Tijdschrift voor Financieel Recht 2009 nr. 7/8

De nieuwe provisieregelgeving voor financiële intermediairs

mr. E.P. Roelofsen*

Provisies vormen een wijze van beloning of vergoeding voor de werkzaamheden die financiële intermediairs1 verrichten in het kader van het bemiddelen of adviseren van een consument ter zake van een financieel product. Het is gebruikelijk dat die provisies door de aanbieder van een product aan een financiële intermediair wordt verschaft. In dit systeem van provisies schuilt volgens de wetgever een risico van beloninggedreven ‘kleuring’ van het advies dat door bemiddelaars wordt gegeven. Met andere woorden

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

er bestaat een risico dat een financiële intermediair voor de consument niet het beste product adviseert,maar zich bij het adviseren laat leiden door (de hoogte van) de provisie. Door de inwerkingtreding van een aantal wijzigingen van het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen (Bgfo)2 op 1 januari 2009 zijn er voor complexe producten en hypothecaire kredieten nieuwe regels van toepassing op provisies die beogen het risico van beloninggedreven kleuring van het advies te ondervangen. Deze nieuwe provisieregels zullen worden beschreven in onderstaand artikel. In het Bgfo zijn ook andere aanpassingen doorgevoerd, maar die worden verder niet behandeld.3 De gedachte achter de nieuwe provisieregels is dat de op het gebied van provisies tussen bemiddelaars en aanbieders van financiële producten vrijelijk tot stand gekomen afspraken toelaatbaar zijn, zolang de consument hierin voldoende inzicht wordt geboden en de kwaliteit van de dienstverlening voorop staat.4 Dit inzicht wordt met name geboden door de invoering van de verplichting om nominale beloningstransparantie te verstrekken als bedoeld in art. 58, lid 1, Bgfo. Met nominale beloningstransparantie wordt bedoeld dat een bemiddelaar voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst betreffende een complex product of hypothecair krediet een consument moet informeren over de exacte (dus absolute en niet relatieve) hoogte van de provisie die een aanbieder daarvoor betaalt. Bovendien moeten financiële intermediairs beschikken over een dienstverleningsdocument als bedoeld in art. 149b Bgfo. Dit document moet de aard en de reikwijdte van de geboden dienstverlening beschrijven. Daarnaast moet informatie worden gegeven over de verschillende wijzen van beloning (onderscheiden naar soort financieel product) alsmede een specificatie van de hoogte van de beloning. Om er voor te zorgen dat de kwaliteit van de dienstverlening voorop staat heeft de wetgever een inhoudelijke regel voor provisies geformuleerd in art. 149a Bgfo. Op grond van deze bepaling mag geen provisie worden verstrekt of ontvangen die niet noodzakelijk is voor het verlenen van de betreffende dienst of deze mogelijk maakt. Deze bepaling geldt niet als de provisie door de consument wordt verstrekt in plaats van door de aanbieder.5 Ook is dit verbod niet van toepassing indien de provisie inzichtelijk is en deze de kwaliteit van de betreffende dienst ten goede komt en deze vergoeding geen afbreuk doet aan de verplichting van de aanbieder, bemiddelaar of adviseur om zich in te zetten voor de belangen van de cliënt. De regeling verbiedt dus provisies die een prikkel kunnen zijn voor financiële intermediairs om niet in het belang van de cliënt te handelen. Naast een beschrijving van deze provisieregels zal ik in dit artikel ook ingaan op de onlangs verschenen leidraden van de AFM die betrekking hebben op de provisieregelgeving voor financiële intermediairs. Het gaat om de ‘Concept leidraad passende provisie financiële dienstverleners’ (leidraad passende provisie) van 18 mei 2009 van de AFMen de ‘Leidraad dienstverleningsdocument’ van de AFMvan juni 2009.6Deze leidraden hebben overigens niet de status van een beleidsregel en ze hebben dan ook geen formele juridische status.7 Bovendien gaat het, in het geval van de leidraad passende provisies nog maar om een concept waar eventueel nog aanpassingen in zullen worden doorgevoerd. Desalniettemin bieden beide leidraden wel een goed aanknopingspunt om te bezien hoe de AFM vooralsnog aankijkt tegen een aantal knelpunten in de praktijk met betrekking tot de huidige regelgeving. Eveneens zal de Consultatieversie Nota van toelichting Bgfo kostentransparantie van 20 februari 2009 kort besproken worden. Ten slotte zal ik ingaan op de brief van de Minister van Financiën van 16 juni 2009 waarin de stand van zaken met betrekking tot de aanpassing van de provisieregelgeving wordt weergegeven.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
mr. E.P. Roelofsen*
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:FR/8042

Verder in 2009 nr.7/8

 Schuld en boete

Onder de titel ‘Aandeelhouder niet hoofdschuldig aan crisis’ verscheen in het Financieele Dagblad van 3 juli jl. een interview van Marcel Hooft van Huysduynen met Jos Streppel, de nieuwe voorzitt...

 Opeising of weigering van krediet en uitwinning van zekerheden door een bank

Indien een onderneming zich in financiële problemen bevindt, zal de bank die aan die onderneming (hierna: de kredietnemer) een krediet heeft verstrekt zich mogelijk beraden over de...

 De nieuwe provisieregelgeving voor financiële intermediairs

Provisies vormen een wijze van beloning of vergoeding voor de werkzaamheden die financiële intermediairs1 verrichten in het kader van het bemiddelen of adviseren van een consument ...

 Dilemma’s rond Engelse aandelen die via Euroclear Nederland worden aangehouden

Custody, clearing en settlement worden steeds internationaler. Beleggers beleggen steeds meer in effecten die in een ander land worden bewaard en waarvan ook de handel in het buiten...

 Uitspraak van de Hoge Raad in effectenlease-zaken

In nummer 2009-4 van dit tijdschrift heb ik aandacht besteed aan de conclusies van de AdvocaatGeneraalDe Vries Lentsch- Kostense in de rechtszaken tegen Levob1, Dexia2 en Aegon Ban...

 Aansprakelijkheidsvragen rond het prospectus: van Groningen tot Rome II

Behoudens de uitzonderingen genoemd in de art. 5:3 en 5:4 Wft en in de op art. 5:5Wft gebaseerde Vrijstellingsregeling1, is het verboden in Nederland effecten aan te bieden aan het ...

 Nieuws

In deze rubriek worden ontwikkelingen op het terrein van het effectenrecht en ander financieel recht gesignaleerd die betrekking hebben op de periode medio mei 2009 tot en met medio juli 2009.

 Rondom het nieuws Het toezicht van DNB op Icesave

Op 16 juni 2009 heeft minister Bos het onderzoeksrapport van Du Perron en De Moor - van Vugt naar de gang van zaken rondom Icesave naar de Tweede Kamer gestuurd. In het rapport worden antwoorden...