Hof Amsterdam (kort geding), 14 mei 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:1668 (TvHB 2020/5)
K.J.M. CortenArtikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
Met noot van K.J.M. Corten
Samenvatting
Beëindiging, kort geding, huur van bedrijfsruimte, ontruiming, uitvoerbaar bij voorraad, nieuwe omstandigheid, last onder dwangsom RvR 2020/9
Indien de rechter een huurder veroordeelt tot ontruiming van de door de huurder gehuurde bedrijfsruimte, naar aanleiding van een beëindigingsvordering van diens verhuurder, wordt deze veroordeling in beginsel niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard ingevolge het bepaalde in art. 7:295 lid 1 BW. De uitvoerbaarheid bij voorraad kan vervolgens alsnog in (onder meer) kort geding worden verkregen. In dat verband heeft te gelden dat de beslissing van de bodemrechter in beginsel dient te worden gerespecteerd. De aankondiging van het opleggen van een last onder dwangsom door de gemeente kan kwalificeren als een nieuwe omstandigheid, die tot een andere beslissing kan leiden.
Gerechtshof
[appellant],
wonend te [woonplaats],
appellant,
advo...
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.