Tijdschrift voor Agrarisch Recht
1998 nr. 7/8
Van Setten / Van den Brink (TvAR 1998/4923)
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
Pachtwet, art. 38, 39, 41
Klacht over slecht onderhoud. Uit niets blijkt dat eerder sprake is geweest van gegronde klachten ter zake en de ten processe geuite klacht beperkt zich in feite tot het seizoen 1996; in dat seizoen was inderdaad sprake van enige achterstand in het onderhoud, maar dat hield verband met ziekte van de pachter en is door hem hersteld zodra dat mogelijk was; het land ligt er thans goed bij. Onvoldoende grond voor conclusie dat de bedrijfsvoering niet is geweest zoals het een goed pachter betaamt. Geen bijzonder extensief grondgebruik, zeker niet in de zin dat uit dien hoofde sprake zou zijn van een niet goede bedrijfsvoering. Persoonlijk gebruik door de verpachter en diens zoons voldoende aannemelijk en uitvoerbaar, doch niet van overwegende betekenis. Verlies gepachte is ernstige aantasting van maatschappelijk bestaan van de pachter. Billijkheid: belang van de pachter weegt het zwaarst. Verlenging met zes jaar. Als einddatum van de pachtovereenkomst moet worden aangehouden 28 februari en daarvan moet bij de bere-
kening van de zesjarige termijn worden uitgegaan.
UÂ heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.
Bijlage(n)
- Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.