Safe Haven-problematiek: reactie op de noot van Van der Velden bij Fibonnaci/Binck Bank
mr. L.A.G. Ebben1
‘De regel dat een bank een bijzondere zorgplicht heeft jegens derden wanneer zij zich behoort te realiseren dat haar rekeninghouder de Wft schendt, vind ik te ver gaan. Het ligt veeleer voor de hand om die zorgplicht bij de toezichthouders neer te leggen.’ Dat betoogt Jan Willem van der Velden in zijn interessante annotatie bij een uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam van 3 maart 2015.[2]Om zijn betoog kracht bij te zetten geeft
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
hij een voorbeeld: ‘Stel dat de bank zich realiseert dat een rekeninghouder met een webshop zich niet aan alle verplichtingen houdt of algemene voorwaarden hanteert die strijdig zijn met consumentenregelgeving.’ De bank speelt in die situatie een cruciale rol als ‘leverancier van de betaalrekening’; toch zal volgens Van der Velden de zorgplicht van de bank zich niet zover uitstrekken, dat zij in een dergelijk geval maatregelen moet nemen. Hij stelt de retorische vraag: ‘Waarom zou zij dat dan wel moeten doen als het om een Wft-schending gaat? De regel waartegen het betoog van Van der Velden is gericht, vloeit niet voort uit de door hem geannoteerde zaak noch uit andere jurisprudentie. Ik behandel dat in het eerste deel van dit artikel. Verder is het van belang een nuancering aan te brengen. Als een bank de activiteiten van haar rekeninghouder faciliteert en zich behoort te realiseren dat haar rekeninghouder een vergunningplicht uit de Wft schendt, zijn er wel goede argumenten om te verlangen dat de bank maatregelen treft.[3]
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.
Verder in dit artikel:
2. Welke regel is van toepassing?
3. Een zorgplicht van de bank jegens derden
4. Zowel de bank als de publiekrechtelijke toezichthouders hebben eigen plichten
5. Slot