Kapers op de kust van de financieel toezichthouders
mr. A.L. Wissing en mr. E.M. Dieben*
In algemene zin kan men stellen dat toezicht en toezichthouders producten zijn van de jaren tachtig en negentig. Een periode die gekenmerkt wordt door een terugtredende overheid die wel de spelregels van de vrije markteconomie opstelt, maar het toezicht op de naleving daarvan delegeert aan bestuursorganen. Exponenten hiervan zijn bijvoorbeeld de Stichting Toezicht Effectenverkeer (opgericht in 1988 en sinds 2002 de Autoriteit Financiële Markten, hierna: AFM) en de Nederlandse Mededingingsautoriteit (Nma, opgericht in 1998 en
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
sinds 2013 de Autoriteit Consument & Markt, hierna: ACM). Sinds de huidige kredietcrisis is de aandacht voor toezicht en toezichthouders en dan met name voor het financieel toezicht en de financieel toezichthouders alleen maar toegenomen. Meer toezicht en toezichtregels wordt door velen gevoeld als hèt antwoord op de krediet- en eurocrisis en als hèt medicijn tegen toekomstige crises.1 Niet alleen moet er meer en beter toezicht op de deelnemers op de financiële markten worden gehouden, maar ook op de financieel toezichthouders zelf. Het financieel toezicht is niet langer van De Nederlandsche Bank (hierna: DNB) en de AFM alleen. Zij hebben rekening te houden met toenemende taken en bevoegdheden van Europese financieel toezichthouders en zien zich tegelijkertijd geconfronteerd met nationale entiteiten met een toezichtrol die het domein van het financieel toezicht betreden.
In deze bijdrage bezien wij welke nieuwe kapers (of vriendelijker: welke stakeholders) op de kust van de financieel toezichthouders en het financieel toezichtrecht te ontdekken zijn. Eerst wordt kort uiteengezet op welke wijze Europa de macht van DNB en de AFM beteugelt. Omdat diverse auteurs reeds aandacht hebben besteed aan de Europese wetgevingsvoorstellen ter versterking van het financieel toezicht in Europa2, zullen wij volstaan met een beknopte beschrijving van de Europese toezichtstructuur en daarbij de focus leggen op de voornaamste taken en bevoegdheden van de Europese financieel toezichthouders die ingrijpen op het functioneren van DNB en de AFM.
Vervolgens signaleren wij twee trends binnen het Nederlandse toezichtstelsel die een mogelijke ‘bedreiging’ zijn voor het werkterrein van DNB en de AFM. De eerste te behandelen trend is de als gevolg van de kredietcrisis van 2008 in gang gezette ontwikkeling dat DNB en de AFM zich steeds meer bewegen op elkaars toezichtterrein: Zijn DNB en de AFM kapers op elkaars kust? De tweede trend waarbij wij stilstaan is dat DNB en de AFM niet alleen elkaar op hun toezichtterrein hebben te dulden, maar ook andere – niet altijd voor de hand liggende – ‘toezichthouders’: het Financieel Stabiliteitscomité, de ACM, het College Bescherming Persoonsgegevens, het Huis voor Klokkenluiders, de Algemene Rekenkamer, de media en de Parlementaire Enquêtecommissies. Bij de beschouwing van deze trends stellen wij de vraag centraal of de intrede van deze nationale kapers op de kust (mede) gevolgen heeft voor onder toezicht staande instellingen. Wij sluiten af met een conclusie.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.