Komkommertijd en AML/CFT compliance
mr. drs. S.M.C. Nuijten Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.Het is net augustus geworden, een tijd die vaak wordt aangeduid als "komkommertijd." Dit is een aanduiding voor een rustige zomerperiode, waarin er weinig nieuws en weinig handel is door de vakanties en waarin media berichten naar buiten brengen die buiten deze periode geen nieuwswaarde zouden hebben. Het begrip wordt al geruime tijd gebruikt. De etymologiebank meldt op de website1 dat de eerst bekende vindplaats in het Nederlands een publicatie is op 14 juli 1787 in "Het Saturdags Kroegpraatje." Er gebeurt niet veel en om die reden wordt er ook niet veel van de werkenden verwacht. Zoals Multatuli schreef: "Zoodat ik maar zeggen wil dat je-n-in de komkommerdagen niet zoo yverig hoeft te wezen. Je bent immers ook maar 'n loontrekkend dienaar, net als ik, niet waar, en zult dus ook niet graag meer doen dan noodig is? Geen mensch die er je voor dankt, jongen, en wie z'n eigen doodwerkt , wordt onder de galg begraven."2
Het komkommerseizoen - de oogst van de komkommers - viel vroeger in de zomer, in veel andere vakgebieden was er dan weinig te doen. Ook in het financieel recht is er op veel vlakken minder te doen in de zomerperiode, maar niet op alle. Zo is er het bekende fenomeen van de vakantiebesluiten van toezichthouders. Toezichthouders proberen hun onderzoeken vaak voor de vakantie af te ronden en dat betekent dat er relatief veel handhavingsbesluiten en/of voornemens daartoe kort voor de vakantie worden ontvangen. En om dezelfde reden starten consultaties vaak kort voor de vakantie met een reactietermijn die net na de vakantie eindigt. In zo'n geval is er van een rustige vakantie vaak geen sprake meer. Maar voor het overige zou op basis van de websites van de financiële toezichthouders geconcludeerd kunnen worden dat het relatief rustig is.
De AFM en DNB zijn op 15 juli 2022 een consultatie gestart voor gewijzigde beleidsregels geschiktheid, met name ingegeven door wijzigingen op Europees niveau. Deze loopt tot en met 15 september 2022 en omvat daarmee de gehele komkommertijd. Verder vragen de AFM en DNB gezamenlijk om inbreng die ertoe moet leiden dat overlap in vragenlijsten van de AFM en DNB wordt teruggedrongen. Ook die inbreng moet voor 15 september 2022 worden gegeven. Met deze actie adresseren de AFM en DNB één van de bevindingen uit de kaderwetevaluaties die in 2021 hebben plaatsgevonden, die inhield dat het van belang is oog te blijven houden voor het voorkomen van onnodige overlap, bijvoorbeeld bij het opvragen van informatie. Als het goed is, is er in elk geval geen overlap bij het opvragen van gegevens over aspecten van de bedrijfsvoering als bedoeld in art. 3:17 of 4:14 Wft, want die moeten de toezichthouders op grond van artikel 1:74 Wft al eerst bij elkaar opvragen.
DNB publiceert verder over één van de hoogste boetes ooit opgelegd, maar het boetebesluit stamt reeds uit april van dit jaar.3 De AFM publiceert over het onderzoek dat zij heeft uitgevoerd naar het hypotheekacceptatiebeleid bij vijf aanbieders. Of die onderzoeken tot handhaving hebben geleid, blijkt niet uit de publicatie. De AFM publiceert zes bevindingen die in voorkomende gevallen kunnen leiden tot overtreding van artikel 115, eerste lid BGfo. Dat is een opmerkelijke conclusie die helaas niet duidelijk maakt of elke aanbieder nu alle bevindingen moet adresseren om overtreding te beëindigen of voorkomen of dat de soep niet zo heet wordt gegeten als zij wordt opgediend. Zo bekritiseert de AFM in de publicatie onder meer dat acceptatiecriteria op onderdelen open zijn geformuleerd, dat er niet altijd nadere inhoudelijke richtlijnen zijn bij afwijken van beleid en dat soms wordt vertrouwd op verklaringen van de klant. Als al deze punten geadresseerd worden zou dat feitelijk kunnen betekenen dat alle opties vooraf in het acceptatiebeleid moeten vastliggen en voor afwijkingen van het beleid geen ruimte bestaat. Maar of dat de bedoeling is maakt deze publicatie niet duidelijk.
De Europese toezichthouders blijven wel in een redelijk hoge frequentie persberichten uitbrengen gedurende de zomer. Het voert dan ook te ver om daarvan in dit voorwoord een samenvatting te geven. Maar op één van die publicaties ga ik iets verder in in dit voorwoord omdat deze publicatie voor veel financiële instellingen gevolgen zal hebben in de komende maanden. Het betreft de publicatie van definitieve richtsnoeren van de EBA op 16 juni 2022. Deze richtlijnen zullen op 1 december 2022 in werking treden en bevatten voorschriften over de rol, taken en verantwoordelijkheden van zowel het bestuur als de compliance officer bij het tegengaan van witwassen en terrorismefinanciering ("AML/CFT"). De bevoegde toezichthouders zijn verplicht deze richtlijnen in hun praktijk te incorporeren en toe te passen.
De richtlijnen maken duidelijk dat het "management body", waaronder zowel het toezichthoudend orgaan als de dagelijks besluitvormers vallen, verantwoordelijk moet zijn voor de implementatie en goedkeuring van het AML/CFT-beleid en het interne controleframework en dat het collectief om die reden moet beschikken over adequate kennis, vaardigheden en ervaring om die verantwoordelijkheid te kunnen dragen. Dit orgaan moet worden geïnformeerd over de resultaten van de AML/CFT-risicobeoordeling, moet toezicht houden of efficiëntie en effectiviteit van het AML/CFT-beleid en de –procedures en eventuele herstelmaatregelen, moet tenminste eenmaal per jaar het rapport van de AML/CFT-compliance officer tot zich nemen en de effectieve werking van de AML/CFT-compliance functie beoordelen waarbij ook wordt beoordeeld of voldoende middelen beschikbaar worden gesteld. Er moet ook worden gezorgd voor adequate, tijdige en voldoende gedetailleerde rapportages aan de bevoegde toezichthouder. Aan de Wwft-verantwoordelijke in het bestuur worden aanvullende, gedetailleerde eisen gesteld, zodat duidelijk is dat de hiervoor besproken eisen niet alleen bij deze persoon belegd kunnen worden, maar een collectieve verantwoordelijkheid vormen. Het orgaan moet voor zijn toezicht op de AML/CFT-functies beschikken over voldoende gedetailleerde data en informatie en moet die bij de besluitvorming en beoordeling in beschouwing nemen. Het is van belang de interne governance en informatievoorziening naast deze eisen te leggen om te zien of daaraan in voldoende mate wordt voldaan.
Naast deze bestuurlijke verantwoordelijkheden bepalen de richtlijnen dat een AML/CFT-compliance officer moet worden benoemd op hetzelfde niveau als het bestuur. Gelet op zijn verantwoordelijkheden kan hij geen onderdeel van het bestuur zijn, maar moet voldoende bevoegdheden hebben om op bestuursniveau op eigen initiatief alle nodige maatregelen voor te stellen die nodig zijn om te verzekeren dat aan alle AML/CFT-eisen op effectieve wijze wordt voldaan. Omdat deze persoon goed bereikbaar moet zijn voor de toezichthouders, moet hij in beginsel werken in het land waarin de financiële instelling is gevestigd. Volgens de richtlijn4 (artikel 8, lid 4) moet een AML/CFT-compliance officer worden benoemd als dat passend is gezien de omvang en aard van het bedrijf. De richtlijnen zijn wat strikter: benoeming is uitgangspunt en alleen bij een zeer beperkte omvang mag daarvan worden afgeweken.
Gelet op de eisen in deze richtlijnen is niet ondenkbaar dat wijzigingen nodig zijn in de organisatie en dat deze in de komende (komkommer)maanden hun beslag moeten krijgen. Wellicht is dan van komkommertijd in het geheel geen sprake en is er in afwijking van wat Multatuli schreef toch een noodzaak "zoo yverig" te zijn, ook voor "loontrekkend dienaren." Hoewel we daarbij niet kunnen uitsluiten dat de laatste zin van het in de eerste alinea van dit voorwoord gegeven citaat wel juist is.