Redactioneel Compliance & Corporate Governance
mr. drs. E.J. Weller Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.Het thema van deze editie is Compliance & Corporate Governance. Corporate governance is
een veelomvattend begrip. De redactie is op zoek gegaan naar auteurs met kennis en ervaring
op het gebied van compliance en de besturing van organisaties. Een van de aspecten die
tijdens de redactievergaderingen veelal terugkwam, was de omstandigheid dat al veel
waardevolle artikelen zijn gepubliceerd over de mogelijke oorzaken van de verschillenden
misstanden en de lessons learned. Kortom wij weten wat er misgaat in de besturing van
organisaties en en wij weten ook hoe het beter kan, maar de verbetering hebben wij (nog) niet
waargenomen in de afgelopen periode. De Code Tabaksblat bestaat al tien jaar. En de mijns
inziens terechte vraag van Rients Abma is: wat heeft die tien jaar ‘Tabaksblat’ ons eigenlijk
opgeleverd? In het gepubliceerde interview met de directeur van Eumedion kunt u het
antwoord op deze vraag lezen. Het zal de lezer niet verbazen dat Rients Abma onder meer
oproept tot een mentaliteitsverandering. Deze beoogde verandering zou ook de interne
toezichthouder moeten raken, zoals Jasper Jansen en David Tomic´ beschrijven. Antoni Brack
hecht aan de noodzakelijke professionalisering van het interne toezicht; een aanknopingspunt
voor het zogenoemde anticiperende toezicht. Weliswaar ongebruikelijk in een redactioneel
van een nieuwe editie, doch wel zinvol, is hier een verwijzing naar zijn bijdrage in de
vorige editie: Kritisch over Inducing Corporate Proactieve Compliance. Een proactieve vorm van
intern toezicht is mijns inziens ook de beste manier om het compliancerisico te beheersen.
Dat de relevante maatschappelijke aspecten van ondernemen daarbij niet mogen ontbreken,
is door Wouter Scheepens beschreven. Zijn artikel vormt een mooi bruggetje naar de bijdrage
van Robert van Altena en Mira Rengersen. In hun bijdrage is er aandacht voor de rol van de
compliance officer, die als ‘corporate antenne’ de relevante signalen vanuit de buitenwereld
moet opvangen en de interne beleidsbepalers een spiegel kan voorhouden. Zij hebben vijf
bouwstenen opgesteld om de complexiteit van corporate governance hanteerbaar te maken.
Erik Vermeulen betoogt in zijn bedrage dat bij het controleren op naleving van wet- en
regelgeving er een balans moet zijn met zes door hem genoemde corporate governance
componenten.
Het lijkt er op dat de roep om een mentaliteitsverandering de rode draad van deze editie is.
Een mooi complianceprogramma op papier is niet genoeg, volgt ook uit de gepubliceerde
toespraak van Chris Fonteijn. Het gaat juist om de uitvoering daarvan. Bob Hoogenboom
maakt in datzelfde licht een aardige vergelijking met toneel; als bestuurders niet in de
spotlight staan, spreken en handelen zij anders dan voor hun publiek. Bij zijn beschouwingen
past mijn bijdrage met Joost Spoel. Slecht bestuur wordt niet gered door de second line of
defence. Het is efficiënter de countervailing power in de first line of defence te verankeren.
In de bijdragen van Karlijn Koel en Maarten Kouwenhoven treft u enkele praktische handvatten
om die vereiste mentaliteitsverandering in de praktijk door te voeren. Het artikel van Lars
van Amsterdam, ten slotte, past weliswaar niet in het thema, maar bevat wel zeer nuttige
inzichten over de bijzondere zorgplicht van banken in relatie tot het MKB.
Ik wens u veel leesplezier.