Beleggen: (g)een loterij zonder nieten?
mr. F.R.H. van der Leeuw, mr. J. W. van Rijswijk en mr. A. E. E. Verspyck Mijnssen
De Klachtencommissie DSI (hierna: de 'Commissie')
bestaat sinds 1999 en biedt een goedkope en laagdrempe-
lige rechtsgang aan particuliere, niet-professionele beleg-
gers voor geschillen op het gebied van effectendienstver-
lening. De Commissie kan alleen klachten in behandeling
nemen tegen bij het Dutch Securities Institute aangesloten
instellingen - alle leden van Euronext zijn verplicht lid van
DSI -waarop de Commissie een bindend advies geeft1.
Voordien konden deze geschillen worden voorgelegd aan
de Klachtencommissie Optiebeurs of aan
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
de Klachtencom-
missie Effectenbedrijf. Onlangs verscheen het jaarverslag
over 1998-2000 van de Commissie, waarin onder andere
een overzicht van de jurisprudentie over de periode 1998-
2000 is opgenomen. Dit artikel biedt een overzicht van de
hoofdlijnen van de jurisprudentie van de Commissie over
2001 en 2002 (enkele uitzonderingen daargelaten) zoals
gepubliceerd in het Uitsprakenblad en voorzover daarin
nog niet gepubliceerd, op de website van de Commissie2.
De laatste jaren lijkt onder (particuliere) beleggers in
toenemende mate de indruk te zijn ontstaan dat beleggen
een loterij zonder nieten is. Hiermee hangt wellicht samen
dat beleggers de Commissie lijken te zien - zo blijkt uit veel
klachten -als een instelling waar men zijn koersverlies kan
terugvorderen op basis van 'toverwoorden' als margin,
zorgplicht, kredietovereenkomst of pensioen. Uit de door
ons bestudeerde jurisprudentie blijkt echter dat de Com-
missie veel klachten afwijst of slechts beperkt toewijst.
Daarmee is allerminst gezegd dat de Commissie beleg-
gersonvriendelijk is, met name de oordeelsvorming van de
Commissie wijst daar niet op. Wellicht vanwege de laag-
drempeligheid van de Commissie besluiten veel beleggers
verliesgevende transacties ter beoordeling aan de Com-
missie voor te leggen onder het motto baat het niet, dan
schaadt het niet. Dit resulteert in een relatief groot aantal
onredelijke enlof onvoldoende gemotiveerde klachten, die
de Commissie afwijst. Daarom is het misschien niet geheel
toevallig dat er zich recentelijk een tendens lijkt voor te
doen om klachten eerder voor te leggen aan de civiele
rechter, waar in beginsel minder specifieke deskundigheid
is samengebald. Als de belegger zijn klacht voorlegt aan
de Commissie is daarmee de gang naar rechtbank afgeslo-
ten en vice versa (art. 6.2 Reglement Klachtencommissie
DSI).
Behalve de invloed van de rechtspraak van de Commissie
is voor instellingen uiteraard ook de effectenwetgeving
maatgevend. Aan (gedrags)regels die inmiddels hun weg
hebben gevonden in de Nadere Regeling gedragstoezicht
effectenverkeer 2002 (hierna: 'NR') geeft de Commissie
veelal een nadere uitleg. Men denke dan bijvoorbeeld aan
artikel 28 NR, het 'know your customerl-principe, het
sluiten van posities, het bewaken van zekerheden, de
eigen verantwoordelijkheid van beleggers en de kwaliteit
van gegeven advies of gevoerd beheer.
Volledige toewijzing van een vordering - dan wel veroor-
deling tot betaling van de volledig geleden schade, door
de Commissie overigens doorgaans anders berekend dan
door de belegger - komt relatief weinig voor en dan nog
pas bij evidente misslagen van de instelling. Toewijzing
van de vordering vindt vaak plaats in geval van het geven
van onvoldoende of onjuiste informatie3, het zonder gel-
dige reden te lang wachten met de uitvoering van een
order waardoor koersverlies wordt geleden4, nalatigheid
bij het informeren van de belegger indien de instelling een
opdracht gewijzigd uitvoert5, niet wijzen op risico's bij
risicovolle transacties6, adviseren te beleggen in een risi-
covol fonds terwijl de belegger duidelijk had gemaakt
geen risico te willen lopen en met een laag rendement
genoegen te willen nemen7, het niet wijzen op een op
aandelen rustende restricties of het niet informeren over
alternatieve mogelijkheden om stukken te verkopen indien
de door de belegger voorgestane wijze van verkoop
onmogelijk is9.
De rechtsgang bij de Commissie onderscheidt zich van de
meeste bindendadviesprocedures door de mogelijkheid
van hoger beroep, waartoe de Commissie van Beroep DSI
is ingesteld. Uit het aantal gepubliceerde uitspraken blijkt
dat slechts in een zeer beperkt aantal gevallen hoger
beroep wordt ingesteld. De meeste klagers in hoger
beroep worden niet ontvankelijk verklaard omdat niet is
voldaan aan de vereisten voor hoger beroep zoals vervat
in art. 5 en 6 van het Reglement van beroep Dutch
Securities Institute. Van een tendens in de jurisprudentie
van de Commissie van Beroep kan dan ook nog niet
worden gesproken. De belegger kan slechts hoger beroep
instellen indien de vordering in eerste aanleg ten minste
€ 100.000 bedroeg en is afgewezen, voor niet meer dan
25% is toegewezen of indien het afgewezen gedeelte
minimaal € 100.000 bedraagt. De instelling kan hoger
beroep instellen indien de vordering ten minste € 100.000
bedroeg en voor minimaal 25% dan wel € 100.000 is
toegewezen, of indien van het bindend advies van de
Commissie een dusdanige precedentwerking uitgaat voor
de instelling of de bedrijfstak dat het financieel belang
daarvan groter is dan € 5 miljoen. Daarnaast zijn beide
partijen in geval van hoger beroep een financiële bijdrage
verschuldigd.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.