Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte 2018 nr. 4

Voorwoord

Nathalie Amiel Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.

Hoewel cryptocurrency voor veel mensen, waaronder voor mijzelf, nog toekomstmuziek lijkt te zijn, dringt deze technologische ontwikkeling onze juridische praktijk als vanzelf binnen. De Rechtbank Amsterdam heeft inmiddels geoordeeld dat een vordering tot betaling in bitcoins te beschouwen is als een vordering die voor verificatie in een faillissement in aanmerking komt. Een dergelijk bericht lezende, kijk ik extra uit naar ons TvHB-congres op 11 oktober 2018 met als thema 'Huurrecht actualiteiten, van Privacy tot Blockchain', waar wij nader inzicht zullen verkrijgen in hoe nieuwe maatschappelijke en technologische ontwikkelingen onze huurrechtpraktijk (naar verwachting) zullen beïnvloeden. De voorbereidingen voor dit congres zijn in volle gang en ik hoop velen van u daar te ontmoeten!

Het zal velen van u niet zijn ontgaan dat de Raad voor Onroerende Zaken op 19 maart 2018 een nieuwe model-bankgarantie heeft vastgesteld. In dit nieuwe model is, naar aanleiding van een serie door de Hoge Raad gewezen arresten (waaronder het befaamde Romania-arrest), een aantal vorderingen bij insolventie van de huurder uitgesloten. Ik verwijs u in dit kader ook naar de website van de ROZ, waar een handleiding bij het nieuwe model is gepubliceerd. Dat Hoge Raad arresten over faillissementskwesties geregeld implicaties hebben voor de huurrechtpraktijk, wordt in dit tijdschrift ook besproken door Derk van Geel en Duco van Dongen. Na het arrest Koot/Tideman was onduidelijk wanneer vorderingen die na faillissement ontstaan, voor verificatie in aanmerking komen. In het arrest Credit Suisse/Jongepier q.q. wordt hierover meer duidelijkheid verschaft en de auteurs bespreken dit arrest, waarbij met name wordt geanalyseerd welke invloed het arrest heeft op de huurrechtpraktijk. Hierbij wordt zowel de situatie bezien waarin de huurder failleert als waarin de verhuurder failleert.

Douwe de Witte schrijft over de betekenis van een tuchtrechtelijk oordeel in het civiele aansprakelijkheidsrecht. Indien een door de huurder of verhuurder ingeschakelde deskundige, zoals een makelaar, advocaat of deurwaarder, een fout heeft gemaakt waardoor de huurder of verhuurder schade lijdt, kan deze deskundige aansprakelijk gesteld worden. In het artikel wordt ingegaan op de vraag of gegrondheid van een tuchtklacht ook tot toewijzing van een civiele vordering tot schadevergoeding moet leiden. Geconcludeerd wordt dat het tuchtrechtelijke oordeel niet beslissend is voor de civiele aansprakelijkheid, omdat de civiele rechter zelfstandig moet beoordelen of de beroepsbeoefenaar jegens de opdrachtgever toerekenbaar tekort is geschoten, of jegens een derde onrechtmatig heeft gehandeld. Indien hierbij wordt afgeweken van het oordeel van de tuchtrechter, moet de civiele rechter dat wel goed motiveren.

Arnout van der Hilst behandelt in zijn artikel 'De intellectuele eigendom op de ROZ-modellen' de vraag of de ROZ-modellen auteursrechtelijk zijn beschermd, alsmede of de gebruikers daarvan zich moeten houden aan de aanwijzingen die de ROZ daarvoor geeft. Nadat deze vragen bevestigend zijn beantwoord, wordt vervolgens ingegaan op de wijzen waarop de aanwijzingen van de ROZ kunnen worden opgevolgd en de mogelijke – civiel- en strafrechtelijke – gevolgen indien hier geen gehoor aan wordt gegeven.

Jodit de Bruin en Olivier Alberts schrijven ten slotte in dit nummer over een aantal recente uitspraken waarbij een opzegging van de verhuurder vanwege een beoogde renovatie en rendementsverbetering centraal staat. De rode draad lijkt te zijn dat rechters niet snel genegen zijn om een huurbeëindiging toe te wijzen als het achterliggende belang van de verhuurder is om de huurprijs te verhogen, niet zozeer als gevolg van verbeteringen door de renovatie, maar teneinde deze op te trekken aan de markthuur.

Graag besluit ik dit voorwoord met de mededeling dat ik erg verheugd ben dat Yacob Mijhad (die al veel waardevolle bijdragen voor ons tijdschrift heeft geschreven, waaronder een noot in dit nummer) ons team als nieuwe medewerker komt versterken.

Nathalie Amiel

Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

Artikel informatie

Type
Overig
Auteurs
Nathalie Amiel
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvHB/15084

Verder in 2018 nr.4

 Voorwoord

Hoewel cryptocurrency voor veel mensen, waaronder voor mijzelf, nog toekomstmuziek lijkt te zijn, dringt deze technologische ontwikkeling onze juridische praktijk als vanzelf binnen. De Rechtbank A...

 Verificatie van vorderingen die na faillissement ontstaan aan banden gelegd

In 2004 wees de Hoge Raad het arrest Circle Plastics[2] waarin het bekende ‘toedoencriterium’ werd geformuleerd, dat gold voor de vaststelling van boedelschulden. In 2013 ging de Hoge R...

 De betekenis van het tuchtrechtelijk oordeel in het civiel aansprakelijkheidsrecht

De huurder of verhuurder kan bij het aangaan, het uitvoeren of het beëindigen van een huurovereenkomst worden bijgestaan door een deskundige, zoals een makelaar, advocaat, accountant of gerechts...

 De intellectuele eigendom op de ROZ-modellen

De vereniging Raad voor Onroerende Zaken (hierna: ROZ) brengt op regelmatige basis modelcontracten uit ten behoeve van de verhuur van woonruimte, winkelruimte, kantoorruimte en autoboxe...

 Huurbeëindiging wegens renovatie en een rendementsverbetering. Worden de touwtjes aangetrokken?

De aanleiding voor dit artikel is een aantal recente uitspraken met betrekking tot huuropzeggingen op grond van dringend eigen gebruik in de vorm van renovatie (en in het verlengde daar...