Artikel 7:226 vs. 6:159 BW
mr. L.M. Rooseboom*Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
Het economische klimaat van na 2008, de zogenaamde kredietcrisisjaren, heeft huurders in de onderhandelingspositie gebracht om bijzondere bepalingen in huurovereenkomsten op te nemen. Verhuurders van vastgoed – en dan met name van kantoren – hebben bijzondere bepalingen, zoals voorkeursrechten van huur, voorkeursrechten van koop, goedkeuringsrechten bij verkoop en anticoncurrentiebedingen, ruimhartig geaccepteerd teneinde de schaarse huurders aan hun gebouwen te binden.
Reeds sinds 1923 is het uitgangspunt onder het Nederlandse huurrecht dat slechts zogenaamde kernbedingen van rechtswege (thans op grond van art. 7:226 lid 3 BW) overgaan op een nieuwe verhuurder bij verkoop van een onroerende zaak.1 De mogelijkheid bestaat dat de in de voorgaande alinea genoemde bijzondere bepalingen geen kernbedingen zijn. Meer recente rechtspraak van de Hoge Raad heeft deze kwestie nieuw leven in geblazen, aangezien in arresten van 2007 en 2010 geoordeeld werd dat een d...
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.