Voorwoord
Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.In de kranten lezen wij de laatste tijd regelmatig over het vluchtelingenprobleem en over de grote behoefte aan opvanglocaties. De roep om extra woonruimte wordt daardoor steeds luider. Een deel van de oplossing hiervoor kan wellicht worden gevonden in de transformatie van leegstaande kantoorgebouwen in woonruimte. Nu dit zo'n actueel onderwerp is, hebben wij ervoor gekozen hier in dit tijdschrift aandacht aan te besteden, ook al ziet het grotendeels op woonruimte. Willemijn Lever schrijft dat, met een juiste toepassing van de geldende regels, de transformatie van kantoren in tijdelijke woonruimte volop kansen biedt. In haar artikel komen de verruimde mogelijkheden uit de Leegstandwet en het Besluit omgevingsrecht (Bor) uitgebreid aan bod.
Marieke van Schie en Tijmen Brüne schrijven in het tweede artikel over servicekosten bij de verhuur van bedrijfsruimte. De vraag wordt gesteld wat onder servicekosten moet worden verstaan en of de verhuurder eenzijdig wijzigingen in de leveringen en diensten mag aanbrengen. Aan de hand van jurisprudentie wordt besproken hoe de servicekosten over de huurders moeten worden verdeeld in een multi tenant situatie, bijvoorbeeld een winkelcentrum of een bedrijfsverzamelgebouw. Hierbij komt ook de Leidraad Servicekosten ter sprake, die in 2009 is verschenen. Veelvoorkomende geschillen worden behandeld, zoals betreffende laat verstuurde afrekeningen en bijbehorende hoge nabetalingen, te laag vastgestelde voorschotten en de zorgplicht van de verhuurder voor de prijs en kwaliteit van het servicekostenpakket.
Henk Jan Moné gaat in het derde artikel in op het nieuwe ROZ-model voor 230a bedrijfsruimte, dat eind januari van dit jaar is vastgesteld. De belangrijkste wijzigingen in de huurovereenkomst en in de bijbehorende algemene voorwaarden passeren de revue, waarbij een vergelijking wordt gemaakt met het 230a-model uit 2003 en met het in 2012 geïntroduceerde model voor 290-bedrijfsruimte.
Recent zijn enkele verhuurders in huurprijsherzieningsprocedures veroordeeld tot het betaling van wettelijke handelsrente over het terug te betalen deel van de huurprijs na een huurprijsverlaging. Femke Borst onderzoekt in haar bijdrage of dit terecht is, waarbij zij zowel stilstaat bij huurprijsverlaging na een huurprijsherzieningsprocedure als huurprijsverlaging in verband met de aanwezigheid van een gebrek. Hierbij wordt in de eerste plaats ingegaan op de vraag wanneer wettelijke rente of wettelijke handelsrente verschuldigd is en vervolgens wordt onderzocht wat de grondslag is van de vordering tot bijbetaling of terugbetaling van huur. Gepleit wordt voor het achterwege laten van een rentevergoeding, zowel bij een huurprijsverhoging als bij een huurprijsverlaging.
Hoewel het nog erg ver weg lijkt, attendeer ik u hierbij al graag op het door de uitgever en de redactie van het Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte te organiseren congres dat zal plaatsvinden op 3 november 2016 en zal gaan over 'huurrecht en procesrecht'. Een veel gehoorde klacht is dat ‘gelijk hebben’ niet hetzelfde is als ‘gelijk krijgen’. Om gelijk te krijgen, is het in ieder geval van groot belang om alle processuele mogelijkheden goed te benutten. Als advocaat van een huurder dien je bijvoorbeeld te weten dat je na een huuropzegging door de verhuurder, in geval van een meningsverschil over het toepasselijke huurregime (230a of 290), zekerheidshalve een tijdig beroep op (verlenging van de) ontruimingsbescherming moet doen, waarbij je primair kunt vorderen om niet-ontvankelijk te worden verklaard, omdat je meent dat het regime van art. 7:290 BW van toepassing is. Het is eveneens van groot belang om goed op de hoogte te zijn van de
(on)mogelijkheden om een huurrechtelijk vonnis uitvoerbaar bij voorraad te laten verklaren en om te weten of arbitrage in huurrechtelijke geschillen kan worden toegepast. Wij zien ernaar uit om dergelijke procesrechtelijke huurrechtzaken samen met u onder de loep te nemen en tijdens het congres te bespreken. Mocht u suggesties hebben voor de nadere invulling van het congres, nodig ik u van harte uit om hier bij een van de leden van het organisatiecomité (bestaande uit Liesbeth den Engelsman, Christiaan Toorman, Paul Visser en ondergetekende) melding van te maken!
Nathalie Amiel
(hoofdredacteur)