Annotatie bij Hoge Raad 23 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1701 en Parket bij de Hoge Raad 5 oktober 2021
mr. dr. M.T. van der Wulp en C.G.J. van Olst1Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
In een strafzaak tegen een betaaldienstverlener zonder vergunning van De Nederlandsche Bank (DNB) speelde de vraag of sprake is geweest van het een "gewoonte" maken van het strafbare feit (uitoefenen van het bedrijf van betaaldienstverlener zonder vergunning). De Hoge Raad legt hierbij het begrip "gewoonte" als strafverzwaringsgrond in verband met uitoefening van het bedrijf van betaaldienstverlener zonder vergunning uit. Daarnaast is de Hoge Raad ingegaan op de vraag of sprake is van het uitoefenen van het bedrijf van betaaldienstverlener. De samenhang tussen beide vragen vloeit voort uit de wetsgeschiedenis, waarin is bepaald dat er geen sprake kan zijn van het "uitoefenen van het bedrijf van betaaldienstverlener" indien de betaaldienst slechts incidenteel wordt verleend.
Het gerechtshof Amsterdam heeft in haar arrest bewezenverklaard dat de verdachte voor een aantal Soedanese boeren betalingen faciliteerde. In de periode tussen...
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.