Tijdschrift voor Financieel Recht 2002 nr. 10

Nieuwe regels voor houdster- en financieringsmaatschappijen

mr. P. L. A. M. Schroeder

Rond de jaarwisseling werd financieel Nederland verrast door een wijziging' van de ministeriële regeling (hierna: de 'Ministeriële Regeling') van 4 februari 1993 ex artikel 1 lid 3 van de Wet toezicht kredietwezen 1992 (hierna: 'Wtk'). De wijziging richtte zich op de naar schatting van de Minister van Financiën ongeveer 10.000 houdster- en financierings- maatschappijen (ook wel bekend als Bijzondere Financiële Instellingen of BFl's) die in Nederland zijn gevestigd. Deze vennootschappen maken veelal deel uit van

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

een interna- tionaal concern en zijn veelal 'tussengeschakeld' om fis- cale redenen. Zij trekken geld aan van binnen het concern of daarbuiten (maar meestal buiten Nederland) en zetten dit geld, meestal buiten Nederland, binnen enlof buiten concern uit. Zij profiteren van de afwezigheid van Neder- landse bronbelasting op betaalde rente, van (via belasting- verdragen) gereduceerde buitenlandse bronbelasting op ontvangen rente en van de, thans vervallen maar jaren- lang bestaan hebbende, rulingpraktijk op grond waarvan men in standaardsituaties het recht had standaardmarges te hanteren voor de berekening van de belastbare winst. De marges waren standaardpercentages welke, afhankelijk van de grootte, herkomst en bestemming van de geleende gelden, varieerden van eenvierde tot ééntweeëndertigste procent van de geleende bedragen. Ook thans is Neder- land nog steeds aantrekkelijk voor concernfinancierings- maatschappijen omdat het ook zonder een ruling mogelijk is een betrekkelijk bescheiden belastbare winst op te geven voor activiteiten op het gebied van concernfinancie- ring. Tussenhoudstermaatschappijen, waarvan de aandelen gehouden worden door een buitenlandse moeder en die zelf aandelen houden in buitenlandse dochter- of andere groepsmaatschappijen kiezen Nederland als vestigings- plaats vanwege fiscale faciliteiten zoals de dividendbelas- ting, deelnemingsvrijstelling, en het uitgebreide netwerk van verdragen tot voorkoming van dubbele belasting. Buitenlandse dividenden worden aldus in Nederland ont- vangen onder aftrek van (eventueel tot nul) gereduceerde buitenlandse dividendbelasting, zijn in Nederland vrijge- steld van belasting en kunnen aan de buitenlandse moe- der worden uitgekeerd onder aftrek van (eventueel tot nul) gereduceerde Nederlandse dividendbelasting. De omweg via Nederlandse concernfinancieringsmaatschappijen of tussenhoudstermaatschappijen kan een buitenlands, inter- nationaal opererend, concern een aanzienlijke belasting- besparing opleveren. Deze maatschappijen vielen vanouds onder de definitie van 'kredietinstelling' als bedoeld in de Wtk maar konden traditiegetrouw rekenen op vrijstellingen onder bepaalde voorwaarden. Deze voorwaarden betreffen voornamelijk de geldgevers waarvan en de wijze waarop, gelden wor- den aangetrokken en de wijze waarop gelden worden besteed. De vrijstellingen zijn in de loop der tijden gewij- zigd en uitgebreid. De wijzigingen van december 2001 hadden een geheel ander karakter dan de voorgaande. Geïnspireerd door de gebeurtenissen van 11 september 2001 en de daarop losgebarsten strijd tegen het terrorisme, richtten zij zich op de interne organisatie van de Nederlandse vennootschap zelve en op transparantie van de achterliggende (rechts)personen. Deze wijzigingen behoeven thans geen bespreking; op een enkele uitzondering na zijn zij inmid- dels ingetrokken ter gelegenheid van de introductie van de Vrijstellingsregeling Wet toezicht kredietwezen 1992 (hierna: de 'Vrijstellingsregeling') van 26 juni 2002'. Deze trad in werking gelijktijdig met de wijzigingen van de Wtk in verband met de invoering van bedrijfseconomisch toe- zicht op instellingen voor elektronisch geld. De Vrijstel- lingsregeling behandelt alle vrijstellingen van de verboden uit de Wtk. Hier worden alleen die vrijstellingen besproken die op houdster- en financieringsmaatschappijen betrek- king hebben. De nieuwe Vrijstellingsregeling is niet de enige noviteit op dit gebied; ongeveer gelijktijdig daarmee werd door De Nederlandsche Bank een document gepubliceerd, genaamd 'Beleidsregel kernbegrippen markttoetreding en handhaving Wtk 1992' (hierna: de 'Beleidsregel') waarin een nadere uitleg en omschrijving is gegeven van enkele relevante begrippen uit de Wtk en de Vrijstellingsregeling. Net als de Vrijstellingsregeling is de Beleidsregel samen- gesteld uit een aantal artikelen met een artikelsgewijze toelichting. Waar blijkens de toelichting op de Vrijstellings- regeling de bedoeling vooropstond om 'de vrijstellingen van de wet eenvoudiger en overzichtelijker' weer te geven, wordt deze bedoeling door de Beleidsregel doorkruist. Voor goed begrip van de regelgeving op dit moment dient men de artikelen van de Vrijstellingsregeling, de door de Minister van Financiën gegeven toelichting op deze artike- len, de relevante artikelen uit de Beleidsregel van De Nederlandsche Bank, alsmede de toelichting van De Nederlandsche Bank op die artikelen grondig door te nemen. Een voorbeeld is de behandeling van het begrip 'profes- sionele marktpartijen'. Hiervan geeft de Vrijstellingsrege- ling een definitie met een toelichting, terwijl de Beleidsre- gel elementen van deze definitie nader definieert en uitlegt en verder uitgebreid ingaat op de vraag wanneer men wordt geacht aan te trekken van professionele marktpar- tijen waarbij nadere inhoudelijke voorschriften worden gegeven die de Vrijstellingsregeling niet zozeer uitleggen als wel wijzigen en uitbreiden. Is deze wijze van presenteren niet gelukkig te noemen, ook inhoudelijk valt op sommige punten van de nieuwe regel- geving enige kritiek te leveren.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
mr. P. L. A. M. Schroeder
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:FR/994

Verder in 2002 nr.10

 Het gebruik van de privatieve last bij de inrichting van beleggingsfondsen

Een beleggingsfonds is geen rechtspersoon. Het is een overeenkomst sui generis tussen de bewaarder, de beheerder en één of meerdere beleggers - ook wel deelne- mers of participante...

 Beleggen: (g)een loterij zonder nieten?

De Klachtencommissie DSI (hierna: de 'Commissie') bestaat sinds 1999 en biedt een goedkope en laagdrempe- lige rechtsgang aan particuliere, niet-professionele beleg- gers voor geschil...

 Nieuwe regels voor houdster- en financieringsmaatschappijen

Rond de jaarwisseling werd financieel Nederland verrast door een wijziging' van de ministeriële regeling (hierna: de 'Ministeriële Regeling') van 4 februari 1993 ex artikel 1 lid 3 va...