Tijdschrift voor Staatssteun Staatssteun, markt & overheid en openbare diensten 2020 nr. 4

Redactioneel

mr. drs. M.G.A.M. Custers Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.

U heeft op dit moment alweer de laatste editie van het Tijdschrift Staatssteun voor 2020 onder ogen. Het was voor eenieder een bewogen jaar als gevolg van de Covid-19-pandemie. Ook op het gebied van staatssteun heeft de pandemie haar sporen uitdrukkelijk achtergelaten. In de vorige edities is in dit verband al gewezen op de specifieke regelgeving die in verband met Covid-19 in het leven is geroepen, en op de vele besluiten die door de Europese Commissie in een zeer kort tijdsbestek zijn genomen om lidstaten in staat te stellen met inachtneming van de regelgeving steun te verlenen aan ondernemingen die door de pandemie zwaar worden getroffen.

De extra inspanningen die de Europese Commissie heeft moeten verrichten in verband met Covid-19, hebben niet tot gevolg gehad dat haar activiteiten op het gebied van staatssteun voor het overige tot stilstand zijn gekomen. In de periode van 1 januari 2020 tot en met 30 november 2020 heeft de Commissie maar liefst 764 besluiten genomen, waarvan ‘slechts’ 245 gebaseerd waren op het Tijdelijke Staatssteunkader Covid-19. De besluiten van de Commissie zagen op zeer diverse maatregelen, variërend van Duitse steun aan ondernemingen die schade lijden door wolven tot Slovaakse steun aan ondernemingen die worden getroffen door de sluiting van kolenmijnen. In deze periode heeft de Commissie 26 besluiten genomen ten aanzien van Nederland (en 36 ten aanzien van België). Opvallend is dat het merendeel van de besluiten ten aanzien van Nederland wel is genomen op basis van het Tijdelijk Staatssteunkader Covid-19. Andere besluiten zagen onder meer op reddingssteun aan ijsstadion Thialf, de compensatie voor vervroegde sluiting van de kolencentrale Hemweg en de uitbreiding van het onderzoek naar fiscale steun aan Ikea.

Op 30 oktober 2020 publiceerde de Commissie een werkdocument (Commission Staff Working Document) waarin zij een samenvatting geeft van de evaluatie van de staatssteunregels die zijn aangenomen in het kader van de modernisering van het EU-staatssteunbeleid. De evaluatie werd uitgevoerd in de vorm van een ‘fitness check’, waarbij de betreffende regelgeving werd getoetst aan de hand van interne analyses van de Commissie, publieke consultatie, studies van externe adviseurs en gerichte vragen aan stakeholders. De evaluatie vond plaats aan de hand van de volgende criteria: effectiviteit, efficiency, relevantie, samenhang en toegevoegde waarde.

Op het punt van effectiviteit verwijst de Commissie onder meer naar de Algemene Groepsvrijstellingsverordening, die het mogelijk maakt dat de Commissie haar aandacht richt op de zaken die een grote impact op de concurrentie kunnen hebben. Voor wat betreft efficiency merkt de Commissie op dat de modernisering heeft geleid tot een verlaging van de administratieve lasten, hoewel er op dit punt ook nog ruimte voor verbetering is. Zo zouden bepaalde definities en concepten nog verduidelijkt kunnen worden. De Commissie concludeert ook dat met de modernisering in het algemeen tegemoet wordt gekomen aan hetgeen binnen de EU nodig is, maar erkent tevens dat op bepaalde gebieden een verdere aanpassing allicht nodig is vanwege ontwikkelingen zoals de Green Deal en de Digitale en Industriële Strategie. Ook voor de noodzakelijk samenhang tussen de staatssteunregels en de ontwikkelingen in beleid en regelgeving binnen de EU, moeten de Green Deal en Digitale en Industriële Strategie een plaats krijgen binnen de staatsteunregels. De evaluatie laat verder zien dat de modernisering van de staatssteunregels een duidelijke toegevoegde waarde heeft, onder meer omdat de modernisering leidt tot een verlaging van de administratieve kosten en bijdraagt aan de helderheid, stabiliteit en voorzienbaarheid van de regels. Meer in zijn algemeenheid geldt dat de staatssteunregels die zijn aangepast in het kader van de modernisering, geschikt zijn voor het ermee beoogde doel. Dit laat onverlet dat individuele regels nog voor herziening en/of een update in aanmerking komen. Hierbij kan volgens de Commissie onder meer worden gedacht aan een verdere verduidelijking of vereenvoudiging van regels, maar ook aan aanpassingen om tegemoet te komen aan ontwikkelingen op het gebied van onder meer wet- en regelgeving, markten en technologie.

In dit nummer behandelt Steven Verschuur de belangwekkende uitspraak van het Gerecht in de Apple zaak, waarin het Gerecht kwam tot vernietiging van het besluit van de Commissie op grond waarvan Apple een bedrag van maar liefst EUR 13 miljard zou moeten terugbetalen aan Ierland. Daarbij schetst hij onder meer een mismatch tussen de Amerikaanse en Europese belastingregels, die verschillende vormen van 'tax planning' in de hand heeft gewerkt. Verschuur legt vervolgens uit om welke redenen de Commissie en het Gerecht in deze zaak tot een verschillend antwoord kwamen op de vraag of Ierland staatssteun had verstrekt aan Apple, waarbij hij aandacht geeft aan de door de Commissie toegepaste ‘exclusion approach’ en het door het Gerecht als uitgangspunt genomen referentiekader in Ierland. Verschuur concludeert dat in deze zaak een probleem van belastingpolitiek speelde dat niet door middel van de staatssteunregels kan worden opgelost. Hij wijst er wel op dat afgewacht moet worden hoe het Hof van Justitie hierover gaat beslissen.

Ook in dit nummer een artikel van Mathieu Paapst en Pieter van der Wees, die uitvoerig ingaan op de vraag of de Wet Markt en Overheid in de weg staat aan het open source beschikbaar stellen van de broncode van overheidssoftware aan de maatschappij. Zij bekijken daarbij de relatie tussen het verrichten van een economische activiteit en het uitoefenen van een publieke taak, en zoeken ook aansluiting bij de verstrekking van gegevens door de overheid op grond van de Wet openbaarheid bestuur en de Wet hergebruik overheidsinformatie. De auteurs beoordelen verder onder meer of overheden onder omstandigheden op grond van de Wet Markt en Overheid zelfs verplicht kunnen zijn om de broncode van hun software ter beschikking te stellen. Het artikel raakt als zodanig verschillende aspecten van de Wet Markt en Overheid aan de hand van een concreet vraagstuk.

Namens de redactie wens ik u veel leesplezier.

Marc Custers

Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

Artikel informatie

Type
Overig
Auteurs
mr. drs. M.G.A.M. Custers
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvS/16441

Verder in 2020 nr.4

 Redactioneel

U heeft op dit moment alweer de laatste editie van het Tijdschrift Staatssteun voor 2020 onder ogen. Het was voor eenieder een bewogen jaar als gevolg van de Covid-19-pandemie. Ook op het gebied va...

 De Apple zaak: is ‘tax planning’ een staatssteunprobleem?

Sinds 2014 heeft de Europese Commissie (hierna: ‘de Commissie’) meerdere onderzoeken geopend naar fiscale rulings waarin diverse lidstaten zoals Ierland, Nederland, Luxemburg en België aan multinat...

 Hergebruik van overheidssoftware

In april 2020 heeft staatssecretaris Knops in een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat het kabinet wil gaan inzetten op het vrijgeven en actief delen van de broncode van overheidss...

 Europese Commissie

juli t/m november 2020BesluitenSteunmaatregel SA.57116, Nederlandse liquiditeitssteun aan KLM voldoet aan voorwaarden tijdelijke kaderregeling Covid-19, besluit van 13 juli 2020Bij besluit van 13 j...

 Markt en Overheid

augustus t/m november 2020Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (afdeling civiel recht, handel) 29 september 2020 inzake verhuur oefenruimte door de gemeente Groningen, ECLI:NL:GHARL:2020:7856Feiten en pro...