Tijdschrift voor Agrarisch Recht 1989 nr. 5

Heeft de coöperatieve vereniging een januskop?

Mr. Jaap N. Kras mba

De coöperatieve vereniging is een van die boeiende fenomenen, zoals je die ook aantreft bij de intellectuele eigendomsrechten, waar dynamische economische processen in juridische vormen gegoten moeten worden, oude discussies zich in nieuwe nuances herhalen en soms onverwachte paden inslaan. Juist dat grensvlak tussen economie en recht, algemeen en individueel belang is zo interessant, omdat economische gedragingen vaak leiden tot creatieve gedragingen, die toch weer gebed moeten worden in juridische kaders. Bekend is de discussie

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

in coöperatie-kring van collectief lidmaatschap1 en, algemener, de verschuiving van de grenzen tussen natuurlijke en rechtspersonen. Boeiend dus omdat de steeds veranderende economische gedragingen zich niet altijd even makkelijk laten vangen in statische definities en regels. Zonder me bij voorbaat te excuseren, kan ook ik niet anders dan beamen, dat wat prof. mr. E.M. Meyers in 1907 al verzuchtte: 'Een goede definitie te geven van een coöperatieve vereniging zal wel steeds een onmogelijkheid blijven.' Dit is hem vijftig jaar later dan ook niet helemaal gelukt in ons huidige art. 53,2 boek 2 BW: 'Onder coöperatieve vereniging wordt verstaan een vereniging, die zich ten doel stelt in bepaalde stoffelijke behoeften van haar leden te voorzien door met hen overeenkomsten te sluiten in het bedrijf dat zij te dien einde ten behoeve van haar leden uitoefent of doet uitoefenen. De statuten kunnen de vereniging veroorloven soortgelijke overeenkomsten met derden te sluiten, doch dit mag niet in een zodanige mate geschieden dat de overeenkomsten met de leden voor het bedrijf slechts van ondergeschikte betekenis zijn.' Omschrijft de wetgever wel wat een coöperatieve vereniging is, een definitie van een gewone vereniging wordt niet gegeven. Art. 26 boek 2 biedt zodanige aanknopingspunten dat gesteld kan worden dat een vereniging tot stand wordt gebracht door een meerzijdige rechtshandeling. Het is een rechtspersoon met leden. Deze leden werken samen volgens overeengekomen regels om een bepaald doel te realiseren, niet zijnde het behalen van onder elkaar te verdelen winst.2 Naast de 'gewone' vereniging van art. 26 boek 2 BW kent de wet nog enkele specifieke met name genoemde familieleden in de coöperatieve vereniging: de onderlinge waarborgmaatschappij en de vereniging van eigenaars. Deze bijdrage beperkt zich tot de coöperatieve vereniging. Dit is op zichzelf reeds uitdagend genoeg, want het begrip 'coöperatieve vereniging' is geen afgerond rechtsbegrip. 3

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
Mr. Jaap N. Kras mba
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvAR/6251

Verder in 1989 nr.5

 Bestuur en raad van commissarissen van de coöperatie

- DE COÖPERATIE Bij gelegenheid van de invoering van de structuurregeling voor grote coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen is de wettelijke definitie van de coöperatie gew...

 Heeft de coöperatieve vereniging een januskop?

De coöperatieve vereniging is een van die boeiende fenomenen, zoals je die ook aantreft bij de intellectuele eigendomsrechten, waar dynamische economische processen in juridische vorme...

 Over coöperatieve samenwerkingsverbanden en de positie van derzelver leden

1.1. Meer dan vroeger wordt de coöperatie heden ten dage beschouwd vanuit een economisch-analytisch gezichtspunt. Dat lijkt mij, juist voor een gecompliceerde rechtsvorm als de coöp...