas in maart 2003 te positief was ingeschat. Compliance wees erop dat Frans Maas uiteindelijk niet heeft gekozen voor het starten van een rechtszaak tegen de verzekeraar. Compliance kwam ten aanzien van punt 1 tot de conclusie dat Frans Maas een persbericht had dienen te publiceren op of kort na de datum van de uitspraak in hoogste aanleg van de rechtszaak inzake de ontslagprocedure. Nu Frans Maas dit heeft nagelaten was Compliance van mening dat Frans Maas artikel 28h van het Fondsenreglement kennelijk heeft overtreden. Compliance was ten aanzien van punt 2 van mening dat Frans Maas een persbericht had dienen te publiceren op of kort na de datum van ontvangst van het uiterste schikkingsvoorstel van de verzekeraar, dan wel op of kort na de datum van ontvangst van de brief van de juridisch adviseur van Frans Maas. Nu Frans Maas dit heeft nagelaten was Compliance van mening dat Frans Maas artikel 28h Fondsenreglement kennelijk heeft overtreden. Frans Maas meende dat zij de winstwaarschuwing tijdig had gegeven en dat er vóór 1 februari 2005 voor haar in dit geval geen verplichting bestond openbare mededelingen te doen. Frans Maas betwistte dan ook dat zij artikel 28h Fondsenreglement heeft overtreden. Ten aanzien van de mening van Compliance dat Frans Maas na de datum van de uitspraak in hoogste aanleg van de rechtszaak inzake de ontslagprocedure een persbericht had dienen te publiceren meende Frans Maas dat ter zake reeds een voorziening was getroffen. Na aftrek van deze voorziening leidde de uitspraak tot een last van € 500 000. Deze werd door de leiding van Frans Maas als niet materieel beschouwd en ter zake was dan ook geen afzonderlijk persbericht uitgegeven. Met betrekking tot het tweede verwijt van Compliance was Frans Maas van mening dat de enkele omstandigheid dat een wederpartij op wie Frans Maas een vordering had, deze vordering afwees en een uiterst schikkingsvoorstel heeft gedaan, geen omstandigheid was die koersgevoelig was en onmiddellijk gepubliceerd moest worden. Bovendien werd vóór 1 februari 2005 nog onderhandeld met de verzekeraar. Daarnaast was Frans Maas van mening dat de bedoelde last overigens op zichzelf beschouwd niet koersgevoelig was. Per saldo ging het slechts om een verlies van € 1 miljoen en dat bedrag moest in het geheel van de financiële huishouding van Frans Maas als niet materieel worden beschouwd. Frans Maas concludeerde ten aanzien van het tweede verwijt dat eveneens geen sprake was van een kennelijke overtreding van artikel 28h Fondsenreglement. In haar repliek heeft Euronext aangegeven dat voor de beantwoording van de vraag of op enig moment sprake was geweest van een kennelijke overtreding van artikel 28h Fondsenreglement van belang was of er sprake was van een belangrijke invloed op de koers van het aandeel Frans Maas. Euronext was van mening dat in dit verband niet de omzet en bedrijfskosten als maatstaf voor de materialiteit moesten gelden, maar veeleer het nettoresultaat. Ter zitting heeft een vertegenwoordiger van Frans Maas gesteld dat in de verhouding tussen Euronext en Frans Maas er weliswaar sprake was van een privaatrechtelijke overeenkomst maar dat deze berustte op de Europese Richtlijn die aan de Richtlijn Marktmisbruik voorafging. Volgens Frans Maas kwam aan Euronext niet meer de bevoegdheid toe om op verzoek van de uitgevende instelling een uitstel van openbaarmaking toe te staan. Volgens Frans Maas viel dit ook in de onderhavige procedure onder de eigen verantwoordelijkheid van de uitgevende instelling. Euronext heeft aan de Commissie advies gevraagd over de naleving van het toenmalige artikel 28h Fondsenreglement door Frans Maas in de periode tot het persbericht van 1 februari 2005. De Commissie was van oordeel dat Frans Maas artikel 28h Fondsenreglement heeft overtreden door niet uiterlijk 28 december 2004 een openbare mededeling te doen en dat Frans Maas daarmee tekort was geschoten in haar informatieverstrekking aan het beleggende publiek. Hierbij overwoog de Commissie in eerste plaats dat naar haar oordeel op of kort na 22 november 2004 in voldoende mate vaststond dat de ontslagprocedure van de Spaanse werknemers onherroepelijk tot een hogere schadepost had geleid dan door Frans Maas was verwacht en dan waarvoor door haar een voorziening was getroffen. Deze schadepost achtte de Commissie op zichzelf bezien echter niet voldoende materieel ten opzichte van het resultaat van Frans Maas. De Commissie was voorts van oordeel dat Frans Maas uiterlijk 28 december 2004 toen zij een in geringe mate van diens voorstel afwijkend tegenvoorstel deed aan de verzekeraar, beschikte over zodanig concrete en specifieke informatie over de redelijkerwijs te verwachten uitkomsten van de schikkingsonderhandelingen met de verzekeraar dat zij hierover een openbare mededeling kon en had moeten doen. De Commissie was voorts van oordeel dat het beroep van Frans Maas op gestelde niet-toepasselijkheid van het toenmalige artikel 28 Fondsenreglement, althans van de daaruit voortvloeiende verplichting om vooraf aan Euronext ontheffing van de verplichting tot onverwijlde publicatie te vragen, faalde. De Commissie achtte het niet aannemelijk geworden dat de Richtlijn Marktmisbruik directe werking zou moeten worden gegeven in de verhouding tussen Frans Maas en Euronext. Daarnaast was de Commissie van oordeel dat Frans Maas in het onderhavige geval geen rechtmatig belang had bij uitstel van openbaarmaking na 28 december 2004. De Commissie concludeerde dat in het aan haar te beoordelen voorgelegde geval sprake was van een kennelijke overtreding van het toenmalige artikel 28h Fondsenreglement door Frans Maas. Gezien de duur, aard en omvang van de begane kennelijke overtreding achtte de Commissie de maatregel van de schriftelijke waarschuwing van Euronext aan Frans Maas aangewezen.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Jurisprudentie
Organisatie
Adviescommissie Fondsenreglement Euronext
Auteurs
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. drs. M. Hosemann*
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Onderwerp
kennelijke overtreding van artikel 28h Fondsenreglement (oud)
Bron
JOR 2006/291
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:FR/3285

Verder in 2007 nr.1/2

 Toezicht op waarborg- en garantiefondsen

Op de valreep van de behandeling van de Wet op het financieel toezicht (‘Wft’) in de Tweede Kamer, is in het wetsvoorstel nog een opmerkelijke aanvulling gekomen, het toezicht op w...

 De betrouwbaarheidstoetsing van bestuurders van financiële instellingen door de AFM en DNB

Aan de AFM1 en DNB2 is de taak toebedeeld om toezicht te houden op de financiële markten. Zij doen dit onder meer door betrouwbaarheidseisen te stellen aan bestuurders, beleidsbepalers...

 Rondom het nieuws; Identificatie

De afgelopen jaren zijn alle cliënten door hun banken benaderd met de oproep om bij een van de kantoren langs te komen teneinde de bank de gelegenheid te geven hun identiteit (opnieuw) vast te s...

 Wetgevingsprogramma 2007 op het terrein van de financiële markten

Tijdens een door het ministerie van Financiën op 8 december van het vorige jaar gehouden feest ter gelegenheid van de totstandkoming van de Wet op het financieel toezicht (‘Wft’) deed minister Z...