Voorwoord
Michelle de Rijke Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.Bij de redactie bestond al aan het begin van 2020 het plan om een speciale aflevering uit te brengen over de Warmtewet 2.0 oftewel de Wet collectieve warmtevoorziening (Wcw). De timing was evenwel minder eenvoudig. Op de wettekst en toelichting die in de afgelopen zomer in het kader van een internetconsultatie is gepubliceerd (concept Wcw) zijn meer dan honderd reacties gekomen en op het moment dat dit dubbelnummer naar de drukker gaat is aangekondigd dat voor of na het kerstreces een aangepaste wettekst en toelichting tegemoet kan worden gezien. De artikelen in dit dubbelnummer zijn dus nog gebaseerd op de consultatieversie van de Wcw. Naar het zich laat aanzien blijven deze artikelen echter hun relevantie behouden omdat de op handen zijnde aanpassingen nauwelijks aan de inhoud hiervan raken. Aan het eind van dit voorwoord - dat vanwege de actualiteit van het thema uitvoeriger is dan u gewend bent - vindt u een korte vooruitblik op enkele van deze aankomende wijzigingen.
Collectieve warmtesystemen zullen naar verwachting een substantieel aandeel hebben in de beoogde verduurzaming van de gebouwde omgeving die in het Klimaatakkoord is afgesproken. Een collectief warmtesysteem wordt in de concept Wcw gedefinieerd als een systeem waarbij (duurzame) warmtebronnen door middel van een warmtenet worden ontsloten voor de levering van warmte aan verbruikers. Met de Wcw wordt het volgende nagestreefd:
A. Faciliteren van groei van collectieve warmtesystemen door middel van nieuwe spelregels;
B. Meer transparantie in de tariefstelling voor warmte;
C. Aanscherpen van de vereisten voor leveringszekerheid;
D. Zeker stellen van de verduurzaming.
In dit dubbelnummer komen met name A en B aan bod.
De concept Wcw kent aan gemeenten de rol van regisseur toe. De gemeente bepaalt binnen welke gebieden de realisatie van een collectieve warmtevoorziening wordt beoogd (warmtekavel) en wijst door middel van een openbare en transparante procedure aan welk warmtebedrijf gaat zorgdragen voor de realisatie en exploitatie van het collectieve warmtesysteem binnen dat warmtekavel (aangewezen warmtebedrijf). Het centrale uitgangspunt van de Wcw is dat het aangewezen warmtebedrijf de integrale verantwoordelijkheid draagt voor de collectieve warmtevoorziening. Dit betekent dat een aangewezen warmtebedrijf volledig aanspreekbaar is op de continuïteit en kwaliteit van de warmtelevering binnen het warmtekavel waarvoor het is aangewezen. In het artikel “De gemeente als warmteregisseur” beschrijft mr. Michelle de Rijke wat de voorgestelde regierol van de gemeente behelst en welke haken en ogen aan deze nieuwe taken en bevoegdheden zitten.
In de concept Wcw wordt afscheid genomen van het huidige systeem van tariefregulering voor warmtelevering en -transport dat is gebaseerd op de aardgasreferentie en dat als uitgangspunt heeft dat een verbruiker van warmte niet duurder uit zou moeten zijn dan een verbruiker van aardgas (het niet-meer-dan-anders beginsel). In plaats daarvan wordt stapsgewijs overgegaan op een systeem van tariefregulering dat is gebaseerd op de onderliggende kosten. mr. drs. Gijsbert Lybaart zet in zijn bijdrage “Implicaties van de kostengebaseerde tariefregulering in de Wet collectieve warmtevoorziening” uiteen hoe dit systeem in elkaar steekt en wat de implicaties daarvan zijn voor de diverse betrokkenen. Hij plaatst een aantal kritische kanttekeningen bij de gevolgen voor verbruikers, de investeringszekerheid voor warmtebedrijven en de uitvoerbaarheid van de voorgenomen systematiek.
De huidige Warmtewet is ontstaan vanuit het perspectief van consumentenbescherming. Ook de maatregelen in de Wcw moeten leiden tot meer zekerheid voor de verbruikers, die beschermd blijven tegen misbruik van marktmacht door een warmtebedrijf. Daarnaast moet de Wcw ook meer zekerheid bieden voor warmtebedrijven over hun (toekomstige) activiteiten en inkomsten, waardoor risico’s afnemen en ruimte ontstaat voor nieuwe investeringen, aldus de concept toelichting. In het artikel “Bescherming van verbruikers van warmte in de Wet collectieve warmtevoorziening” zet mr. drs. Peter van Asperen uiteen hoe in de concept Wcw wordt voorzien in het borgen van de belangen van de verbruikers. Daarbij gaat het - anders dan in de huidige Warmtewet - expliciet om alle verbruikers en niet alleen om kleinverbruikers. Het artikel spitst zich toe op de zogenoemde transparantie-eisen die erop zijn gericht dat de verbruiker voldoende informatie verkrijgt.
Tijdens de periode van de internetconsultatie van de concept Wcw organiseerde de Nederlandse Vereniging voor Energierecht op 9 juli jl. een webinar. Het verslag van deze bijeenkomst met de titel “Consultatie Warmtewet 2 oftewel de Wet collectieve warmtevoorziening” van de hand van mr. Jan Borman treft u aan in dit dubbelnummer.
Een van de belangrijkste wijzigingen die naar aanleiding van de internetconsultatie in de concept Wcw zal worden aangebracht, betreft het economisch eigendom van warmtenetten. Anders dan in de concept Wcw werd voorgesteld, behoeft het economisch eigendom van het warmtenet niet in handen te zijn van het door de gemeente aangewezen warmtebedrijf. Het warmtenet kan ook in eigendom komen van een publiek of privaat warmtenetbedrijf. Dit betekent dat voor het aangewezen warmtebedrijf ruimte komt voor de volgende samenwerkingsvormen. Het integraal verantwoordelijke warmtebedrijf:
- beschikt over het economisch eigendom van het warmtenet en besteedt werkzaamheden zoals de productie van warmte uit aan derden;
- werkt samen met een warmtenetbedrijf dat beschikt over de economische eigendom van het warmtenet en dat de werkzaamheden die zien op aanleg, onderhoud en beheer van het warmtenet of het transport van warmte voor zijn rekening neemt (en besteedt eventueel ook andere werkzaamheden uit aan derden);
- is vormgegeven als een joint-venture waarbinnen een warmteleveringsbedrijf en een warmtenetbedrijf samenwerken en het warmtenetbedrijf beschikt over de economische eigendom van het warmtenet (waarbij de joint-venture eventueel werkzaamheden uitbesteedt aan derden).
Voor de twee laatstgenoemde samenwerkingsvormen geldt dat hieraan in de Wcw extra eisen zullen worden gesteld omdat in die situaties de economische eigendom niet bij het aangewezen warmtebedrijf berust, terwijl dat warmtebedrijf wel integraal verantwoordelijk is voor het functioneren van het collectieve warmtesysteem waar het warmtenet onderdeel van uit maakt. Als het warmtenetbedrijf deel uitmaakt van een groepsmaatschappij waartoe ook een netbeheerder van een elektriciteits- of gasnet behoort, gelden aanvullende eisen vanwege het groepsverbod en het verbod op nevenactiviteiten, die in de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet verankerd zijn. De exacte uitwerking hiervan is momenteel nog onderwerp van overleg dus deze zal in een volgende aflevering van NTE aan bod komen.
Een volgende belangrijke wijziging betreft de kleine collectieve systemen, waarvoor in de concept Wcw in een lichter reguleringsregime wordt voorzien. De in de concept Wcw opgenomen grens van 500 kleinverbruikers voor een klein collectief systeem wordt in het gewijzigde voorstel verhoogd naar 1500 verbruikers en omvat naast kleinverbruikers ook grootverbruikers. Hiermee wordt enerzijds beoogd lokale initiatieven meer ruimte te bieden en anderzijds de groep verbruikers die een verminderde (tarief) bescherming heeft beperkt te houden.
Een andere verwachte aanpassing betreft niet de wettekst, maar de toelichting. In de toelichting op de Wcw zal naar verwachting worden ingegaan op de vraag naar de toepasselijkheid van de Europese aanbestedingsregels op de aanwijzing van het warmtebedrijf. In reactie op de concept Wcw is veelvuldig de vraag gesteld of de aanwijzing van een warmtebedrijf kwalificeert als een aanbestedingsplichtige opdracht waarop het aanbestedingsrecht van toepassing is. Het gebrek aan een toelichting hierop bij de concept Wcw behoeft te worden hersteld.
Naast de thema’s uit de Wcw, die in dit dubbelnummer aan de orde komen, resteren nog interessante Wcw-gerelateerde onderwerpen (zoals de voorgestelde bepalingen ten aanzien van de productie van warmte, innovatie in de warmtevoorziening en de hierboven kort aangehaalde samenwerkingsvormen), die in 2021 in het NTE zullen worden belicht.
Voor nu wenst de redactie u veel leesplezier met de thema-bijdragen en de gebruikelijke jurisprudentie-, actualiteiten- en wetgevingsrubrieken en een gezond 2021!
Namens de redactie,
Michelle de Rijke