Voorwoord
Michelle de Rijke Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.Het mag dan geen themanummer heten, maar deze aflevering van NTE bevat wel twee bijdragen met warmte als thema.
Zowel de gestelde klimaatdoelen als de uitfasering van het Groningengas hebben de ontwikkeling van warmte als energiebron in Nederland in een stroomversnelling gebracht. De Warmtewet die aanvankelijk tot stand is gebracht met het oog op consumentenbescherming zal naar het zich thans laat aanzien worden omgebogen naar een juridisch kader voor de totstandkoming van een duurzame warmtemarkt.
In die transitie is een pregnante rol weggelegd voor de lokale overheid. Dr. Daisy Tempelman en mr. Charis van den Berg zetten in hun artikel ‘De Warmtewet in transitie en de rol van de lokale overheid’ uiteen hoe deze rol wordt vormgegeven in de relevante wetgeving en in het Ontwerp Klimaatakkoord. Zij stellen daarbij ook vast dat over die rol nog veel onduidelijkheid bestaat, terwijl de tijdsdruk voor lokale overheden om beleid vast te leggen in Regionale Energie Strategieën en Transitievisies warmte hoog is.
Liv Malin Andreasson neemt ons mee naar de warmtemarkten in Denemarken en Zweden. Hier is ook sprake van een transitie, zij het dat warmtedistributie in deze landen al een lange historie kent. Daardoor bevinden actuele vraagstukken die zij in haar analyse van beide markten beschrijft, zich in een verder gevorderd stadium, zoals de vraag naar de wenselijkheid van introductie van een competitieve nationale warmtemarkt. De auteur ziet goede mogelijkheden om aan de analyse van de Deense en Zweedse ervaringen aandachtspunten te ontlenen voor de transitie van de Nederlandse warmtemarkt.
De Herziening van de Warmtewet is nog niet van kracht, maar over de daarop volgende voorgenomen Uitbreiding van de Warmtewet wordt al volop nagedacht en gediscussieerd. De centrale vraag daarbij is welk juridisch kader is vereist om een duurzame warmtemarkt tot stand te brengen, die recht doet aan de specifieke kenmerken van de productie, het transport en de levering van warmte (in vergelijking met gas en elektriciteit) en die tevens investeerders warm doet lopen voor deze markt. De beantwoording van deze vraag vergt een uitgelezen combinatie van juridisch denkwerk, praktijkkennis uit de Nederlandse elektriciteits- en gassector (en uit buitenlandse ontwikkelde warmtesectoren) en een flinke dosis creativiteit.
Namens de redactie,
Michelle de Rijke