Rechtbank Midden-Nederland, sector kanton, locatie Amersfoort (kort geding) 10 augustus 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:4511 , Beëindiging, kwalificatie, doorwerking woonregime onderhuur op hoofdhuurrelatie
mr. J.M. Winter-Bossink en mr. N. Amiel1Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
Verhuurder heeft aan de huurder een bedrijfsruimte verhuurd. De bedrijfsruimte is bestemd om te worden gebruikt als kamerverhuurbedrijf. De huurder heeft in het gehuurde twee zelfstandige en zeven onzelfstandige woningen gerealiseerd en heeft deze woningen onderverhuurd. In mei 2016 overlijdt de huurder. De verhuurder stelt daarop dat, gelet op het Zonshofje I arrest van de Hoge Raad, op de hoofdhuurovereenkomst het woonruimterecht van toepassing is. Daarom is volgens de verhuurder op grond van art. 7:268 lid 6 BW de hoofdhuurovereenkomst geëindigd, nu er geen partijen zijn die de huurovereenkomst krachtens dit artikel kunnen voortzetten. De rechtbank oordeelt dat de verhuurder een te ruime uitleg van het Zonshofje I arrest voorstaat. Het Zonshofje I arrest strekt tot bescherming van de belangen van de onderhuurders van de woonruimte. Nu aan de belangen van de onderhuurders juist afbreuk zou worden gedaan als de hoofdverhuurder in dit geval een beroep zou kunnen doen op het huurr...
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.