De bijzondere zorgplicht van banken: kan het MKB er wat mee?
mr. L.A. van Amsterdam
Dat een bank1 een bijzondere zorgplicht jegens particulieren heeft, mag anno 2014 geen nieuws meer heten. Het bestaan van deze zorgplicht is in de jaren negentig door de Hoge Raad aangenomen2, en dit leerstuk is zowel in de literatuur als in de (lagere) rechtspraak sindsdien veelvuldig aan de orde gekomen. Dit is anders waar het gaat om de bijzondere zorgplicht jegens eenieder die niet als particulier maar als bedrijfsmatig handelende partij (hierna: ‘professionele partijen’3) moet
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
worden aangemerkt. In de lagere rechtspraak werd tot voor kort vrijwel nooit betoogd dat een bank een bijzondere zorgplicht jegens professionele partijen heeft4, en de Hoge Raad heeft zich tot op heden niet uitgelaten over het al dan niet bestaan van een bijzondere zorgplicht jegens professionele partijen.5 Enkel in gevallen waarin een bank een kredietrelatie dreigt op te zeggen is door lagere rechters een aantal keer beslist dat een bank een bijzondere zorgplicht jegens haar professionele cliënten heeft6, maar dit heeft niet in een uitgebreide discussie over dit leerstuk geresulteerd. Met de maatschappelijke onrust die de afgelopen tijd met betrekking tot renteswaps is opgelaaid, is de vraag of een bank ook een bijzondere zorgplicht jegens (bepaalde) professionele partijen heeft echter weer relevant geworden. Naar aanleiding van een tweetal recente uitspraken7 waarin expliciet wordt overwogen dat een bank ook een bijzondere zorgplicht heeft ten opzichte van professionele partijen waarmee een renteswap wordt afgesloten, bespreek ik de vraag of banken ook een bijzondere zorgplicht jegens professionele partijen hebben, en zo ja, hoe ver die bijzondere zorgplicht strekt. Ik begin met een korte beschrijving van de bijzondere zorgplicht, en de diverse verplichtingen die daaruit voortvloeien (paragraaf 2). Vervolgens behandel ik de bijzondere zorgplicht jegens professionele partijen in het geval van opzegging van een kredietrelatie en bij het aangaan van een renteswap (paragraaf 3 en 4.). In paragraaf 5 en 6 bespreek ik argumenten voor en tegen het oprekken van de bijzondere zorgplicht, en de gevolgen die dit voor banken heeft. Ik sluit in paragraaf 7 af met een conclusie.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.