Tijdschrift voor Internetrecht 2013 nr. 2

De implementatie van het nieuwe regime voor overeenkomsten op afstand. Is de wetgever te ver doorgeschoten wat betreft de levering van digitale inhoud?

Christoph Jeloschek en Veerle van Druenen*

In nummer 1 van 2012 van dit tijdschrift1 hebben we al uit­voerig stil gestaan bij de richtlijn betreffende consumen­tenrechten van 25 oktober 2011, die een nieuw regime voor overeenkomsten op afstand introduceert (hierna: de Richt­lijn).2 Daardoor worden, kort gezegd, de twee centrale on­derwerpen van het bestaande regime, de informatieplichten van de handelaar en het herroepingsrecht van de consument, in lijn gebracht met nieuwe technische ontwikkelingen en worden er onduidelijkheden bij de toepassing van de be­staande

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

regels gladgestreken. Bij elke richtlijn rijst vervolgens de vraag hoe de wetgever deze gaat implementeren, oftewel in het nationale rechtsstel­sel om zal zetten. Hoewel men geneigd zou zijn te denken dat de omzetting van de Richtlijn in het licht van de maxi­mumharmonisatie geen stof meer op zou doen waaien - de nationale wetgever is immers in beginsel niet vrij om meer of minder strikte bepalingen te implementeren die tot een ander niveau van consumentenbescherming leiden3 - werpt het recente wetsvoorstel enkele interessante (rechts)vragen op.4 Dit heeft enerzijds te maken met de manier waarop de wet­gever bepaalde concepten uit de Richtlijn interpreteert én vervolgens omzet, en anderzijds met de wetstechnische dan wel systematische keuzes die bij deze ‘vertaling’ worden gemaakt. Bij het laatste valt op dat de wetgever de Richt­lijn mede als aanleiding neemt om op zeker één fundamen­teel punt meer duidelijkheid dan wel rechtszekerheid te ver­schaffen, namelijk voor wat betreft de inhoudelijke regels die van toepassing zijn op de levering van digitale inhoud. Opvallend is daarbij dat deze wetswijziging noch door de Richtlijn,5 noch door de (door de wetgever aangehaalde) ju­risprudentie voorgeschreven is. In deze bijdrage zal de nadruk liggen op de rechtsvragen die de voorgestelde omzetting van de Richtlijn op het terrein van overeenkomsten op afstand opwerpt.6 Daarbij zullen we niet nogmaals in detail op de regels uit de Richtlijn ingaan.7 Deze zullen slechts summier aan de orde komen, met name waar de omzetting naar Nederlands recht aanleiding geeft tot terugkoppeling met de Richtlijn. Daarnaast zullen we stilstaan bij de beoogde verruiming van het toepassingsbereik van het consumentenkooprecht als ge­volg van het van toepassing verklaren daarvan op de leve­ring van digitale inhoud.8 Opmerkelijk is dat deze stap in het kielzog van de omzetting van de Richtlijn heeft plaatsgevon­den, hoewel deze dit niet heeft voorgeschreven of anderszins vereist. Kennelijk vindt de wetgever het noodzakelijk om de levering van alle digitale inhoud (dus niet slechts software) - en daarmee een groot spectrum aan tegenwoordig via het in­ternet geleverde diensten - onder de regels voor consumen­tenkoop te scharen. De manier waarop dit is vormgegeven is naar onze mening geen goed doordachte keuze, die boven­dien meer vragen opwerpt dan zij oplost. We zullen eerst stilstaan bij de voorgestelde manier van om­zetting, dus de plaats van de nieuwe regels voor overeen­komsten op afstand en enkele andere wetstechnische keuzes (onder 2). Vervolgens zullen we de omzetting van de nieu­we regels zelf bespreken en ons daarbij beperken tot moge­lijke knelpunten bij de implementatie van de Richtlijn (on­der 3). Daartoe zullen we ingaan op de vraag of de wetgever de Richtlijn correct heeft omgezet, zowel wat betreft even­tuele strijdigheden met de Richtlijn zelf, als ook wat betreft bepaalde ongelukkige ‘dogmatische’ keuzes die daarbij zijn gemaakt (onder3.1 en 3.2). Daarna zullen we in detail stil staan bij de regels voor de levering van digitale inhoud (on­der 4). We zullen deze bijdrage met enkele conclusies afslui­ten (onder 5).

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
Christoph Jeloschek en Veerle van Druenen*
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:IR/10489

Verder in 2013 nr.2

  Fascinerend, fascinerender, …, the smart grid!

Fascinerend is het nieuw voorgestelde, aan artikel 6 lid 8 van de Consumentenrichtlijn ontleende, artikel 6:230i lid 4: “(…) In geval van strijd naar inhoud en wijze waarop de informatie wordt ve...

 De implementatie van het nieuwe regime voor overeenkomsten op afstand. Is de wetgever te ver doorgeschoten wat betreft de levering van digitale inhoud?

In nummer 1 van 2012 van dit tijdschrift1 hebben we al uit­voerig stil gestaan bij de richtlijn betreffende consumen­tenrechten van 25 oktober 2011, die een nieuw regime voor overeenk...

 Het beginsel van nevenschikking bij elektronisch bestuurlijk verkeer: vrije keuze of dwangbuis?

Bestuurlijk berichtenverkeer in Nederland anno 2013 is hy­bride: terwijl een deel van het verkeer met bestuursorganen digitaal plaatsvindt, geschiedt een ander deel van dat ver­keer n...

 Opinie. Clueless in the cloud

The sky is the limit for cloud computing. Borders are fading and data increasingly flow across the globe. Legislation can­not be applied just for a specific geographical territory as the clouds are...

 Linken naar persoonsgegevens bij executoriale verkopen

Annotatie bij Rechtbank ’s-Hertogenbosch, 31 januari 2013, LJN BZ2126 Inleiding De uitspraak van de Rechtbank Den Bosch over de toepas­sing van art. 35 Wbp is om meerdere redenen interessant. Zo ...

 Signaleringen

Plan gepresenteerd om netneutraliteit in Frank­rijk wettelijk vast te leggen