Tijdschrift voor Sanctierecht & Onderneming Straf- en bestuursrechtelijke handhaving van financieel-economisch recht 2019 nr. 1

Voorwoord

mr. A.E. van der Wal Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.

Beste lezers,

Voor u ligt het eerste nummer van 2019 van het Tijdschrift voor Sanctierecht en Onderneming. Ook deze uitgave bevat weer zeer lezenswaardige artikelen over uiteenlopende onderwerpen zodat er voor ieder van onze lezers relevante onderwerpen aan de orde komen.

De ING-schikking dreunt ook in het eerste kwartaal van 2019 nog na. In het voorwoord bij het vorige nummer kwam al aan de orde dat de Minister van Justitie en Veiligheid een regeling uit zal laten werken voor rechterlijke toetsing van hoge schikkingen. Het OM heeft op 22 februari jl. door middel van een persbericht laten weten mee te willen werken aan de invoering van een marginale rechterlijke toets voor hoge transacties. De voorzitter van het college van Procureurs-Generaal, Gerrit van der Burg, heeft diezelfde dag in een interview met het Financieele Dagblad gezegd dat er absoluut meer openheid nodig is. Dat is in die zin opmerkelijk omdat het OM zich tot voor kort op het standpunt stelde dat rechterlijke toetsing niet nodig was en er voldoende transparantie werd gegeven, met name ook door de publicatie van het feitenrelaas en (in het geval van ING) de transactieovereenkomst. Het is nu wachten op het wetsvoorstel met daarin de uitwerking van de marginale toetsing door de rechter van hoge schikkingen.

Banken liggen onder een vergrootglas en dat zal voorlopig ook wel zo blijven. De directeur van de FIOD, Hans van der Vlist, waarschuwde daar vorig jaar november in een interview met het Financieele Dagblad al voor: ‘Ons onderzoek gaat door. We zijn al aan het ontdekken wat er nog meer niet in orde is. Als banken hun rol als poortwachter niet goed vervullen, komen we bij hen uit.’ Hij gaf aan te verwachten dat de hele bankensector op korte termijn initiatieven zal nemen om het ING-debacle te voorkomen.

Ook DNB oefent actief toezicht uit en heeft in september 2018 aan de Rabobank een boete van 1 miljoen euro opgelegd omdat de klantdossiers tot en met 2016 niet op orde waren. Rabobank zou niet altijd hebben geweten hoe de eigendomsstructuur van een bedrijf er precies uit zag en wie de uiteindelijke eigenaar was. Deze boete is niet gepubliceerd; dat deze is opgelegd is op 22 februari 2019 duidelijk geworden na berichten daarover in de Volkskrant. Er zou gekozen zijn voor een bestuurlijke boete omdat er geen sprake was van het ‘doorlaten van witwastransacties’, aldus een woordvoerder van Rabobank. Opvallend is dat er bij het opleggen van deze boete – die toch ook betrekking heeft op de rol van de bank als poortwachter – geen transparantie is betracht en er niet is gekozen voor publicatie van de boete.

De al veel genoemde poortwachtersrol van banken wordt ook besproken in het artikel van Richard Hoff. Hij onderzoekt wat er van banken verwacht mag worden bij de bestrijding van corruptie en doet dat aan de hand van de zaak Abacha uit de jaren ’90 en de Vimpelcom-zaak van enkele jaren geleden.

De discussie over wel of niet schikken en of er wel of geen rechterlijke toetsing zou moeten plaatsvinden komt ook terug in de column van Nils Gonzalez Bos. Hij gaat in op de voordelen van een schikking voor de opsporing en vervolging en op de vraag of een rechterlijke toetsing niet juist een rem zal zetten op schikkingen.

Een ander, eveneens actueel onderwerp is de vraag in hoeverre de last onder dwangsom zou moeten worden aangemerkt als een straf. Aan de hand van recente jurisprudentie beantwoordt Benny van der Vorm deze vraag waarbij hij onder andere ingaat op de levende misvattingen over de last onder dwangsom.

Op 1 maart 2019 is de Wet Computercriminaliteit III in werking getreden. Brendan Newitt bespreekt in zijn artikel de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de huidige wetgeving. Vervolgens gaat hij specifiek in op de meest ingrijpende wijziging van deze nieuwe wet, de hackbevoegdheid voor opsporingsdiensten.

In de digitale wereld is virtuele valuta een gegeven. Adam Pasaribu bespreekt in zijn bijdrage de Richtlijn die ziet op de strafrechtelijke bestrijding van het witwassen van geld en gaat vervolgens in op de vraag hoe deze richtlijn omgaat met het fenomeen geld en of virtuele valuta ook als geld kan worden gekwalificeerd.

Wij wensen u veel plezier toe met het lezen van deze editie. Mocht u zelf een artikel willen schrijven voor dit tijdschrift of bepaalde onderwerpen besproken willen zien, neem dan contact op met onze redactiesecretaris.

Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

Artikel informatie

Type
Overig
Auteurs
mr. A.E. van der Wal
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvSO/15432

Verder in 2019 nr.1

 Voorwoord

Beste lezers, Voor u ligt het eerste nummer van 2019 van het Tijdschrift voor Sanctierecht en Onderneming. Ook deze uitgave bevat weer zeer lezenswaardige artikelen over uiteenlopende onderwerpen ...

 Corruptie en de rol van banken

Financiƫle instellingen hebben een poortwachtersfunctie.[2] Zij zijn in de positie om geldstromen die verbonden zijn aan criminaliteit, waaronder corruptie, te detecteren en te stoppen. Er wordt in...

 ING: begin van het einde van de buitengerechtelijke afdoening?

Uit het feitenrelaas dat onderdeel uitmaakt van de transactie-overeenkomst tussen het OM en de ING, blijkt dat niet alle potentiƫle overtredingen van de Wwft en signalen van witwassen tot op de bod...

 Misvattingen over de last onder dwangsom

In het bestuurlijke sanctierecht wordt een onderscheid gemaakt tussen herstelsancties en bestraffende sancties. De bestuurlijke boete is blijkens art. 5:40 Awb een (bestuurlijke) sanc...

 Wet computercriminaliteit III

Op 1 maart 2019 treedt de Wet Computercriminaliteit III in werking.[2] De wet begon in 2011 als het conceptwetsvoorstel Versterking Bestrijding Computercriminaliteit,[3] en werd in 2013 het wetsvoo...

 Enkele opmerkingen over geld en virtuele valuta in de context van de richtlijn inzake de strafrechtelijke bestrijding van het witwassen van geld

De richtlijn inzake de strafrechtelijke bestrijding van het witwassen van geld is in het najaar van 2018 tot stand gekomen. Anders dan de naam van de richtlijn doet vermoeden bevat de richtlijn ...