Tijdschrift voor Sanctierecht & Onderneming Straf- en bestuursrechtelijke handhaving van financieel-economisch recht 2022 nr. 1

Onder de wapenen: sanctieverordeningen

mr. R. van der Hoeven1 Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.

"Sanctierecht", zo luidt een deel van de naam van dit tijdschrift. Daarmee wordt bedoeld het hele arsenaal aan handhavende en bestraffende regels waarmee de (ondernemende) burger kan worden geconfronteerd. Een niche in dat palet van bestraffende regels wordt gevormd door zogenaamde "sanctieregels". Dit zijn financiële en economische geboden of verboden die in rechtstreeks van toepassing zijnde verordeningen worden opgelegd teneinde gesanctioneerde personen of bedrijven economisch of militair te treffen en zo het betreffende land te straffen voor acties die volgens de landen die de verordeningen uitvaardigen de vrede (kunnen) bedreigen.

 

Deze sanctieverordeningen zijn uiterst actueel vanwege de "speciale militaire operatie" die Poetin in Oekraïne laat uitvoeren en onze wereld, na de covid pandemie, opnieuw op zijn kop zet.  In de eerste plaats raakt de Russische aanval natuurlijk vooral de burgers van de vrije staat Oekraïne, die weinig meer van plan waren dan hun welzijn en dat van hun kinderen te verhogen. Velen van hen hebben nu basisvoorzieningen (zoals veiligheid, een dak boven hun hoofd, voedsel, gezondheid, en in (te) veel gevallen hun leven) verloren. Het plan van de Oekraïners verschilt overigens weinig van dat van vele andere burgers, de Russische niet uitgezonderd.

 

Om redenen die niet goed te volgen zijn, meent de regering van Poetin dat Rusland het recht heeft Oekraïne in te lijven en ziet zij de militaire operatie als een onvermijdelijke sanctie voor het feit dat Oekraïne haar eigen weg wilde gaan. Nogal streng, vergaand en nietsontziend. Megalomaan, gestoord of paranoia zeggen sommigen ook wel. Streng en vergaand zijn ook de juridische en economische sancties die het westerse antwoord vormen op de Russische militaire actie.

 

Deze economische sancties hebben vergaande gevolgen voor Rusland, maar ook voor de westerse burgers. In een wereld waarin vele landen door technische ontwikkelingen in de afgelopen decennia meer en meer met elkaar verstrengeld zijn geraakt kan een beslissing in een land niet alleen voor dat land zelf maar ook voor andere landen grote (economische) gevolgen hebben. Dat is onvermijdelijk in een geglobaliseerde samenleving. En het geldt nog meer voor de financiële verwevenheid tussen landen. Zo meldde het Financieele Dagblad van 19 maart 2022 dat er alleen in Nederland al 80 miljard euro aan Russisch vermogen staat 'geparkeerd' waarvan 45 miljard zou kunnen worden gelinkt aan bedrijven of personen die inmiddels op de sanctielijsten staan.

 

Omdat men een rechtstreekse militaire confrontatie tussen Rusland en de westerse landen zoveel mogelijk wil voorkomen is nu gekozen voor opvallend omvangrijke en strenge sanctiemaatregelen. Het westen schakelt het (sanctie)recht in om een militaire sanctie teniet te doen. De (nabije?) toekomst zal uitwijzen welk wapen het sterkste is.

 

Uitspraken naar aanleiding van overtredingen van sanctieverordeningen zijn betrekkelijk schaars. Verwacht mag worden dat deze nieuwe sanctieregels gehandhaafd (gaan) worden. Meer nog dan bij eerdere sanctieverordeningen is een politiek belang gemoeid bij de effectiviteit van de nieuwe sancties. Maar voorlopig nog geen sanctie-uitspraken die becommentarieerd kunnen worden. In dit nummer worden wel enkele andere uitspraken besproken.

 

Robbert de Bree en Ybo Buruma bespreken in hun annotatie bij het Sägada-arrest (16 november 2021) van het Europese hof in Straatsburg de vraag welke gevolgen dit arrest zou moeten hebben voor de wijze waarop in de huidige Nederlandse praktijk wordt omgegaan met het filteren van verschoningsgerechtigde en niet-verschoningsgerechtigde gegevens na in beslagneming van (grote hoeveelheden) digitale gegevens. Zij concluderen dat die Nederlandse praktijk met name moet worden aangepast aan de praktische regels die het EHRM hieraan in zijn laatste arresten heeft gesteld. Die praktijk zou bovendien in duidelijke regels moeten worden vastgelegd. Anders blijft het "toch tobben met het verschoningsrecht", aldus de schrijvers.

 

Ofschoon er al talloze EVOA-uitspraken zijn blijft de uitleg van EVOA-termen als "afvalstof", "uitvoer" en "overbrenging" de gemoederen bezig houden. Zo wijst Rob de Rijck op een uitspraak van de Rotterdamse rechtbank (30 november 2021) waarin nog eens werd bevestigd dat ook een zeewaardig schip een "afvalstof" kan zijn. Uit de uitspraak volgt naar zijn mening dat al van een voltooide "overbrenging" van zo'n afvalstof sprake is op het moment dat het betreffende transport wordt gepland. Tegelijkertijd oordeelt de rechtbank dat van "uitvoer" eerst sprake is indien de betreffende afvalstof (het schip dus) buiten de grenzen van de EU is gebracht. Het moment waarop een illegale overbrenging, bestaande uit een uitvoer, is voltooid zou dus verschillen van het moment waarop een illegale overbrenging, niet bestaande uit een uitvoer, zou zijn voltooid. Dit roept vragen op die door De Rijck worden besproken.

 

Een betaaldienstverlener als bedoeld in artikel 2:3a lid 1 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) is alleen een betaaldienstverlener als hij die betaaldienst vaker dan incidenteel verricht. De WED kent een strafverzwaring (bijna een verdubbeling zelfs) indien van het plegen van een economisch delict een 'gewoonte' wordt gemaakt. Is van zo'n 'gewoonte' dan al sprake indien vast staat dat betrokkene als betaaldienstverlener kwalificeert? Nee, die enkele kwalificatie is niet genoeg, oordeelt de Hoge Raad op 23 november 2021. Of (niettemin) sprake kan zijn van 'gewoonte' is afhankelijk van de concrete omstandigheden van het geval. Van der Wulp en Van Olst bespreken de uitspraak.

 

Ook al zijn deze juridische problemen in de verste verte niet te vergelijken met de ellende die de Oekraïners ondergaan, wij hopen toch dat u ook dit nummer weer met interesse zult lezen.

Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

Artikel informatie

Type
Overig
Auteurs
mr. R. van der Hoeven1
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvSO/17169

Verder in 2022 nr.1

 Onder de wapenen: sanctieverordeningen

"Sanctierecht", zo luidt een deel van de naam van dit tijdschrift. Daarmee wordt bedoeld het hele arsenaal aan handhavende en bestraffende regels waarmee de (ondernemende) burger kan worden geconfr...

 Het Blocking Statute en een beroep op overmacht bij naleving Amerikaanse sancties

De EU heeft middels het zogenoemde Blocking Statute, dat onder meer de naleving van bepaalde Amerikaanse sanctiewetgeving door EU-partijen verbiedt, een halt willen toeroepen aan de effecten van di...