Het beginsel van nevenschikking bij elektronisch bestuurlijk verkeer: vrije keuze of dwangbuis?
Marga Groothuis*
Bestuurlijk berichtenverkeer in Nederland anno 2013 is hybride: terwijl een deel van het verkeer met bestuursorganen digitaal plaatsvindt, geschiedt een ander deel van dat verkeer nog langs de traditionele, papieren weg.1 Uitgangspunt in afdeling 2.3 Algemene wet bestuursrecht (elektronisch bestuurlijk verkeer) is het beginsel van nevenschikking in enge zin. De burger bepaalt in welke vorm (elektronisch of op papier) het berichtenverkeer plaatsvindt indien het bestuursorgaan over beide mogelijkheden beschikt.2 Het venijn zit hierbij in de
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
staart: de burger heeft keuzevrijheid tussen elektronisch of papieren verkeer voor zover het bestuursorgaan de elektronische weg heeft opengesteld (art. 2:15 lid 1 Awb). Indien een bestuursorgaan de digitale weg gesloten houdt, heeft de burger geen keuze. Hij kan elektronisch berichtenverkeer niet afdwingen.
In deze bijdrage staat de vraag centraal of afdeling 2.3 Awb aanpassing behoeft gelet op maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van digitale communicatie in het afgelopen decennium. Wat zijn de hoofdlijnen in de jurisprudentie inzake elektronisch verkeer op basis van de nu geldende regels en wat betekenen die in de praktijk? Wat is nog de betekenis van Afd. 2.3 Awb in een tijdperk waarin de wetgever in toenemende mate digitaal verkeer voor ondernemers en burgers verplicht stelt in bijzonder bestuurswetgeving? In deze bijdrage zal worden betoogd dat het wenselijk is afdeling 2.3 Awb te wijzigen, teneinde knelpunten voor het verrichten van bestuursrechtelijke rechtshandelingen langs digitale weg op te lossen.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.