Tijdschrift voor Agrarisch Recht 1989 nr. 5

Bestuur en raad van commissarissen van de coöperatie

Mr. R.C.J. Galle

- DE COÖPERATIE Bij gelegenheid van de invoering van de structuurregeling voor grote coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen is de wettelijke definitie van de coöperatie gewijzigd.1 Deze definitie - art. 53 lid 1 - kent geheel andere elementen dan de definities van de NV en de BV - art. 64 en art. 175. Niet de aansprakelijkheid van de kapitaalverschaffers - aandeelhouders - staat centraal, doch de specifieke doelstelling van de rechtspersoon en de wijze waarop de

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

vervulling van dat doel dient te worden nagestreefd. In de nieuwe definitie is de terminologie gewijzigd. Het begrip coöperatie wordt geïntroduceerd, zij het dat die coöperatie nog immer wordt aangemerkt als vereniging. De bepalingen van de voorafgaande afdeling van Boek 2, Titel 2, Verenigingen, zijn van toepassing - art. 53a. Mitsdien is bij een juridische duiding van de coöperatie ook de definitie van de vereniging, zoals die voorkomt in art. 26, van belang. Lid 2 van art. 26 oud bepaalde: 'Een vereniging die niet is een coöperatieve vereniging of een onderlinge waarborgmaatschappij mag niet tot doel hebben het maken van winst ter verdeling onder de leden.' Art. 26 lid 2 nieuw bepaalt: 'Een vereniging mag geen winst onder haar leden verdelen.' Zie hier het cruciale onderscheid tussen de vereniging en de coöperatie. In zowel de nieuwe als de oude definitie komen we tegen het 'zich... ten doel stellen in bepaalde stoffelijke behoeften van haar leden te voorzien' in samenhang met het 'in het bedrijf dat zij te dien einde te hunnen behoeve uitoefent of doet uitoefenen' . Een en ander dient te worden bewerkstelligd door middel van het sluiten van overeenkomsten met de leden. Hier raken wij een essentieel kenmerk van de coöperatie. De wetgever veronderstelt een economische interactie tussen de coöperatie en het lid en wel doordat er overeenkomsten worden gesloten met die leden door de coöperatie 'in het bedrijf dat zij' - die coöperatie - 'ten hunnen behoeve uitoefent of doet uitoefenen'. Zowel de oude als de nieuwe definitie staat de coöperatie toe - althans wanneer in die mogelijkheid statutair is voorzien - soortgelijke overeenkomsten met derden af te sluiten, zij het in beperkte mate. Dientengevolge heeft de coöperatie een besloten karakter, of indien de statuten dat mogelijk maken, een beperkt besloten karakter. Samenvattend blijken essentiële kenmerken van de coöperatie te zijn: - de verenigingsvorm; - het voorzien in stoffelijke behoeften van haar leden als doel; - het nastreven hiervan door met de leden overeenkomsten te sluiten in het kader van de bedrijfsuitoefening; - het tot slechts op zekere hoogte kunnen afsluiten van soortgelijke overeen komsten met derden. Er wordt wel op gewezen dat de coöperatie een dualistisch karakter heeft. Zij is zowel een vereniging, als een onderneming. Het kenmerkende hierbij bestaat daaruit dat door het bestaan van die vereniging de vraag- of aanbodzijde van de onderneming, afhankelijk van het type coöperatie, in belangrijke mate bij voorbaat is geobjectiveerd, zeker als er een leverings- of afnameplicht bestaat. Er kan een intern dispuut ontstaan indien met de vraag- of aanbodzijde wordt omgegaan op een wijze die strikt genomen in het belang is van de onderneming, zonder daarbij voldoende acht te slaan op de identiteit van die vraag- of aanbodzijde, te weten die van een coöperatieve vereniging. Een voorbeeld: het invoeren van een kwantumtoeslag - dat wil zeggen een korting of hogere opbrengst bij een respectievelijk grotere afname of grotere leverantie - kan door de algemene vergadering ervaren worden als in strijd zijnde met 'het coöperatieve beginsel', terwijl de directie van de onderneming - het bestuur - meent dat de invoering daarvan is geboden om de grotere leden ervan te weerhouden zaken te doen met anderen dan de coöperatie. Er wordt in dit artikel aandacht geschonken aan het functioneren van het bestuur en de raad van commissarissen tegen de achtergrond van een juridische duiding van de coöperatie. Zo wordt onderzocht of het afstand nemen van de vennootschapsrechtelijke beginselen bij het inrichten van de bestuurlijke organisatie van een coöperatieve onderneming wel in het belang is van de leden. Immers, de bijzondere ondernemingssoort wordt als argument gebruikt om het bestuur en het commissariaat een andere positie toe te bedelen dan welke zij hebben in een niet-coöperatieve onderneming. Ook wordt bezien of een geringere mate van werknemersinspraak — zo daar al sprake van is - resp. het toebedelen van kwaliteitszetels in het commissariaat aan leden, kan worden gerechtvaardigd met het bijzondere karakter van de coöperatie. Achtereenvolgens komen aan de orde: - het bestuur; - het bestuur en de algemene vergadering; - de structuurwetgeving; - het commissariaat van de grote coöperatie - het verzwakte structuurregime; - ledendominantie - 2/3 criterium; - strategische besturing en het wettelijke stramien.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
Mr. R.C.J. Galle
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvAR/6250

Verder in 1989 nr.5

 Bestuur en raad van commissarissen van de coöperatie

- DE COÖPERATIE Bij gelegenheid van de invoering van de structuurregeling voor grote coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen is de wettelijke definitie van de coöperatie gew...

 Heeft de coöperatieve vereniging een januskop?

De coöperatieve vereniging is een van die boeiende fenomenen, zoals je die ook aantreft bij de intellectuele eigendomsrechten, waar dynamische economische processen in juridische vorme...

 Over coöperatieve samenwerkingsverbanden en de positie van derzelver leden

1.1. Meer dan vroeger wordt de coöperatie heden ten dage beschouwd vanuit een economisch-analytisch gezichtspunt. Dat lijkt mij, juist voor een gecompliceerde rechtsvorm als de coöp...