De Ollongren-papers
mr. R.K. Pijpers Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.De titel van dit voorwoord klinkt als een Zweedse misdaadroman. Toch doet de faux pas van verkenner Kasja Ollongren mij niet direct denken aan inspecteur Martin Beck, de illustere hoofdpersoon in de spannende boeken van Sjöwall & Wahlöö. Nee, het beeld dat bij mij opdoemt, is dat van Fortis-topman Filip Dierckx, die eind september 2008 werd gefotografeerd met een nota met daarin de contouren voor de redding van Fortis. Het plan was dat ABN AMRO zou worden overgenomen door ING, maar ING zag daar uiteindelijk van af. In plaats daarvan werden alle Fortis-bezittingen op Nederlandse bodem door de Nederlandse overheid gekocht.
De misstap van Kasja Ollongren, zo is inmiddels wel gebleken, maakt de formatie, toch al geen gemakkelijke klus, extra ingewikkeld. Waarom? Het vertrouwen is geschonden. En waar een geschonden vertrouwen toe kan leiden, weten financiële ondernemingen maar al te goed. Zelfs meer dan twaalf jaar na het uitbreken van de financiële crisis is dat vertrouwen nog niet hersteld. Volgens de recent gepubliceerde Vertrouwensmonitor Banken 2020 blijft het consumentenvertrouwen in de bancaire sector steken op een magere 3,0 (op een schaal van 1 tot 5). Het vertrouwen in de eigen bank scoort een iets hogere 3,3, maar ook dat is geen cijfer waar je tevreden mee kan zijn. Enig lichtpuntje is een lichte toename van het vertrouwen in het tweede en derde kwartaal van 2020, die mogelijk samenhangt met de coronacrisis, die klanten van banken voor grote uitdagingen stelt.1
Niet alleen consumenten blijven wantrouwend. Zo kopte Het Financieele Dagblad onlangs: Banken roepen nog altijd weinig liefde op bij politieke partijen.2 Volgens het onder deze kop volgende artikel dringen in de verkiezingsprogramma's van de Nederlandse politieke partijen nog altijd de beelden door van graaiende bankiers die onverantwoorde risico's nemen en van instellingen die met belastinggeld overeind moeten worden gehouden als het misgaat. Kortom, de liefde voor de banken is onder politici nog geenszins teruggekeerd, aldus de conclusie van Het Financieele Dagblad.
Financiële ondernemingen, en dan met name banken, doen al jaren hun uiterste best om het geschonden vertrouwen te herstellen. Dat lijkt langzamerhand een onmogelijke opgave. Zelfs de veelgebruikte one liner dat banken in de coronacrisis geen deel uitmaken van het probleem, maar van de oplossing, lijkt zich nu tegen hen te keren. Dat mag overigens niet verbazen, want de verwachtingen die daarmee zijn gewekt, waren wel erg hooggespannen. Banken kunnen immers wel véél, maar niet álle klanten helpen. Dit laatste lijkt zich nu, met het einde van de coronacrisis in zicht, te gaan wreken, met alle gevolgen voor het vertrouwen in banken van dien.
Extra wrang is, dat de toezichthouders niet bepaald helpen. Die hebben banken in een onmogelijk spagaat geduwd. In het jongste Overzicht Financiële Stabiliteit stelt DNB dat het op peil houden van de kredietverlening belangrijk is, maar niet mag leiden tot een aanzienlijke verslechtering van bankbalansen.3 Banken moeten volgens DNB dan ook een goede risicobeoordeling blijven maken om te bepalen of een bedrijf in de toekomst voldoende kredietwaardig is. Daarbij kunnen de steunmaatregelen en de door banken verleende moratoria het zicht op zwakke debiteuren en daarmee het zicht op de kwaliteit van bankbalansen vertroebelen. Teneinde te voorkomen dat de coronacrisis alsnog naar de financiële sector overslaat, moeten onderliggende problemen bij bedrijven voldoende en tijdig worden erkend, aldus DNB.
Ook de EBA en de ECB hebben van zich laten horen. Zo heeft EBA-voorzitter José Manuel Campa in een recent interview met Bloomberg aangegeven dat het aantal niet-presterende leningen de komende kwartalen aanzienlijk zal toenemen en dat de EBA daarom van banken verwacht dat de verliezen op die leningen zo vroeg mogelijk worden erkend en afgeschreven. Citaat:
"You need to do an assessment risk by risk, position by position and try to provision properly for those. The longer that borrowers rely on payment holidays, the more likely you will see cliff effects because the more likely those loans may have deteriorated over such a long period of time.There will likely be firms that just don't have viable business models exposed and they need to exit the market and they need to be liquidated."4
Een soortgelijke boodschap is te destilleren uit een eveneens recente speech van Andrea Enria, voorzitter van de Supervisory Board van de ECB, ter gelegenheid van de Morgan Stanley Virtual European Financials Conference. Daarin hield hij zijn gehoor onder meer het volgende voor:
"While it is essential that banks are ready to support the recovery, especially when public support measures are lifted, it is equally crucial that their lending policies are appropriately selective and correctly reflect developments in the risk environment. The supportive lending environment created by monetary policy should lead banks to accommodate the demand for credit coming from viable businesses and to look beyond any temporary stress in the liquidity position of borrowers. But they should also strive to identify at an early stage more fundamental solvency problems and proactively manage exposures towards distressed customers, approaching them with a view to finding workable solutions and bringing them back on to a sustainable path or triggering an early exit from the market when no other option is available."5
Papier is geduldig, maar DNB, EBA en ECB houden het niet bij oproepen alleen. In een tijd waarin banken alle zeilen moeten bijzetten om niet alleen hun klanten te blijven helpen, maar ook om hun eigen kapitaal- en liquiditeitspositie te bewaken, worden zij ook nog eens geconfronteerd met een substantiële intensivering van het toezicht, zowel qua frequentie, omvang als diepgang. De angst bij de toezichthouders zit er namelijk goed in: naast zombie-bedrijven dreigen er ook zombie-banken te ontstaan. In de woorden van José Manuel Campa:
"The banks themselves have more capital to weather losses than they did in the financial crisis, yet authorities and the industry still need to guard against creating "zombie banks" that delay taking losses on loans but also hold back on new lending."
Terug naar de Nederlandse politiek. Uit de hiervoor genoemde verkiezingsprogramma's blijkt dat vrijwel alle Nederlandse politieke partijen aandacht vragen voor het schuldenvraagstuk als gevolg van de coronacrisis. In zijn open brief Samen naar de eindstreep. En verder. schrijft demissionair minister-president Mark Rutte hierover:
"Ondernemers kunnen niet op volle kracht een herstart maken als ze nog jarenlang torenhoge schulden met zich meeslepen, of als ze al hun spaarpotten leeggeschud hebben. Ik wil nu geen concrete beloftes doen of bedragen noemen. Maar ik beloof wel dat als we bij de eindstreep zijn, ik samen met onder meer banken zal zoeken naar oplossingen. Want het laatste wat we willen is lege winkelstraten en dichtgetimmerde etalages. Zonder die ondernemers kunnen we als samenleving geen vliegende start maken."6
Ik ben benieuwd. De oplossing zal immers niet gemakkelijk zijn. Op zich is het natuurlijk alleszins redelijk en verstandig dat zowel publieke als private partijen hun beste beentje voorzetten. Ook de banken, inclusief hun aandeelhouders.7 Maar dan ook de toezichthouders. En dan niet alleen de financiële toezichthouders, maar ook de privacy-, de mededingings- en de consumentenautoriteiten. Zoals ik al zei: ik ben benieuwd.